Houd er rekening mee dat dit een vrijwillig project is en er geen geld mee wordt verdiend. Hulp met Hebreeuwse vertalingen is
zeer welkom en de eer zal de vertaler toekomen.
Klik hier voor Pagina 1: Citaten tot 1874!
U bevindt zich op Pagina 2: Citaten van 1875 tot 1941.
Klik hier voor Pagina 3: Citaten van 1942 tot 1954!
Klik hier voor Pagina 4: Citaten van 1855 to 1970!
Klik hier voor Pagina 5: Citaten van 1971 en later!
Klik hier voor Pagina 6: Joodse Citaten!
“Ik, sultan Abdulaziz bin Abdulrahman Al Saud, betuig hiermede duizendmaal ten overstaan van dhr. Percy Cox, den gezant van Groot-Brittannië, dat ik generlij bedenking koester tegen den overdracht van Palestina aan de arme Joden of anderen over te dragen, indien Groot-Brittannië zulks wenselijk acht. In dezen onderschrijf ik zonder voorbehoud hunne opvatting, tot aan het einde der tijden.”
– Abdulaziz ibn Saud, koning van Saoedi-Arabië. 1875 – 1953 n. Chr.
Bin Habtoor, A.S. (2019): Yemen in the Face of the Storm of Storm V2. Page 39. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Mijne overtuiging wil dat de Jood van nature de brug vormt tussen het Oosten en het Westen... De welvaart der autochtone bewoners, de Arabieren, is onafscheidelijk verbonden met het floreren van Palestina als geheel, waaraan de nieuw aangekomenen op edele wijze hebben bijgedragen... Het zionisme heeft nimmer zulk een gewicht gehad als in dezen tijd... In deze dagen, nu de meeste naties hunne grenzen angstvallig gesloten houden voor den vreemdeling, is Palestina als een laatste toevluchtsstad gebleven voor hen, die onder vervolging lijden. (...) Nimmer hebben de Joden Jeruzalem vergeten; doch tot voor enkele jaren bleef hun Heilig Land niets dan een droom, een heilige inspiratie. Thans is het tot werkelijkheid geworden. En wellicht roert dit den Schot te dieper, daar ook wij Schotten, gelijk de Joden, een ras zijn dat sinds eeuwen ver van huis gezworven heeft, verstrooid over de aarde. Doch in onzen zwerftocht hadden wij Schotland immer achter ons — als moederland, als heiligdom onzer herinnering en aandoening. Zou het dan niet rechtvaardig en passend zijn, indien ook de Jood, na lange doling, zijn thuisland wederom betreden mocht?
– John Buchan, Schotse/Britse gouverneur-generaal van Canada (Unionist). 1875 – 1940 n. Chr.
The Daily Colonist (1936-06-28). [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Gedenkt de mannen, voortgebracht door Israël: Mozes, de grootste onder de staatslieden; Jozua, de voortreffelijkste der veldheren; David, de verhevenste der dichters; Elia, de vurigste der profeten; Jesaja, de diepst geïnspireerde der politici. (...) Israël is zonder weerga in de annalen der mensheid. De bevalligheid en geestesadel der Atheense natie, de onmetelijke kracht en heerschappij der Romeinen, ja zelfs de verbluffende wetenschappelijke kennis van ons eigen Europa in dezen modernen tijd — zij allen verbleken voor Israëls verbijsterende openbaring: dat er één God is, eeuwig en absoluut, onzienlijk doch alomtegenwoordig, de God die den mens onderwijst in gerechtigheid."
– Arthur Mee, Engelse auteur, onderwijzer en journalist. 1875 – 1943 n. Chr.
Mee, A. (1910): The Children's Encyclopedia, Volume 4. Page 2306. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De Jodenschappen van Oost-Europa waren de toehoorders en bewaarders, ja, de onuitputtelijke bron van cultuur, geloof en volksoverlevering van het ware, authentieke Israël. (…) In het zionisme ontwaar ik een schoon en verheven historisch proces: de hergeboorte van een der oudste en geestelijk hoogst ontwikkelde volkeren der aarde. Palestina — terecht genoemd de wieg der moderne mensheid — dient weder het nationaal tehuis des Joodsen volks te worden, opdat het Joodse volk vrij en onbelemmerd leve, en opnieuw scheppe, voor zich en de gehele wereld, grote geestelijke en menselijke waarden. Ik beschouw het zionisme als een cultuurkracht van hoog humanitair gehalte. De ganse wereld wordt beheerst door twee tendensen: het universalisme en het nationalisme. Tot het eerstgenoemde hebben de Joden reeds aanzienlijk bijgedragen, en het is thans tijd, dat zij ook hun eigen nationalisme omarmen en cultiveren; want slechts door den vorm van hun eigen nationaal bestaan vermag het Joodse genie het universele ten volle te dienen. De wereldcultuur is een mozaïek, waarin ieder volk zijn eigen, onvervreemdbare kleur dragen moet. (…) Het feit kan noch ontkend, noch uitgewist worden: dat het Jodendom — waaraan later het Hellenisme zich voegde — de grondslag heeft gelegd der zedelijke wereldorde van het Westen."
– Thomas Mann, Holsteinse/Duitse auteur. 1875 – 1955 n. Chr.
Raviv, A. (2007) Was the Real Thomas Mann an Antisemite? Volume 2. Page 12-14. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Toen de Joden, ruim tweeduizend jaar her, ten onder ging aan enen overmachtigen vijand, en hun land verwoest werd, en het merendeel hunner in ballingschap werd weggevoerd, terwijl slechts een kleine, weerloze en verarmde schare achterbleef in het verweesde heilige land — zelfs toen nog hieven hunne profeten het hoofd op, vervuld van vertrouwen in den toekomstigen dag. De geschiedenis kent menig volk, gelijk het Joodse, dat weliswaar schijnt ondergegaan te zijn, doch waarvan de ziel bleef leven en vrij mocht blijven, daar het zich gedragen wist door de machtige erfenis zijner idealen."
– Cyril Garbett, Engelse anglicaanse aartsbisschop van York. 1875 – 1955 n. Chr.
Jewish Telegraphic Agency (1943): Vilna Ghetto Reported Liquidated. Jewish Resistance to Nazis in Ghettos Continues. May 4 1943. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De gemeenschappelijke arbeid aldaar, benevens het gemeenschappelijk bezit in industrie, techniek, bouwkunde en landbouw, getuigen dat in Palestina het ware socialistische beginsel ten uitvoer wordt gebracht. Opnieuw zijn het de Joden, die als voorhoede treden van een nieuwe, positieve en vruchtbare beweging. Met de innigste belangstelling en diepste sympathie slaan wij deze noeste werkzaamheid gade. En tegenover het rumoer der vele opruiende stemmen past het ons te meer, in volle openheid en zonder nijd te erkennen dat de Joden ons op velerlei gebied der geestelijke cultuur reeds veel heeft geschonken — en dat wij thans hopen mogen, dat ze ons ook in Palestina een nieuwen weg aanwijzen zullen tot herstel van het economisch leven des werelds."
– Paul Löbe, Silezische voorzitter van de Duitse Rijksdag (SPD). 1875 – 1967 n. Chr.
Ein deutscher Staatsmann über Palästina. In: Aufbau Vol. 1. 15/05/1924. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Die goede Joden die met vrede en beschaving tot de Arabische mohammedanen gekomen zijn, en die over het land Palestina goud en zegenrijk welzijn verspreidden, hebben nimmer iemand schade [berokkend], noch hebben zij met geweld iets tot zich genomen."
– Ali Sulayman al-Assad, Syrische alawietenleider . 1875 – 1963 n. Chr.
Seale, P. (1990): Asad. The Struggle for the Middle East. Page 20. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Het lot des ongelukkige Joodse volks voert mijn gedachten onwillekeurig naar het lijdende Armeense volk, dat eveneens onder drukkende heerschappij zucht. Doch waar de Armeniërs hunne vaderlijke woonstreken in Turkije verlaten, is onder de Joden een machtige beweging ontstaan — een terugkeer naar het oude thuisland, met de vaste wil om door volhardenden en rechtschapen arbeid diens opbloei te bewerkstelligen. De zekerheid van het welslagen dier onderneming is gewaarborgd door het corporatief beginsel, dat haar als fundament dient."
– Vahan Totomiantz, Armeense econoom. 1875 – 1964 n. Chr.
Russische Schriftsteller über den Zionismus. In: Die Welt. Nummer 35. Jahrgang 6. 29. August 1902. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Gij zijt u bewust, met welke welwillende belangstelling de Franse regering den voortgang der zionistische gedachte gevolgd heeft. Reeds sedert het voorjaar van het jaar 1916 heeft Frankrijk menig bewijs gegeven van deze belangstelling. Indien er ooit een natie geweest is die, krachtens haren aard en geest, geneigd is om de zaak en het ideaal der Joden te verstaan, dan is het waarlijk de Franse natie.”
– André Tardieu, premier van de Franse Republiek (CR). 1876 – 1945 n. Chr.
Sokolow, N. (1919): History of Zionism. 1600-1918. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het Israëlische volk heeft lang verleden en het is haast een wonder te noemen, dat het thans weder als volk geroepen is om, binnen den kring der natiën, zijne stem te verheffen. Ik geloof niet dat de wereld aan zichzelf overgelaten is, doch dat wij allen geleid worden door Gods hand, en ik acht het een daad der Voorzienigheid, dat het Israëlische volk zich herrezen heeft, sterk en krachtig, zoals de bezoeker uws lands het met verbijstering en bewondering aanschouwt. (...) Het vruchtbare samenleven der volkeren — en inzonderheid dat van het Duitse volk met het Joodse — heeft den naam van Duitsland slechts eer en achting gebracht in de wereld. De verdrijving van het Joodse geestesleven uit Duitsland heeft een leegte achtergelaten die tot op heden niet gevuld is."
– Konrad Adenauer, bondskanselier van West-Duitsland (CDU). 1876 – 1967 AD
Adenauer, K. (1966): Tischrede während seines Besuches bei David Ben Gurion in Sdeh Boker am 9.5.1966; Druck: Rolf Vogel, a. a. O., S. 202. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
Adenauer, K. (1966): Beitrag unter der Überschrift "Mein Verhältnis zum jüdischen Volk" für die israelische Zeitschrift "Heatid", zitiert nach Manuskript, signiert am 8.12.1966, S. 2f., StBKAH 02.37. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Wij beschouwen het Joodse volk niet als een vijand, wiens streven het zou zijn ons te vernietigen. Integendeel — wij zien in den Jood een broederlijk volk, dat met ons vreugde en moeite deelt, en ons ondersteunt in den opbouw eens gemeenschappelijken vaderlands. Wij zijn ervan overtuigd dat zonder Joodse inwijking en de daarbij behorende financiële hulp, gene ontwikkeling van ons land mogelijk zal zijn. Dit blijkt reeds thans: steden als Jeruzalem, Jaffa, Haifa en Tiberias, waar mede Joden hun verblijf hebben genomen, tonen gestadigen vooruitgang; terwijl Nabloes, Akko en Nazareth, waar geen Joodse aanwezigheid is, gaandeweg in verval geraken."
– Hasan Bey Shukri, Osmaans-Turkse burgemeester van Haifa. 1876 – 1940 AD
Cohen, H. (2008): Army of Shadows. Page 15. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Joden hebben nood aan een eigen land. (...) Wij veroordelen elk beroep op kracht en geweld, van welke zijde het ook kome, gelijk wij in het verleden telkens de vervolgingen veroordeelden, die het fanatieke antisemitisme tegen het Joodse volk heeft ontketend."
– Pius XII (Eugene Pacelli), Italiaanse paus van de rooms-katholieke kerk. 1876 – 1958 AD
Zenith: Documents. Pius XII Favored a Jewish Homeland in Palestine. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Jewish Telegraphic Agency (1946): Pope Pius Condemns Palestine Terrorism in Message to Arab Delegation. April 15 1946. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Alle socialisten der aarde dienen zich te scharen achter het streven naar een Joods-nationaal tehuis in Palestina, ten eerste omdat dit in het diepst des gemoeds als een daad van gerechtigheid wordt gevoeld; ten tweede omdat een volk dat door anderen onderdrukt wordt, niet in staat is den klassenstrijd vrijelijk te voeren. Als kleinzoon van Karl Marx stroomt Joods bloed door mijne aderen, en koester ik een bijzondere genegenheid jegens de Joods-nationale vrijheidsbeweging. Ik heb ten volle begrip voor hare doeleinden. Ik geloof vast dat het volk der profeten en vrijheidshelden Palestina tot een modelstaat van vrijheid zal maken. Enkel de rijke Arabische grondbezitters en Franse chauvinisten intrigeren tegen het recht op een Joods tehuis in Palestina. Doch de Arabische bevolking zelf heeft enkel voordeel te verwachten van de Joodse immigratie."
– Jean Longuet, Franse socialist. 1876 – 1938 n. Chr.
Jean Longue und der Zionismus. In: Jüdische Rundschau. Heft 6 (19.1.1923). [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Het zionisme richt op den berg Scopus een geestelijk centrum op, dat alle Joden verenigen zal — een trotsen tempel voor de nakomelingen van Benjamin Crémieux, voor de moedige leerlingen van Bernard Lazare, voor de zusters van Rachel. Miljoenen Joden beleven thans den ouden droom der eenheid opnieuw, uitgedrukt in de ethiek van Spinoza en den leer van Karl Marx. Vanuit de Hebreeuwse Universiteit zal de gedachte uitgaan, die de Joden in de Diaspora leiden zal."
– Anatole de Monzie, Franse minister van financiën (PRS). 1876 – 1947 n. Chr.
Der französische Finanzminister über die hebräische Universität. In: Das jüdische Echo Vol. 12 (17/04/1925). Heft 16. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Het is een onloochenbaar historisch feit dat Palestina het vaderland was van den Jood, gelijk ook der eerste christenen. (…) Het Palestina des jaars 1918 was een arm, onvruchtbaar land, verstoken van grondstoffen, het minst ontwikkelde aller Turkse vilayets. De mohammedaans-Arabische bevolking leefde op den rand der armoede. Met den aanvang der Joodse immigratie ontstonden nederzettingen en binnen minder dan twee decennia onderging het land een wonderbare gedaanteverwisseling: de landbouw bloeide op, grote industriën verrezen, en rijkdom vond haren ingang. De aanwezigheid van zulk een vlijtige en ontwikkelde natie naast den Libanon kan slechts heil brengen aan allen: de Jood is man van praktisch vernuft; de Libanees is soepel en ontvankelijk — en hun nabuurschap zal ongetwijfeld de levensvoorwaarden verbeteren voor ieder die er woont."
– Ignace Moubarak, Libanese maronitische aartsbisschop. 1876 – 1958 AD
Rabil, R.G. (2011): Christianity is in Danger in the Middle East. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De toestand der Joden in Rusland is ondragelijk geworden… men mag zich niet langer tevreden stellen met platonische protesten — er dient een daadwerkelijke oplossing gevonden te worden. Daar assimilatie aldaar onmogelijk blijkt, kan men de aspiraties van het zionisme niet stelselmatig blijven verwerpen. Indien wij, als natie, nog de eersten willen zijn, dan komt het ons — het Frankrijk der Droits de l’Homme — toe om dit initiatief te nemen. In onze koloniën, bijvoorbeeld op Madagaskar, zouden wij de slachtoffers der Russische intolerantie een toevluchtsoord moeten schenken. Het zionisme is een politieke beweging van ernstig gewicht en ene erkenning ten volle waard."
– Maurice Le Blond, Franse auteur en journalist. 1877 – 1944 n. Chr.
Hoppe, H. (1904): Hervorragende Nichtjuden über den Zionismus. Eine Sammlung von Urteilen hervorragender Persönlichkeiten aller Länder. Page 56. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
“De stichting van een thuisland voor Joden van over de hele wereld is een grote daad van de eerste orde. De gestelde opgave om Palestina voor de Joden te herwinnen is een gigantische. Personen van de meest verscheidene cultuurniveaus dienen verenigd te worden! Joden uit de meest diverse landen met de heterogeenste ingeprente zichtwijzen moeten worden samengespand! Dat alles moet men voor ogen houden om de enorme moeilijkheden te begrijpen die de stichting van een Joodse nationaalstaat in Palestina in de weg zullen staan. Moge het de dappere, onbeweeglijke pioniers lukken om een staat op te richten, die in vele opzichten als voorbeeld zal dienen voor andere landen. Moge een volledig succes de vastberaden strijd voor een thuis in het land der vaderen kronen!”
– Emil Abderhalden, Zwitserse biochemicus en fysioloog. 1877 – 1950 n. Chr.
"Gij oud volk! Gij wonderlijk volk! Ziet toch hoe krachtig uw bloed is, zelfs in den slechtsten onder u, en ziet hoe dit zal opstaan, ook tegen uwen wil... Hoe lief heb ik u, gij volk des lijdens! Hoe sterk is uw hart, en hoe jong gebleven! Neen, gij zult niet ten onder gaan in de verwarring der vreemde volkeren. In uwe afzondering ligt uwe ganse schoonheid — en alle tevredenheid en vreugde der aarde zal u ten deel vallen... Hoe innig bemin ik u, volk aller volkeren — en hoe vurig zegen ik u!"
– Paula Buber geb. Winkler (Georg Munk), Beierse/Duitse schrijfster. 1877 – 1958 n. Chr.
Rudavsky, T. (1995): Gender and Judaism. The Transformation of Tradition. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
(Opgelet: Jozef Stalin vervolgde de Joden gedurende het Dokterscomplot van 1951-1953)
"Het antisemitisme is een uiterste verschijningsvorm van raciaal chauvinisme, en derhalve het gevaarlijkste overblijfsel van het kannibalisme. Voor de uitbuiters is het antisemitisme van nut als bliksemafleider — het leidt de slagen van den arbeidenden mens af van het kapitalisme, en richt deze op den Jood. Voor den arbeider is het antisemitisme rampzalig, want het voert hem van den waren weg af, een dwaalspoor op — in het duistere woud. Daarom kunnen de kommunisten, als ware internationalisten, niet anders dan onverzoenlijke en gezworen vijanden zijn van het antisemitisme."
– Jozef Stalin, Geoorgische voorzitter van de Sovjet-Unie. 1878 – 1953 n. Chr.
Stalin, J. (1934): Anti-Semitism. In: Reply to an Inquiry of the Jewish News Agency in the United States. In: Works. Volume 13. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik geloof dat de Joden menige grote verdienste bezitten. Zij zijn schrander, scherpzinnig, nijver, energiek en spaarzaam. De Joden zullen stellig tot voorbeeld kunnen strekken voor de overige inwoners des rijks. Het lijdt geen twijfel dat zij veel bijdragen kunnen aan den opbouw des rijks en diens burgers, waar zij zich ook mogen vestigen. (...) De Joden zijn een arbeidzaam, intelligent en productief volk — met name op het gebied der landbouw en der ambachten getuigen zij van vooruitstrevendheid. Het is onloochenbaar dat zowel zijzelf als de autochtone bevolking van het district Jeruzalem voordeel genoten hebben van de door [Joden] opgerichte wetenschappelijke, agrarische en industriële instellingen. (...) Wat de vestiging van individuen of gezinnen betreft — ja zelfs van tientallen of honderden — zie ik geen enkele geldige reden om zulks te ontmoedigen en Turkije dient de Joden, voor zover zij niet in massa komen, zonder uitzondering toe te laten in alle delen des rijks."
– Sa’id al-Husseini, Syrische minister BuZa. 1878 - 1945 n. Chr.
Gribetz, J.M.: Arab–Zionist Conversations in Late Ottoman Jerusalem. In: Ordinary Jerusalem, 1840-1940. Page 305-329. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“[In den Jisjoev] ontstond een band van samenwerking tussen [de Joden en Australiërs], die veelal door genegenheid en onderling vertrouwen gekenmerkt werd, en die slechts door het einde des oorlogs verbroken werd... De [mannen der Eerste Lichte Paardenbrigade] zullen zich altijd met dankbaarheid herinneren die vreedzame Joodse nederzettingen, met hunne boomgaarden vol gouden sinaasappelen, hunne wijnkelders en de warmhartige gastvrijheid hunner bewoners."
– Sir Henry Gullett, Australische minister BuZa (UAP). 1878 – 1940 n. Chr.
Rubinstein, C. & Fleischer, T. (2008): Essay. A Distant Affinity. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Volkenbond zal nimmer voltooid zijn, zolang het eeuwenlang verdrukte Joodse volk daarin niet zijne rechtmatige plaats verkrijgt. (...) Immers, het was [het Joodse volk] dat wellicht als eerste de edelste gedachte der sociale moraal [verkondigde] (...) — een diep wortelende idee, een grootsen droom, een zegenrijken wil, die het in de wereld [uitstrooide]. De beschaving der Joden is geboren in een wereld van lijden; haar leven ontstond in den strijd, uit de tegenstelling der rassen, en werd in dien worstelstrijd tot volheid gebracht."
– Albert Thomas, Franse minister voor bewapening (PSF). 1878 – 1932 n. Chr.
Jüdische Zeitung Vol. 12 (06/12/1918) Heft 49. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Ten eerste acht ik de positie der Joden in het wereldmozaïek der volkeren als ten hoogste onbevredigend. Dat een volk van zulk een geestelijke omvang geen eigen huis bezitten zou, is een monstrueuze onrechtvaardigheid. Ze hadden niet slechts een thuis moeten bezitten — het had hem moeten toebehoren, een plek waar zij soeverein hunne rechten kunnen uitoefenen. Ten tweede: de aanwezigheid van een welvarend en voldaan Joods volk in Palestina zou aan het Britse Rijk aanzienlijke kracht schenken in het Midden-Oosten."
– Richard Meinertzhagen, Engelse officier en spion. 1878 – 1967 n. Chr.
Meinertzhagen, R. (1959): Middle East Diary 1917-1956. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wie de Joodse geschiedenis kent, weet dat veel van het lijden, en niet weinige der nationale zwakten des Joodse volks, uit zijne eeuwenlange thuisloosheid zijn voortgekomen. (...) De ervaring met de landbouwkoloniën heeft aangetoond — ondanks de bezwaren der tegenstanders van het zionisme — dat de Jood een uitmuntend landbouwer zijn kan. En dit is van principieel gewicht. De landbouwarbeid, voortgezet over verscheidene generaties, is naar mijn inzicht bij uitstek in staat om het fysiek verval, dat onder de Oost-Europese Joden waarneembaar is, te herstellen. Hieruit kan een lichamelijke hernieuwing des rassen voortkomen, die van groot belang is voor het toekomstbeeld der zionistische gedachte."
– Franz Carl Endres, Beierse/Duitse officier, historicus en vrijmetselaar. 1878 – 1954 n. Chr.
Zionismus und Weltpolitik. In: Jüdische Rundschau. Heft 9 (1.3.1918). [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
“De verwezenlijking van het Joods-nationaal tehuis is een heilige zaak voor de ganse mensheid. Het is ook de plicht van Roemenië, als lid der Volkenbond, om tot deze verwezenlijking bij te dragen. Wij verhelen dan ook niet, dat wij er geen bezwaar in zien dat onze Joodse staatsburgers deelnemen aan den opbouw van Palestina, ook al gaat deze gepaard met grote offers en niet geringe inspanning."
– Ion G. Duca, premier van Roemenië. 1879 – 1933 n. Chr.
Die Botschaft Ducas an Sokolow. In: Wiener Morgenzeitung. Heft 2114 (8.1.1925) [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
“Ik verlang dat het morgenland aan de morgenlanders toebehoort, en ik reken de Joden tot hen.”
– Aziz Ali al-Misri, Osmaanse en Egyptische officier van Tsjerkassische komaf. 1879 – 1965 n. Chr.
Mayer, T. (1982): Egypt and the Palestine Question. Page 11. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Is de tijd niet aangebroken dat de Joden, die steeds trouw gebleven zijn aan het ideaal der vrijheid, thans hun eigen leger bezitten?"
– Oliver Locker-Lampson, Engelse/Britse parlementariër (Conservative) en marineofficier. 1880 – 1954 n. Chr.
UK Parliament (1944): Parliamentary Debates. House of Commons. Page 757. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Stelt gij u voor: dat het uwe roeping zou zijn om een brug te vormen tussen Azië en Europa, om de geestkracht van Azië naar Europa te voeren, en de levenskracht van Europa naar Azië. Dit, naar mijn vaste overtuiging, is de diepere zending van het zionisme. Ik zie daarin iets dat verre boven het gewone uitstijgt — méér dan een droom, méér dan een Volkenbond: het is een verbond der werelddelen, een verbond der rassen, en ten slotte een verbond der idealen. Een visioen, groots en overweldigend. (...) Ik geloof dat gij Palestina zult beschouwen als een hoogstaand geestelijk middelpunt, vanwaar de invloeden uitgaan zullen naar alle landen des werelds, waar uw volk verspreid woont."
– Mark Sykes, Engelse/Britse parlementariër, officier en diplomaat. 1879 - 1919 n. Chr.
Baron, J. L. (1943): Stars and Sand. Jewish Notes by Non-Jewish Notables. Page 439. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het mandaat over Palestina behoort tot de zeldzame historische verworvenheden, die geboekt zijn in het licht der vredesverdragen en der grote machtsverschuivingen als gevolg van den Wereldoorlog. Een duizendjarig onrecht werd door dezen maatregel der grootmachten gedeeltelijk hersteld, ten gunste van een volk, dat aan de mensheid menige harer edelste idealen heeft geschonken. (...) Doch het mandaat voldoet slechts aan zijn verheven bestemming, indien het Britshe protectoraat geen nieuw terrein van uitbuiting wordt, maar een waarachtig vrij thuis, waardig aan den mens, voor het Joodse proletariaat."
– Walter Ayles, Engelse/Britse parlementariër (Labour). 1879 – 1953 n. Chr.
Friedensverträge und Palästina-Mandat. In: Wiener Morgenzeitung. Heft 1277 (20.8.1922). [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Historisch gezien zijn de Joden geweldig. Verspreid over de ganse aarde, vermengden zij hun bloed met dat der andere volkeren. (…) In ieder land brachten zij buitengewone individuen voort, die, hetzij binnen hun geloof of daarbuiten, op uitmuntende wijze huwelijken sloten. Door een streng selectief geslachtelijk leven ontstond aldus een reeks voortreffelijke geesten, wier naam op haast elk terrein des menselijken strevens met roem verbonden is."
– Edward Murray East, Amerikaanse geneticus. 1879 – 1938 n. Chr.
Grundmann, R. & Stehr, N. (2012): The Power of Scientific Knowledge. From Research to Public Policy. Page 108. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Niemand kan loochenen wat de Joden aan het westerse leven en denken bijgedragen hebben, noch het oeroude verlangen naar herstel hunner aanwezigheid in hun oude thuisland. (...) Jeruzalem moet het hart en middelpunt der zionistische onderneming zijn. Palestina zonder Jeruzalem, zonder Zion, ware leeg en zonder zin. Er leefde het voornemen om aldaar een grote universiteit te stichten, waar Joodse denkers en geleerden van wereldnaam — mannen als Einstein en Bergson — zich zouden verenigen. Men voorzag een centrum van onderzoek, dat tot zegen kon worden voor de ganse wereld des Midden-Oostens."
– Edward Grigg, Anglo-Indiase / Britse Gouverneur van Kenia (Conservative). 1879 – 1955 n. Chr.
UK Parliament: Lords Chamber. Volume 154: debated on Wednesday 7 April 1948. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De oerzin van het Jodendom is het ethisch beginsel, dat zijn zuiverste uitdrukking vond in den Bijbel, en van waaruit de ganse West-Europese cultuur gevormd werd. (...) De tegenwoordige Joodse emigratie naar Palestina is vanuit sociologisch en zedelijk oogpunt van het hoogste belang. Alles hangt af van de morele waarde der elementen, die thans op den nieuwen bodem hun woning zoeken. Zijn het opofferingsgezinde, innerlijk gelouterde pioniers, dan zal zich daaruit een gezonde, schone, vruchtbare stam ontwikkelen. Gelijk de puriteinen die de vervolgingen ontvlucht zijn naar Amerika en aldaar een nieuw, specifiek volk gevormd hebbe. Zo ook de Franse kolonisten in Canada."
– Hermann Graf von Keyserling, Baltisch-Duitse filosoof. 1880 – 1946 n. Chr.
Die Wahrheit. Heft 22 (5.6.1925). Page 10. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Onder de Poolse staatsburgers die thans onder het barbaarse juk van het nationaalsocialistische regime gebukt gaan, is er geen groep, die de vernedering harer positie zo diep ervaart als de Joodse gemeenschap. Het is dan ook billijk en natuurlijk, dat hun lot de toorn én de sympathie der ganse wereld gewekt heeft."
– Władysław Sikorski, premier van Polen. 1881 – 1943 n. Chr.
Baron, J. L. (1943): Stars and Sand. Jewish Notes by Non-Jewish Notables. Page 525. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Toen ik in de eerste dagen der revolutie den post van minister van justitie bekleedde, vaardigde ik de algehele emancipatie der Joden uit, waardoor hunne gelijke rechten gewaarborgd werden, op gelijke voet met alle andere staatsburgers. Negenennegentig op de honderd Russische Joden zijn den bolsjewieken vijandig gezind, en gedurende de ganse revolutie toonden de Joodse intellectuelen en massa’s zich onder alle niet-Russische rassen het meest trouw verbonden aan de zaak der revolutie en der algemene belangen des lands. (...) De Joden stonden gedurende de revolutie de Voorlopige Regering bij, hand in hand met de burgerlijke partijen. Joodse bankiers, firma’s, vakverenigingen — zij allen steunden de landsverdediging en stelden zich tezamen met gematigde bourgeois-elementen ten dienste van den opbouw des nieuwen staatswezens."
– Alexander Kerensky, premier van de Russische Republiek. 1881 – 1970 n. Chr.
Kerensky, A. (1918): Are Bolsheviks mainly Jewish?. Page 32. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Joden hebben, doordien zij hunne trouw jegens deze natie en dit vaderland reeds meermaals bewezen hebben, tot dusver een comfortabel bestaan geleid, en zij zullen ook in de toekomst voorspoedig en gelukkig blijven leven."
– Mustafa Kemal Atatürk, president van Turkije. 1881 – 1938 n. Chr.
Gould, A. (1997): What did they think of the Jews?. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Weet gij waarin het ware gevaar schuilt? Niet in een vermeende overspoeling des lands door Joodse immigratie, noch in hun kapitaal, noch in hunnen invloed op het landsbeheer. Neen! Het ware gevaar is van tegenovergestelden aard: dat de verspreide, invloedrijke vertegenwoordigers van het Joodse geloof in de wereld niet genoeg belangstelling opbrengen voor het lot van Palestina, en het aan zijn lot overlaten. Wat Palestina behoeft, is: kapitaal, ondernemingszin, en zelfopofferenden gemeenschapsgeest. Indien de Europese vertegenwoordigers des Jodendoms zich met ernst en toewijding wijden aan het kolonisatiewerk in Palestina, dan zal dit ten goede komen aan alle bewoners des lands — Joden, mohammedanen en christenen. De beslissing omtrent het welslagen dezer grootse onderneming — de herinrichting op het gebied van cultuur, economie en beschaving — ligt niet bij de Arabieren, doch hangt af van het Europees Joods kapitaal, en diens steun aan de grootse toewijding en het organisatorisch vermogen der pioniers ter plaatse."
– Ethel Snowden née Annakin, Engelse socialistische en feministische politica. 1881 – 1951 n. Chr.
Jüdische Rundschau. Volume XXVIII. Heft 49 (19.6.1923). [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"In het denkbeeld des Jodendoms treedt, in historisch perspectief, de eerbied voor de geestelijke macht naar voren. Het Bijbelse woord 'sjoloum' —, 'vrede' — dat thans als groet op den ouden, door de mensheid geheiligden bodem wederklinkt, is de oorsprong zelve van de politieke idee des Jodendoms!"
– Alfons Paquet, Hessische/Duitse auteur en journalist. 1881 – 1944 n. Chr.
Jüdische Rundschau. Heft 37 (12.5.1925). Page 344. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Laat [de Britse regering] Palestina de onafhankelijkheid verlenen, opdat Arabieren en Joden, als Semitische broeders, in een geest van harmonie en samenwerking mogen leven en gezamenlijk den voorspoed des lands opbouwen — teneinde aldus een veilig en gelukkig thuis te scheppen, alwaar Joden uit alle landen met open armen ontvangen zullen worden."
– William Gallacher, Schotse/Britse parlementariër (Communist). 1881 – 1965 n. Chr.
UK Parliament (1946): Palestine. Debated on Wednesday 31 July 1946. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het Amerikaanse volk, van oudsher vurig ijverend in de zaak der menschelijke vrijheid, aanschouwde met innige belangstelling de inspanning der Joden om hunne banden met het oude vaderland te hernieuwen en de Joodse cultuur te herstellen op den bodem waar zij eertijds eeuwenlang bloeide en vanwaar zij zich verspreidde tot in de uiterste hoeken der aarde. Thans viert men het twintigste jubileum der Balfour-verklaring — den hoeksteen van het hedendaagse herlevingswerk in het Joodse thuisland. Die twee decennia vormen een indrukwekkende getuigenis van de levenskracht en de visie der pioniers in Palestina. Het ware een bron van rechtmatige trots voor de Joodse burgers der Verenigde Staten, dat ook zij hun aandeel in dit grootse werk van wederopleving en wedergeboorte hebben."
– Franklin D. Roosevelt, president van de Verenigde Staten. 1882 – 1945 n. Chr.
United States Congress (1953): Congressional Record. Volume 99. A3476. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het vaderlandslievend optreden der Israëlieten in Griekenland gedurende de laatste grote beproeving des Griekse volks, en hunne onvoorwaardelijke deelname aan den totalen oorlog tegen den overweldigenden aanval der Asmogendheden, levert eens te meer het bewijs van de deugd des Joodse rassen en de diepe verbondenheid der Griekse Joden met hun aangenomen vaderland."
– Emmanouil Tsouderos, premier van Griekenland. 1882 – 1956 n. Chr.
Baron, J. L. (1943): Stars and Sand. Jewish Notes by Non-Jewish Notables. Page 520. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Terwijl sommige Arabische leiders blijven verkondigen dat zij nimmer zullen dulden, dat de Staat Israël een stuk land op den bodem van Palestina bezit, geloof ik vast dat Israël het recht bezit zijne verdediging zo krachtig mogelijk te organiseren. (...) De wetenschappelijke en technische bekwaamheden van Israël kunnen, naar mijn overtuiging, niet slechts Palestina, doch het gehele Midden-Oosten helpen om een deel der grootse geestesrijkdommen der oudheid te herwinnen. (...) De zionistische beweging is, zo meen ik, een der grote prestaties onzer tijd. Het is voor de wereld een zegen dat deze beweging het licht zag — en niemand die met den geest van de tiende eeuw leeft, is gerechtigd om haar op haar pad te hinderen."
– Frederick Cocks, Engelse/Britse parlementariër (Labour). 1882 – 1953 n. Chr.
House of Commons: Foreign Affairs. HC Deb 09 December 1948 vol 459 cc566-693. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Joden zijn geen gewoon volk, maar een volk dat een mysterie in zich draagt, verbonden met de heilsopdracht der mensheid. Het vormt een soort Mystiek Lichaam. (...) De terugkeer van een deel des Joodse volks naar het Heilige Land en zijne hergroepering aldaar is de zichtbare vervulling ener goddelijke belofte, die geen berouw kent. (...) Aan Israël is (...) het werk van de opheffing des werelds toevertrouwd. Israël (...) wekt, prikkelt, beweegt — het leert de wereld om ontevreden te zijn, zolang zij God nog niet bezit, zolang er op aarde nog geen gerechtigheid is. [Israëls] onverwoestbare hoop stuwt de levenskrachten der geschiedenis voort. (...) Dit Israël is verankerd in het hart van 's werelds ordening; het prikkelt, stoort en wekt ontroering. Gelijk een vreemd lichaam, als een gistend beginsel dat in de wereldmassa wordt ingeplant, brengt het geen vrede, maar verstoort het de sluimering der volkeren; het leert den mens ontevreden en rusteloos te zijn, zolang God hem ontbreekt. Het is als een drijvende kracht in de loop der geschiedenis."
– Jacques Maritain, Franse filosoof. 1882 – 1973 n. Chr.
Maritain, J. (1970): On the Church of Christ. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Pas wanneer men zich enigszins bewust is van de mensenoffers, de tempelgruwelen, de vernederende bijgeloven en gebruiken van oudsher, (...) begrijpt men ten volle hoeveel de hedendaagse wereld verschuldigd is aan de Hebreeuwse profeten, wier monotheïsme en zedeleer wortel sloegen in christendom en islam en de mensheid."
– Carlton Hayes, Amerikaanse historicus and diplomaat. 1882 – 1964 n. Chr.
Hayes, C.J.H. & Moon, P.T. (1943): An Ancient and Medieval History. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De nationalistische overheid koestert hare volle sympathie jegens het Joodse volk in diens streven naar de grondlegging eens lands voor zichzelf. Ik twijfel er niet aan dat de zionistische beweging hare vervulling tegemoet gaat."
– Wang Jingwei, premier van de Republiek China. 1883 – 1944 n. Chr.
The Advocate (1928). Volume 76. Page 125. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
(OPGELET: Benito Mussolini voerde een nazistische anti-Joodse wetgeving in)
"Om het zionisme te doen welslagen, behoeft men een Joodse Staat, met een Joodse vlag en een Joodse taal.”
– Benito Mussolini, premier van het Koninkrijk Italië. 1883 – 1945 n. Chr.
Journal of Palestine Studies. Volume 13. Page 79. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik behoef waarschijnlijk niet met nadruk te verklaren dat nagenoeg alle beschaafde natiën met de meeste sympathie toezien op de inspanningen der zionisten, om de verstrooide zonen Israëls naar hun beloofde land terug te voeren, en aldaar opnieuw die cultuur op te bouwen, die hen sedert eeuwen tot roem strekt."
– Prince Arthur of Connaught, Engelse/Britse gouverneur-generaal van Zuid-Afrika. 1883 – 1938 n. Chr.
Prinz Conaughts Botschaft an die Zionisten. In: Wiener Morgenzeitung. 1. Jahrgang. Nr. 1118. 10. März 1922. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"De Joden zijn geroepen hunne nationale identiteit te behouden. (…) In het Joodse leven zijn het nationale en het religieuze beginsel zo innig met elkander verweven, dat zij nauwelijks vaneen te scheiden zijn. Men mag niet vergeten, dat in het Jodendom de religie niet aan een bestaand nationaal leven werd toegevoegd, doch er uit voortgroeide — in tegenstelling tot de christelijke natiën. Het zou een voorbeeld voor en geschenk aan de wereld zijn, mocht het Joodse volk zijne cultuur volledig beleven kunnen. (...) De Joden hebben het land Palestina vruchtbaar gemaakt, de Hebreeuwse taal hersteld, en zich met geestdrift gewijd aan landbouw, nijverheid, handel en andere gebieden. Het is een schone opdracht voor elke Jood om zich in Palestina te vestigen. (...) Want het zionisme moet verwezenlijkt worden — opdat de Joden een plek op aarde hebben, waar ze voor hunne cultuur leven kunnen en waar het Joodse kind opgroeie in een Joodse atmosfeer. Het nationaal tehuis is bestemd voor alle vijftien miljoen Joden, niet enkel voor de weinigen die het geluk hebben reeds in Palestina te zijn."
– Sir Wyndham Deedes, Engelse/Britse officier en politicus. 1883 – 1956 n. Chr.
Jüdische Rundschau (1924): Heft 60 (29.7.1924). Seite 434. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"De uitroeiing van zes millioen Joden door Hitler-Duitsland heeft de redding der overlevenden in een onzekere toekomst tot een morele plicht gemaakt — opdat zich elders geen herhaling voordoe. (...) Wat door de schuld van Duitsland en de medeplichtigheid der Westerse mogendheden geschiedde, namelijk de onvvermijdelijke zelfbeschikking der Joden, die sedert 1945 in de steek gelaten en met den dood bedreigd zijn, legt een verantwoordelijkheid op het ganse Avondland. (...) Wie westers denkt, weet: Israël behoort, naar geest en wezen, geheel en al tot het Avondland. De Joden — en thans hun herboren Staat Israël — zouden krachtens ene unieke historische verplichting in den kring der westerse zelfbeschikking opgenomen moeten worden. Een aanval op Israël ware niets minder dan een aanval op het Avondland zelve, en zou de gevolgen van zulk een aantasting met zich dragen moeten. (...) Want indien Israël ten onder gaat, zal ook het Avondland ten onder gaan — niet om de verliezen van een gering machtsaandeel op aard’ of het verlies van enkele miljoenen zielen, maar om den zedelijk-politieken ondergang. Wanneer het bestaan der mensheid ter discussie gesteld wordt, dan moet het wezen van den mens als zodanig getroffen worden — en in denken én in doen verzet bieden."
– Karl Jaspers, Duits-Zwitserse psychiater en filosoof. 1883 – 1969 n. Chr.
Jaspers, K. (1960): Freiheit und Wiedervereinigung. Seite 252. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Met vreugde wijs ik erop dat de overgrote meerderheid der beschaafde natiën de rechtmatige aanspraak van het Joodse volk op een onafhankelijke staat in Palestina heeft erkend, en dat men bereid is militaire steun te verlenen om die verwezenlijking tot stand te brengen. Na eeuwen van lijden, opoffering en strijd zullen de Joden hun vaderland in Palestina hernieuwd hebben. (...) Zelfs een kleine staat als Israël is reeds met wijsheid begonnen aan de ontwikkeling zijner visserijen en de bewerking van woestijnzand tot vruchtbaar land — zodat zij in staat zijn gebleken vele inwijkelingen te voeden, die anders in ontbering zouden geleefd hebben. De Joden zijn een dapper en schrander volk. En ofschoon hun staat nog in kinderschoenen staat vergeleken bij het groote Bharat, doen wij er goed aan hun voorbeeld te overwegen."
– Vinayak Damodar Savarkar, Marathische/Indiase revolutionair en politicus. 1883 – 1966 n. Chr.
Vaidya, P. (1996): Savarkar, a Lifelong Crusader. Page 65. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Keer, D. (1950): Savarkar and His Times. Page 444. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Hitler sloeg de Joden neer ter rechter- en ter linkerzijde. Ik zag het met mijne eigene ogen en droom er tot op dezen dag van. De Joden behoeven een toevlucht, een vaste plaats op aarde. Ik ben van oordeel dat de Amerikaanse regering niet passief mag toezien, terwijl de slachtoffers [van] Hitlers waanzin geen nieuw leven mogen opbouwen. (...) Reeds vóór Israëls stichting had ik vertrouwen in zijne toekomst — en dit vertrouwen houd ik standvastig. Want ik geloof dat Israël een roemrijke toekomst tegemoet gaat: niet slechts als soevereine staat, doch als de levende verbeelding van de hoogste idealen onzer beschaving."
– Harry S. Truman, president van de Verenigde Staten. 1884 – 1972 n. Chr.
Adler, J. (2013): Soulmates from the Pages of History. Page 329. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het is in ruimeren kring bekend — en het comité der Joodse delegatie bij de vredesconferentie te Parijs is zich daarvan ten volle bewust — dat ik den zionistischen idealen welgezind ben, en de nationaal-Joodse beweging met genegenheid bezie.
– Eduard Benesj, Boheemse president en premier van Tsjechoslowakije. 1884 – 1948 n. Chr.
Minister Benesch für die nationaljüdische Bewegung. In: Wiener Morgenzeitung. Jahrgang 1. Heft 257 (7.10.1919). Page 2. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Een Jood te zijn, dat is sterk zijn — met de kracht die vervolging heeft overleefd. Dat is wijsheid tegenover onwetendheid, eerlijkheid tegenover roofzucht, onschuld tegenover kwaad, goedheid tegenover wreedheid."
– Phyllis F. Dennis geb. Bottome, Engelse romanschrijfster. 1884 – 1963 n. Chr.
Baron, J.L. (1996): A Treasury of Jewish Quotations. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Men vermag niet anders dan met rechtmatigen trots te erkennen wat het Joodse volk aan prestaties heeft voortgebracht. In zovele naties blonken zij uit en toch werden aldaar de harten vervuld van razernij en mededogen, want zij leden, gedurende den [Tweede Wereldoorlog], in ontelbare landen. (...) In hun eigen land verrichten de Joden wonderen. Zodra het vluchtelingenvraagstuk opgelost is, zullen zij ook de Arabische landen ten goede komen. (...) De mensen aldaar zijn onverzettelijk in alles wat zij doen, hoe zwaar de omstandigheden ook zijn. (...) [Israël] zal een grote natie worden — niet slechts ten bate van zijn eigen volk, maar ook tot zegen voor de ontwikkelingslanden der aarde. (...) Israël is een seculiere staat, een democratie (...) — en het heeft de bewondering der vrijheidslievende volkeren gewekt. Wij Amerikanen zijn diep ontroerd door den moed en het vertrouwen, waarmede men, te midden van grote moeilijkheden, een nieuwe democratie heeft opgebouwd."
– Eleanor Roosevelt, Nederlands-Amerikaanse eerste dame van de Verenigde Staten. 1884 – 1962 n. Chr.
Lash, J.P. (1985): Eleanor. The Years Alone. Page 108. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het Joodse volk mag zijne taak jegens het vaderland niet laten rusten en moet zijne heilige roeping voortzetten. Ik ben zelf een vurige aanhanger van de herleving van den nationaal-Joodsen geest. (...) Ik ben mij terdege bewust van de grootse rol, die de Joden in de wereldgeschiedenis hebben vervuld — en waarvoor wij allen hun erkentelijkheid verschuldigd zijn. Groten als Einstein en anderen zijn voortbrengselen van het Joodse genie."
– Yotaro Sugimura, Japanse ambassadeur in Frankrijk en Italië. 1884 – 1939 n. Chr.
Shillony, B. (1992): The Jews & The Japanese. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Joden hebben, in de ontwikkeling van hun land aldaar [in Palestina], op indrukwekkende wijze getoond hoeveel men met zo weinig vermag. Niet enkel op het gebied der intensieve landbouw, maar ook door baanbrekend onderzoek en de toepassing dier resultaten. (...) Ik geloof dat zij thans beter in staat zullen zijn om dezen opbouw voort te zetten en dat zij, in vrede en goeden wil, een grotere Joodse bevolking zullen kunnen onderhouden, binnen de grenzen van hun staat — hoe klein deze naar oppervlakte ook zij. Immers, Engeland is evenmin een uitgestrekt land, en toch huisvest het een menigte. Ik ben overtuigd dat de Joden, eens zij een staat bezitten waarin zij hun eigen lot bestieren kunnen, met groter doeltreffendheid zullen volvoeren hetgeen zij zich ten doel gesteld hebben."
– Philip Cunliffe-Lister, Engelse/Britse parlementariër (Conservatieven). 1884-1972 AD
House of Lords (1937): Grants For Bracken-Cutting In Scotland. Debated on Wednesday 21 July 1937. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Joodse aanspraak op een nationaal tehuis in Palestina — zij het binnen de grenzen van het uitvoerbare —, welke een Engelsman ruimhartig wenst te verstaan, berust naar ons oordeel niet op de letterlijke uitlegging der Oud-Testamentse profetie, maar op de Balfour-verklaring. [Het antisemitisme] is een geestestoestand, een gezindheid, een houding tegenover het Joodse ras, die indruist tegen onze tradities en vreemd is aan alles wat wij tot ons nationaal karakter zouden willen rekenen."
– Alfred Rawlinson, Engelse anglicaanse bisschop van Derby. 1884 – 1960 n. Chr.
House of Lords (1947): Prayers. Ventilation of the House. Debated on Wednesday 13 August 1947. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Joden bekleden de hoogste posities op het gebied van rechtspraak en wetgeving. Wij zijn hun bijzonder veel verschuldigd op het gebied van kunst, cultuur en wetenschap — en zij hebben op aanzienlijke wijze bijgedragen tot het welzijn der mensheid."
– Clement Davies, Welshe advocaat en politicus. 1884 – 1962 n. Chr.
UK Parliament (1946): Palestine. Debated on Wednesday 31 July 1946. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De geest des planmatigen, volhardenden werks — dat is iets wat men zich moet eigen maken. Wat Ismaël nog niet erkend heeft, heeft Israël reeds lang aanvaard...; jonge mannen verlaten dagelijks de Hara of Mella [d.w.z. Joodse ghetto's in de Arabische wereld] — en dragen gelijk hunne voorvaderen namen als Cohen of Levi. Ze steken de zee over en zetten zich neder op de bankjes der Franse scholen... Binnen drie generaties kunnen zij zich opwerpen tot autoriteiten in de metropool. Zij bewijzen dat Westerse kennis geen tovermiddel is, maar iets dat geleerd en doorgrond kan worden. Heeft dit goede voorbeeld van Israël geen les in zich voor zijnen broeder Ismaël?"
– Georges Duhamel, Franse auter. 1884 – 1966 n. Chr.
Sisters of Our Lady of Sion: Jewish-Christian Dialogue. SIDIC Periodical. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wij geloven dat het ware zionisme een daad Gods is. En diegenen die ware zionisten zijn, met liefde voor het land dat God hun geschonken heeft, zullen een onweerstaanbaren drang gevoelen om in Israël werkzaam te zijn — tot wederopbouw van Zion."
– Ivan Rand, Canadese rechter van het Hooggerechtshof. 1884 – 1969 n. Chr.
Jewish Frontier. Volume 21. 1954. Page 55. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het alleredelste in het Joodse bloed — dat is een zeldzame begaafdheid tot onbaatzuchtigheid, en een warme, haast tastbare liefde, die als het ware de bloedlichaampjes doet gloeien."
– D. H. Lawrence, Engelse auteur, toneelspeler, dichter en schilder. 1885 – 1930 n. Chr.
Lawrence, D.H. (1923): Kangaroo. Page 110. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wij zullen de Joden met open armen in hun thuisland begroeten. Ik verheug mij — en mijn volk verheugt zich met mij — op een toekomst waarin wij u zullen bijstaan en u ons, opdat de landen waarin wij beide interesse hebben wederom hunnen rechtmatigen plaats mogen innemen in de wereldgemeenschap der beschaafde volkeren."
– Faisal ibn Hoessein, Arabische koning van Irak. 1885 – 1933 n. Chr.
U.S. Congress (1944): The Jewish National Home in Palestine. Page 37. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Nergens zijn de Joden beter tot hun recht gekomen als 'de vertegenwoordigers der oudste overlevende beschaving', dan hier in Canada. Ik wil met name het edele, humanitaire werk der Joodse vrouwen in dit land loven, dat voortgezet wordt met moed, zonder vrees of vooroordeel."
– Alice of Battenberg, Engels-Duitse prinses van Griekenland en Denemarken. 1885 – 1969 n. Chr.
Baron, J. L. (1943): Stars and Sand. Jewish Notes by Non-Jewish Notables. Page 501. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De regering van Australië is van oordeel dat de jonge natie Israël een macht van bijzondere waarde zal zijn binnen de gemeenschap der volkeren. (...) Wanneer het verzoek van Israël tot toelating tot de Algemene Vergadering der Verenigde Naties ter tafel komt, zal Australië deze aanvraag van harte steunen."
– Ben Chifley, premier van Australië. 1885 – 1951 n. Chr.
Australia Israel Labour Dialogue. 7 February 1949. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Gaat gij toch zelf met eigene ogen aanschouwen de gedaanteverwisseling die, door het toedoen der [Joodse] immigranten, in gans Palestina is bewerkstelligd. (...) Naast den Arabischen boer, die nog op primitieve wijze met ploeg en kameel den akker bewerkt, zijn coöperatieve Joodse nederzettingen verrezen, zich verenigend ten einde nieuwe methoden, werktuigen, proefstations en landbouwscholen tot stand te brengen. (...) Daarbij kwamen de hospitalen, apotheken, scholen en de universiteit, door het onvermoeibaar initiatief der Joodse pioniers in het land gebracht. Doch de Joden, met hun vluggen geest en onstilbaar scheppingsverlangen, nemen niet langdurig genoegen met den landbouw alleen. Hun verstand dringt naar handel, nijverheid, stedelijke verscheidenheid. Zij organiseerden den arbeid, verkortten de werkuren, verhoogden het loon — voor Jood én Arabier. Ondanks drinkwatergebrek, tyfus, dysenterie, malaria en oogziekten, hebben zij moerassen drooggelegd, bronnen gezuiverd, epidemieën bestreden, openbare hygiëne aangelegd — en deze diensten voor allen vrij toegankelijk gemaakt."
– Will Durant, Québécois-Amerikaanse historicus en filosoof. 1885 – 1981 n. Chr.
Durant, W.J. (1931): Adventures in Genius. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik heb steeds geloofd dat de enige hoop op bloei en verheffing van Palestina gelegen was in den invoer van Joodse kapitaal, Joodse hersenen en Joodse energie — om aldus den bodem des lands nieuw leven in te blazen. (...) Het land Palestina is in zijn diepste wezen verbonden met het besef, dat de Heilige Schrift daar, door de hand der Palestijnse Joden, het licht aanschouwde; dat de voornaamste voortbrengselen des Hebreeuwsen geestes en diens bijdrage aan de mensheid uit dezen bodem ontsproten zijn; dat de psalmen van daar gekomen zijn — en dat, zo er ooit wederom psalmen geschreven zullen worden, zij in Palestina geschreven zullen worden, door de Joden. (...) De wereld staat voor een tweesprong: óf een kloof tussen Azië en Afrika aan de ene zijde en Europa aan de andere; óf de bouw ener brug. En ik geloof niet dat het uitgesloten is dat die brug in Palestina zal verrijzen. In Jeruzalem, aan een Joodse universiteit, zou het Westen aan het Oosten verklaard kunnen worden, en het Oosten aan het Westen. Zo zou het geestelijk-ethisch ideaal des Oostens herleven in het Westen, en het praktische, sociale, politieke inzicht van het Westen worden overgedragen aan het Oosten."
– William Ormsby-Gore, Engelse/Britse staatssecretaris voor de Koloniën. 1885 – 1964 n. Chr.
House of Commons (1921): Middle Eastern Services. HC Deb 14 June 1921 vol 143 cc265-334.
"De Joden en de Maronieten zijn natuurlijke bondgenoten, als gevolg hunner overeenkomstige geschiedkundige lotgevallen. Hun culturen, Joods en Libanees, stijgen boven hunne Arabische buren uit, en beiden streven zij naar eenzelfde doel – den bouw ener brug tussen de culturen van Oost en West. Meer nog: zij hebben een gemeenschappelijken vijand, in het Oosten, wiens bedoelingen niet vreedzaam zijn."
– Émile Eddé, maronitische president van Libanon. 1886 – 1949 n. Chr.
Schulze, K.E. (2016): Israel's Covert Diplomacy in Lebanon. Page 23. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"In Zweden hebben wij met diep respect en oprechte bewondering toegezien hoe het Joodse volk er in geslaagd is een moderne, socialistische en democratische staat te grondvesten, die miljoenen Joodse vluchtelingen werk en nieuwen moed geschonken heeft. Het bestaan van Israël is hiermede ten volle gerechtvaardigd."
– Östen Undén, Zweedse minister BuZa. 1886 – 1974 n. Chr.
Eriksson, J. (2015): Small-State Mediation in International Conflicts: Diplomacy and Negotiation. Page 53. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Onder de Joden bevinden zich hooggecultiveerde, fijngevoelige en in buitengewone mate edeldenkende geesten. Er zijn deugdzame, eervolle handelaren onder hen, kunstzinnige, begaafde ambachtslieden, enzovoort. (...) — (...) [Joden] mogen met recht trots [zijn] op hun ras en op de karakteristieke eigenschappen die hen onderscheiden."
– Werner Otto von Hentig, Pruisische/Duitse officier en diplomaat. 1886 – 1984 n. Chr.
Berliner Morgenpost (2014): Der Anti-Kriegsfilm und die Sache mit den Mäusen. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
“Israëls bestaan staat in direct verband met de eenheid der wereldvolkeren. Zodoende is het het internationale volk bij uitnemendheid. Wanneer de wereldvolkeren samenkomen en zich verenigen, floreert Jeruzalem. Het is de stad die gevormd is naar wereldvrede. Aan de andere kant, wanneer Israël in verval raakt, is de gehele mensheid in rep en roer en kwijnt de wereldvrede weg."
– Willem ten Boom, Nederlandse verzetsstrijder. 1886 – 1946 n. Chr.
Alan Snyder, K. (1998): Corrie ten Boom. A Protestant Evangelical Response to the Nazi Persecution of Jews. Page 19. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik mag de Joden, want hun verdorvenheid is er een van opstand, van overtreding en van zonde. Het idealisme vangt aan met den eersten opstand der engelen; de mensheid met de geboorte der hel; het leven met den broedermoord van Kaïn; en de poëzie met de ontdekking van den Satan."
– Janko Polić Kamov, Kroatische auteur en dichter. 1886 – 1910 n. Chr.
Kamov, J.P. (1996): From Freedom. In: Grand Street, No. 58. Page 207-220. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Commissie [voor Rechtvaardigheid en Vrede] verzuimt het wonder te erkennen der herschepping, welke de Joden onder [Brits] mandaat in Palestina tot stand brachten, noch weegt zij naar waarde de gunstige gevolgen dier herschepping voor het welzijn en de gemoedsgesteldheid der meerderheid der Arabische bevolking des lands. Dat de Arabische arbeider en landman zich zeer wel bewust is van de zegeningen, die het Joodse ondernemerschap, de moderne techniek en de toewijding aan den bodem hebben meegebracht, blijkt uit het feit dat het merendeel der Palestijnse Arabieren zich onthield van deelneming aan de jongste uitbarstingen van geweld. (…) De geleerde Israëliet — en met name de staatsman — beheerst vijf, zes, ja zelfs zeven of acht talen. Zij zijn geenszins talige analfabeten, zoals menigeen in ons midden. Voorwaar, onlangs sprak ik in Jeruzalem een jonge Jodin van tien jaren, en ik vroeg haar: ‘Welke talen spreekt gij?’ Zij antwoordde: ‘Ik spreek Arabisch, Hebreeuws, Frans, Duits en Italiaans — en leer thans Spaans.’ (…) Ik ben ten volle overtuigd dat [Israël] een beschavende, moderniserende en democratische kracht zal zijn in geheel de regio."
– James G. McDonald, Schots-Iers-Amerikaanse Ambassadeur in Israël. 1886 – 1964 n. Chr.
Peace in the Holy Land - Mr. M'Donald dissents from the Gildersleeve Report to the New York Herald Tribune. March 3 1948. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Columbia Broadcasting System (1951): James G. McDonald. In Chronoscope. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Het zionisme is onlosmakelijk verbonden met de grote idealen onzer dagen. De Joden, die in hun geboortelanden niet langer willen of kunnen verblijven, kiezen Palestina niet uit gemak of louter voordeel als hun nieuwe thuis. De Verenigde Staten of Argentinië zouden hun wellicht meer veiligheid en materiële voorspoed bieden. Doch Palestina is het natuurlijk vaderland der Joden, krachtens de feiten der geschiedenis.”
– Joseph Kenworthy, Engelse/Britse parlementariër (Labour). 1886 – 1953 n. Chr.
Englang hat sein Wort verpfändet. In: Jüdische Rundschau. Heft 53 (4.7.1924). [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
“De Jood, niet begiftigd met een eigen 'vaderland', wordt genoodzaakt zijne wortels – en daarmede zijne belangen – diep te slaan in den bodem van het land dat hem herbergt. Hij verbindt zijne belangen onverbrekelijk met de belangen, het welzijn en de ontwikkeling der krachten van het gastland, waarin hij zijn plaats vindt."
– Diego Rivera, Mexicaanse schilder. 1886 - 1957 n. Chr.
Gould, A. (1997): What did they think of the Jews?. Page 452. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Dit volk der Joden, de nakomelingen van degenen die door de Schelfzee getrokken zijn en door de woestijn en die daarna naar Kanaän zijn gekomen, een aantal nakomelingen van dezen, na een tijd van vreselijke vervolgingen in de hele wereld werkelijk, die worden nu bijeengebracht, en waar? Precies op dezelfde plaatsen! Is het U ook niet opgevallen, hoe dan plotseling in de krant de naam Bethlehem opduikt en de naam Jerusalem en de naam Jericho en wat nog al niet meer. Namen uit de bijbel, die zijn er weer en zo gebeurt hetzelfde dat er weer Joden — ze noemen zich nu Israëli, — daar zijn ze weer, nietwaar? Dat is in elk geval een herinnering daar aan, dat God zijn beloften trouw is en ze houdt. God heeft zijn volk Israël blijkbaar niet onder willen laten gaan en zo heeft alles wat tot het volk Israël gezegd is in het Oude Testament, aan beloften van de barmhartigheid en trouw van God, stand gehouden."
– Karl Barth, Zwitserse calvinistische theoloog. 1886 - 1968 n. Chr.
In de Waagschaal, jaargang 23, nr. 16. 11 mei 1968.
(OPGELET: Fritz Lenz was een racist die niet-Noordse rassen als minderwaardig beschouwde)
"De uitgesproken familiezin der Joden is allerminst ondermijnend, evenmin als hun krachtige saamhorigheidsgevoel, hun onderlinge hulpvaardigheid en hun mededogen met het lot der mensheid. De Joodse geest is, nevens de Germaanse, de voornaamste stuwende kracht achter de opkomst der moderne Westerse cultuur. (…) Terwijl de oude Joodse Staat nauwelijks een miljoen zielen telde, is het aantal Joden thans tot vijftien miljoen uitgegroeid. De naar Joodse overlevering door God aan Abraham gedane belofte — dat zijn nageslacht talrijker zou zijn dan de sterren des hemels — is thans in vervulling gegaan. Deze groei hebben de Joden te danken aan hun standvastigheid in de Mozaïsche rassenethiek, welke hun de vroege echtverbintenis en de heilige plicht der voortplanting voorschrijft. Reeds in de genoemde toezegging openbaart zich het hoogste levensdoel van het Joodse volk in den ouden tijd. En zelfs tot in dezen tijd hebben de Joden, ondanks hun overwegend stedelijke levenswijze, een opvallend grote vruchtbaarheid behouden. Doch waar men het geloof der vaderen heeft prijsgegeven, daar is het verval ingetreden — en nadert men het uitsterven. (...) Voor niet ondenkbaar willen wij het ten slotte houden, dat de zionistische beweging — welke beoogt de afstammings- en bloedsgemeenschap aller Joden, over taal- en staatsgrenzen heen, tot éne lotsgemeenschap te verheffen — aan het Joodse volk het middel tot verlossing schenken zal."
– Fritz Lenz, Pommerse/Duitse geneticus. 1887 – 1976 n. Chr.
Baur, E. & Fischer, E. & Lenz, F. (1921): Grundriß der menschlichen Erblichkeitslehre und Rassenhygiene. Page 104. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
“Tegen hun eigen onoplosbare probleem van het menszijn kwamen de stomzinnigen en onedelen onder de mensen met hun antisemitisme in opstand. Doch het Jodendom is, met het hellenisme en het christendom, een onmisbare pijler onzer christelijke Westerse beschaving: de ‘roep tot Sinaï’ waartegen de mensheid keer op keer in opstand komt.”
– Hermann Rauschning, Pruisische/Duitse senaatsvoorzitter van de Vrije Stad Danzig. 1887 – 1982 n. Chr.
Rauschning, H. (1941): The Beast From the Abyss. Page 155-156. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Er bestaat geen hoop, geen waarachtige betekenis in een 'Joods Nationaal Tehuis', tenzij men bereid is den Joden toe te staan — indien zij dit wensen — dat zij het land Palestina binnengaan in zulk een getal, dat zij aldaar de meerderheid der bevolking kunnen vormen. Reeds vóór den oorlog bestond een zwaarwegend pleidooi daartoe. Thans, na de onuitsprekelijke wreedheden van het koude en berekende plan der Duitse nazi's om het gehele Joodse volk in Europa te verdelgen, is dit pleidooi onomstootbaar geworden. Zelfs in Palestina zelf pleiten humaan besef en het streven naar een duurzame regeling voor een zekere bevolkingsuitwisseling. (…) De Arabieren bezitten zelf uitgestrekte gebieden; zij mogen zich niet aanmatigen de Joden uit dit kleine gebied — dat zelfs kleiner is dan Wales — uit te sluiten."
– Hugh Dalton, Welshe/Britse minister van financiën (Labour). 1887 – 1962 n. Chr.
Labor Party Resolution adopted in December, 1944 at the 43d annual conference, drafted by Hugh Dalton. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het Joodse experiment [in Palestina] is een bewuste poging van het minst Europese volk van Europa, om tegen den geest des tijds in te gaan, en weder te keren naar het morgenland vanwaar het eens was uitgegaan. (…) De kolonisten nemen de vruchten van Europa’s kennis en kunde mede naar het land dat zij enkele eeuwen voor de christelijke jaartelling bewoonden. (...) Hun welslagen zal onvermijdelijk leiden tot de verheffing der aanwezige Arabische bevolking tot hun eigen materiële niveau (...) en de gevolgen daarvan zullen van groot gewicht zijn voor de toekomst der Arabische wereld. Wellicht wordt hier een bron van technische bevoorrading ontsloten, die deze landen onafhankelijk maken zal van het industriële Europa — en uit deze nieuwe confederatie zou wel eens een wereldmacht kunnen oprijzen. (…) Als niet-Jood spreek ik, maar ik zie in de Joden de natuurlijke brengers van Westerse invloed, zó dringend noodzakelijk voor het Nabije Oosten. (...) Hoe eerder zij het land bebouwen, des te beter: hunne koloniën zijn als lichtpunten in de woestijn."
– T. E. Lawrence, Welshe auteur, officier, diplomaat en archeoloog. 1888 – 1935 n. Chr.
Gilbert, M. (2013): Lawrence of Judaea?. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De Joden zijn voor alles verantwoordelijk. Ze kwamen het land binnen en door hun economische ontwikkeling ervan, door hun kapitaal, hunne ondernemingen, hun bedrijvigheid en hun maatschappelijke werk, hebben zij het mogelijk gemaakt dat thans een veel groter aantal Joden én Arabieren in het land kan leven. Ik heb ontdekt dat de Arabische bevolkingstoename sinds het begin van de Joodse immigratie zelfs groter is dan ooit tevoren in de geschiedenis.”
– Herbert Morrison, Engelse/Britse minister BuZa. 1888 – 1965 n. Chr.
UK Parliament (1938): Palestine. Debated on Thursday 24 November 1938. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Het Duitse voorbeeld is klaarblijkelijk geen navolging waardig. (…) Wij moeten de Joden beschermen en hen laten deelhebben aan de vruchten onzer keizerlijke bescherming. (…) Er bestaat, in mijne overtuiging, geen reden om hen als vijand te beschouwen..."
– Yasue Norihiro, Japanse kolonel. 1888 – 1970 n. Chr.
Reynders Ristaino, M. (2001): Port of Last Resort. The Diaspora Communities of Shanghai. Page 151. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Alle groote geesten hebben Joods bloed in de aderen. Neen, ik ben geen Jood... maar ik geloof vast dat er iets van in mij leeft. Althans, ik hoop het."
– Charlie Chaplin, Engelse komiek, acteur, toneelschrijver en componist. 1889 – 1977 n. Chr.
Robinson, D. (2014): Chaplin. His Life and Art. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Naast berichten van verval en verwoesting in het Heilige Land, troffen wij een ingrijpende en bewonderenswaardige inspanning aan tot herstelling der oude vruchtbaarheid van den lang verwaarloosden bodem. Deze inspanning behoort, naar onze bevinding, tot de opmerkelijkste onder alle vormen van landontginning die wij in vier-en-twintig onderzochte landen hebben waargenomen. Zij wordt gedragen door Joodse inwijkelingen, die, op de vlucht voor haat en vervolging in Europa, hun toevlucht zochten in Palestina. Tot onze verbazing telden wij aldaar om en nabij driehonderd nederzettingen, die, ondanks groote tegenspoeden, vastberaden de beginselen van samenwerking en bodembehoud trachtten toe te passen op den alouden grond van Israël. Door wetenschap, door nijverheid en door een niet-aflatende toewijding aan de vraagstukken van landaanwinning, moerasdroogmaking, verbetering van akkerbouw en veeteelt, alsmede beginnende industrialisatie, is men daar in staat gebleken den bodem hernieuwd leven in te blazen. (...) Aldus geschiedt hier, in een onopvallend hoekje des grootse Nabije Oostens, een arbeid die gericht is op het herstel der vruchtbaarheid des lands — een arbeid die, ware hij nagelaten, ongetwijfeld tot verderen ondergang en verarming geleid zou hebben."
– Walter C. Lowdermilk, Duits-Amerikaanse bodembeschermer. 1888 – 1974 n. Chr.
Tal, A. (2002): Pollution in a Promised Land. Page 55. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik koester oprechte bewondering voor hetgeen het Joodse ras in Israël tot stand heeft gebracht — voor de ongelooflijke wijze waarop het woestijnen in steden herschiep, en moerassen hersmeedde tot vruchtbare landerijen.(...) De hoogst wonderbaarlijke gedaanteverwisseling van de woestijn tot velden en nederzettingen, van moerassige grond tot visvijvers en vruchtbaar akkerland, grenst aan het miraculeuze. (...) En ik geloof vast dat [het Joodse ras] ons, op intellectueel en artistiek gebied, en wellicht in het bijzonder op het vlak der muziek, meer heeft geschonken dan welk ander ras ook."
– Fenner Brockway, Engels-Indiase / Britse parlementariër (Independent Labour). 1888 – 1988 n. Chr.
House of Lords (1968): Address in Reply to Her Majesty's Most Gracious Speech. HL Deb 05 November 1968 vol 297 cc125-218. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik stel vertrouwen in het Joodse nationalisme en in een vreedzame harmonie en welwillende verstandhouding tussen Joden en China. (...) China koestert de hoogste achting voor het Joodse volk, en sympathiseert met diens doeleinden en verheffende aspiraties. Het zionisme streeft ernaar uwe onderdrukte en zwakke natie — die twee millennia lang naar zelfstandigheid dorstte — te bevrijden en op te richten. Moge de Joodse nationale status weldra een erkende werkelijkheid zijn. En ik geef u de verzekering, dat China gaarne de hand reikt om, met u, een Chinees-Joods entente cordiale tot stand te brengen."
– Quo Tai-chi, Chinese diplomaat. 1888 – 1952 n. Chr.
Gao, B. (2013): Shanghai Sanctuary. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het is een der wonderen der geschiedenis, hoe het Joodse volk, zonder thuisland of onderkomen, mateloos getreiterd, vervolgd en menigmaal ter dood gebracht, toch zijn identiteit bewaarde en zich twee millennia lang bijeen wist te houden. (...) Palestina is hun heilig land... en, in mindere mate, zelfs [voor] de aanhangers van den islam. (...) Eenieder moet, in dezen tijd der verschrikkelijke beproevingen in Europa, sympathie koesteren voor de Joden... [en] begrijpen kunnen waarom hun harten zich naar Palestina wenden. (...) Ik weet, uit eigen ondervinding, dat de Joden in Palestina uitstekend werk hebben verricht, en de levensstandaard der plaatselijke bevolking aanzienlijk hebben verhoogd."
– Jawaharlar Nehru, Kasjmierse premier van India. 1889 – 1964 n. Chr.
Nehru, J. (1945): Glimpses of World History. Page 85. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Voor de zionisten is het Jodenschap in de eerste plaats een natie, en [om], gelijk andere naties, volledig te zijn, behoeft het een moederland. In de Joodse nederzettingen in Palestina zien zij niet louter een geslaagde sociale onderneming, maar het zichtbaar geworden symbool van hun staatswezen. (...) Hun grootste verwezenlijking is ongetwijfeld de herleving van het Hebreeuws als levende taal. (...) Meer dan drieëntwintig eeuwen geleden werd de volkstaal der Joden in Palestina door het Aramees verdrongen. (...) Thans, in den tijdspanne van slechts éne generatie, hebben zij deze 'dode taal' doen herrijzen uit de synagoge, en haar herschapen tot het levende voertuig der Westerse cultuur (...), in scholen en woningen. Kinderen van Jiddischsprekende inwijkelingen uit Europa, Engelssprekenden uit Amerika, Arabischsprekenden uit Jemen en Perzischsprekenden uit Boechara groeien thans op met het Hebreeuws als hun gemeenschappelijke tongval — een taal die sinds de dagen van Nehemia niet meer van kinderlippen in Palestina heeft geklonken."
– Arnold Toynbee, Engelse historicus. 1889 – 1975 n. Chr.
Toynbee, A. (1917): Turkey. A Past and a Future. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Beschouwt gij de vervolging der Joden van nabij, met name in de overgecultiveerde landen, dan ziet gij hierin slechts een aspect van Europa's blijvende haat tegen het Aziatische element. (...) De begaafden onder hen (...) weigeren te erkennen — of houden het geheim — dat, indien men al het morgenlandse uit de Europese gedachte verwijdert, zou de ware weldoenster, die het Westen grootbracht, openlijk voor den dag treden. Europa werd grootgebracht door de Griekse leeuwin, wiet kracht bestond uit Aziatische pezen, en door den Romeinsen wolf, verwekt uit dienzelfden oorsprong. Later voedde het zich met het breed stromende christendom — met morgenlands voedsel, indien men het aldus noemen wil. En indien dit alles werd uitgewist, zou niets resteren dan een dor continent, ontdaan van mystiek, als bleke beenderen en moralistisch kalk van politiesoort."
– Gabriela Mistral, Chileense dichtster, diplomate, onderwijster en humaniste. 1889 – 1957 n. Chr.
Baron, J. L. (1943): Stars and Sand. Jewish Notes by Non-Jewish Notables. Page 320. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik ben een warm vriend des Joodsen volks en een bewonderaar van hunnen arbeid in Palestina. Ik geloof vast dat alleen Joodse arbeid, Joods kapitaal, Joods talent en Joodse belangstelling in staat zijn om Palestina wederom op te bouwen. De geestelijke waarden, door de Joden aldaar voortgebracht, verrijken de wereld als geheel."
– Gaudenzio Orfali, Italiaanse franciscaan and archeoloog. 1889 – 1926 n. Chr.
Das jüdische Echo. Vol. 12 (23/01/1925) Heft 4. [Translated by C. Nooij].
"De gehele geschiedenis van Palestina gedurende de laatste twintig jaar bestaat uit het proces waarbij de Joden de woestijn- en moerasgronden hebben teruggewonnen, intensieve landbouw invoerden, de opbrengst des bodems door moderne methoden deden toenemen, en aldus het land uitbreidden om een veel grotere bevolking te kunnen dragen. Wie de feiten naar waarheid beziet, zal erkennen dat de Joden het land, dat den Arabieren ten dienste stond, niet hebben verkleind. Ze hebben Palestina juist vergroot — ten voordele van zowel Jood als Arabier."
– Philip Noel-Baker, English/British Minister of Fuel and Power. 1889 – 1982 AD
House of Commons (1940): Palestine. Debated on Thursday 6 March 1940. HC Deb 06 March 1940 vol 358 cc411-529. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
(OPGELET: Dezelfde toespraak van Charles de Gaulle bevatte antisemitisch taalgebruik)
“Ondanks de wisselende getijden van kwaadwilligheid die zij in velerlei landen en tijden ontmoetten, hebben de Joden een kapitaal van welwillendheid en sympathie vergaard, vooral — zo moet men vaststellen — in de christelijke landen. Dit kapitaal wortelt in de grootse herinnering aan de Bijbel, is gevoed door de bronnen der schitterende liturgie, en wordt in leven gehouden door het medelijden met hun aloude leed. Het is opgepoëtiseerd door de mythe van den Eeuwigen Jood, verhoogd door de afschuwelijke vervolgingen tijdens den Tweeden Wereldoorlog, en vergroot door de werkzaamheden en den heldenmoed hunner soldaten nadat zij eens te meer een thuisland hadden verkregen. Daarom begroetten vele naties, waaronder Frankrijk, tevreden de oprichting van hun staat in het gebied dat door de grootmachten als het hunne werd erkend, en hoopten zij dat deze, met bescheidenheid, tot een vreedzaam samenleven met zijn buren zal geraken."
– Charles de Gaulle, president van de Franse Republiek. 1890 – 1970 n. Chr.
Dangoor, E. (1967): De Gaulle's opinion of Israel. Press conference held at the Elysée Palace on 27 November 1967. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Onze strijdkrachten hebben het overblijfsel van het Joodse volk van Europa gered, opdat het een nieuw leven en nieuwen hoop zou vinden in het herboren land Israël. Met allen die van goeden wille zijn, groet ik den jongen staat, en wens ik hem het beste toe."
– Dwight D. Eisenhower, Duits-Amerikaanse president van de Verenigde Staten. 1890 – 1969 n. Chr.
Voss, C.H. (1953): The Palestine Problem Today: Israel and Its Neighbors. Page 11. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ongeacht den lasterpraat der moderne kannibalen en fascistische antisemieten, worden onze gevoelens van broederschap ten opzichte van het Joodse volk bepaald door het feit dat het dezen genialen grondvester der gedachte ener communistische bevrijding der mensheid had voortgebracht: den man, die de hoogste vruchten der Duitse en universele cultuur zich eigen maakte – Karl Marx. Ze zijn tevens bepaald door het feit dat het Joodse volk, evenals de meeste ontwikkelde volkeren, een schare voortreffelijke wetenschappers, technici en kunstenaars heeft voortgebracht en blijft voortbrengen, alsook helden der revolutionaire strijd tegen de onderdrukking van arbeiders en — in ons land — opmerkelijke en begaafde leiders en organisators in de verdediging van het socialisme. Dit alles bepaalt onzen geesteshouding jegens de antisemitische wandaden, waar en wanneer deze zich ook mochten voordoen.”
– Vyacheslav Molotov, Russische premier en minister BuZa van de Sovjet-Unie. 1890 – 1986 n. Chr.
Baron, J. L. (1943): Stars and Sand. Jewish Notes by Non-Jewish Notables. Page 176. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik had de eer Israël te bezoeken, en ik keerde terug, gelijk allen, diep onder den indruk van de voortreffelijke wijze waarop zij hun gemartelde volk een thuisland bouwen — en tegelijk een nieuwe democratische maatschappij scheppen, die op zovele wijzen een lichtend voorbeeld voor de wereld is. Ik stond versteld hoe zij hun grootse arbeid onder zulke belasting en spanning hebben voortgezet, met den schop in de ene hand en het geweer in de andere. Wij allen zijn geroepen om, naar ons vermogen, het welzijn en den toekomstigen voorspoed van Israël veilig te stellen."
– James Griffiths, Welshe staatssecretaris en Britse parlementariër (Labour). 1890 – 1975 n. Chr.
UK Parliament (1956): Egypt And Israel. Debated on Thursday 1 November 1956. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“[In] dit land en de Verenigde Staten van Amerika zijn velen het erover eens, dat de prestaties van het zionisme in Palestina de faam van het Joodse volk uitermate hebben verhoogd. Ze hebben bewezen, tot bewondering des werelds, – dat het niet waar is dat zij alleen bankieren en bankiers en kantoorlieden zijn, maar dat zij in staat zijn om van den grond af een beschaving kunnen opbouwen."
– Archibald Sinclair, staatssecretaris voor Schotland (Liberal). 1890 – 1970 n. Chr.
UK Parliament (1938): Palestine. Debated on Thursday 24 November 1938. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Joden die reeds twee millennia over de wereld zwerven, zijn Oosterlingen gebleven, en hebben de essentie hunner Oosterse cultuur gehandhaafd. (…) Na hun verdrijving uit Europa zullen zij geen andere keuze hebben, dan om in het land hunner voorvaderen te leven, (…) onder het leiderschap van Japan.”
– Koreshige Inuzuka, majoor van de Keizerlijke Japanse Marine. 1890 – 1965 n. Chr.
Shillony, B. (1992): The Jews & The Japanese. Page 187. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Wij beminnen de Joden, want wij danken hun de twee grootste schatten der mensheid: ten eerste, een door hen geschreven boek — den Bijbel, vol van goed nieuws en heerlijke beloften. Alle schrijvers van dien waren Joden, afgezien van Lukas, al werd hij door een Jood bekeerd."
– Nollie van Woerden, Nederlands verzetslid. 1890 – 1953 n. Chr.
Brog, D. (2016): Standing With Israel. Why Christians Support Israel. Page 231. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De vestiging der Joden in Palestina voert tot een aanzienlijke verbetering van den levensstandaard der Arabische arbeiders en tot een uitbreiding der markten, ten bate van den Arabischen boer."
– Cecil L’Estrange Malone, Engelse/Britse parlementariër (Communist). 1890 – 1965 n. Chr.
Jüdische Rundschau. Vol. XXVII. Heft 82 (17.10.1922). [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Bevoegde autoriteiten schatten dat de Joden ongeveer 450 millioen dollar aan kapitaal in het land hebben gebracht. Zij hebben 250 landbouwnederzettingen opgebouwd, waarin een bevolking van 97.000 zielen van den bodem leeft. De Joden zijn wederom landbouwers geworden, gelijk zij het waren in de dagen der Schrift, en zij hebben den bodem des Heiligen Lands doen voortbrengen gewassen op plaatsen waar slechts een generatie geleden niets dan onbegroeide zandduinen en woestijn waren te vinden. Nog indrukwekkender echter is de ontwikkeling der steden geweest. Tel Aviv is in een tijdsbestek van twintig jaren van een bescheiden buitenwijk van Jaffa opgegroeid tot een geheel Joodse stad, met honderdvijftigduizend inwoners, voorzien van alle gemakken en kenmerken van een moderne Westerse metropool. Haifa, eenmaal een onbeduidende havenplaats, is thans geworden tot een der drukste distributiecentra des Middellandse Zeegebieds. (…) Niettegenstaande de hoge prijzen verwierven de Joden doorgaans slechte gronden — moerassen of zandduinen — doch het grootste deel dezer bodems is, door verstandige arbeid en onvermoeibaren vlijt, tot vruchtbare akkergrond herschapen.
– John W. McCormack, Iers-Amerikaans senaatslid uit Massachussetts (Democraten). 1891 – 1980 n. Chr.
McCormack, J.W. (1939): The Jewish Homeland and the Palestine Mandate. In: The Jewish Veteran. Volume 7-9. Page 8-9. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het is onmogelijk om den krachtigen levensdrang en den ontembaren levenswil van Israël niet met diep respect te aanschouwen. Nauwelijks een tiental jaren na de verschrikkingen des Tweeden Wereldoorlogs en het daarmede gepaard gaande trauma, heeft Israël reeds een wereldwijde rijkdom voortgebracht — materieel, intellectueel en zedelijk. Israël profiteert van een ongeëvenaarde werkethiek en een ongekende werkwilligheid. Het land is doordrenkt van mystiek, verzadigd met eerzucht, met liefde voor den bodem en het leven zelve. Israëls nagenoeg onbegrensde bekwaamheid in de kunsten en wetenschappen, in de beoefening der technologie en de vindingrijkheid der innovatie, is niets minder dan verbluffend. Israëls doelmatige en vruchtbare aanwezigheid in alle gewichtige disciplines des aardbols, alsook het grootse, onbaatzuchtige werk dat het op talloze terreinen verricht, wekken rechtens ontzag en bewondering."
– Michel Chiha, Libanese bankier, politicus en journalist. 1891 – 1954 n. Chr.
Salameh, F. (2023): Episode 44, Never again shall Masada fall!!. In: Youtube. 9 October 2023. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
(OPGELET: Hans Günther was een racist die niet-Noordse rassen als minderwaardig beschouwde)
"Het zionisme [streeft naar] de losmaking der Joden uit de schoot der Avondlandse volkeren — allereerst door de afscheiding van hun volksdom en geestelijk leven van die der andere volkeren, ten behoeve van de verzorging en opbouw eener eigen volkskracht en ener zuivere, unieke geestesontwikkeling; vervolgens, waar mogelijk, door de plaatselijke scheiding der Joden van de niet-Joden, door de stichting eens Joodse staatswezens. (…) De niet-zionistische geledingen binnen het Jodendom zullen, naar alle waarschijnlijkheid, door kinderarmoede en kinderloosheid geleidelijk tot uitsterven vervallen. (...) De rassenbiologische toekomst van Israël kan aldus worden samengevat in het slagwoord: óf zionisme, óf ondergang."
– Hans F. K. Günther, Badenian/German eugenicist. 1891 – 1968 AD
Günther, H.F.K. (1930): Rassenkunde des Jüdischen Volkes. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
(OPGELET: Xavier Vallat was tevens een notoire Jodenhater)
"Ik meen dat wij (...) behoefte hebben aan een plaats, die als het ware het karakter draagt ener Vaticaanstad (...), die burgerschap verleent aan negen of tien miljoen Joden, verspreid over de gehele wereld, en zijn zetel vestigt te Tel Aviv, of Haifa, of waar ook, zonder zich daartoe verplicht te achten een grootse uittocht aller Joden naar Palestina te organiseren."
– Xavier Vallat, Vichy-Franse commissaris-generaal voor het Joodse Vraagstuk. 1891 – 1971 n. Chr.
Rodinson, M. (1968): Israël et le refus arabe 75 ans d’histoire. Page 42. [Vanuit het Frans vertaald door C. Nooij].
"Indien ik uit uwe vraag moet opmaken, dat gij tracht te achterhalen of ik van Joodse afkomst ben, dan kan ik slechts antwoorden dat ik het betreur, dat geen mijner voorvaderen, naar het schijnt, tot dat begaafde volk heeft behoord."
– J. R. R. Tolkien, Engelse/Britse auteur. 1892 - 1973 n. Chr.
Chance, J. (2003): Tolkien the Medievalist. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Aan de Joden: in ieder uwer spreekt Christus luider dan in Markus, Mattheüs, Johannes en Lucas. Met den laatsten uwer zonen, o Israël, zal in waarheid ook Christus ten grave worden gedragen."
– Marina Tsvetaeva, Russische dichtster. 1892 – 1941 n. Chr.
Tsvetaeva, M. (1916): To the Jews. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Staat Israël is, ondanks zijne beperkingen, een bemoedigend avontuur in het nationale bestaan. (…) Ongeacht onzer politieke of religieuze gezindheden, is het onmogelijk om jegens een dergelijke prestatie geen bewondering, sympathie en eerbied te gevoelen. (…) Amerikanen behoren het zionistische program te steunen als zijnde in beginsel rechtvaardig en gerechtvaardigd, hoezeer het ook, in de uitvoering, aan zekere kwalificaties onderworpen mag zijn. (…) Het zionisme verdient, op zijn eigen merites, als een grootse en bewonderenswaardige zaak beschouwd te worden, aan niemand verantwoording schuldig, en inzonderheid daar het zich zo volkomen voegt naar de beginselen des Westersen denkens omtrent maatschappij en mens. (…) Het zionisme is de verheven uitdrukking van een nationale levenswil, die verre uitgaat boven de grenzen der traditioneel-orthodoxe religie der Joden."
– Reinhold Niebuhr, Duits-Amerikaanse theoloog uit Missouri. 1892 – 1971 n. Chr.
Goldman, S. (2019): Reinhold Niebuhr’s Zionism. In: Tablet. January 23, 2019. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik wil u, gij Joden, dank betuigen voor dit Boek. Want de Bijbel (...) maakte mij vertrouwd met mijn besten Vriend. Hij was een Jood. Aan Zijne goddelijke zijde was Hij de Zoon Gods, doch naar Zijne menselijke natuur was Hij een Jood. En deze Vriend is mijn Verlosser. (…) Wat een vreugde was het mij, om te mogen zijn in Jeruzalem, de herenigde stad, thans geheel en al in Israëlische handen."
– Corrie ten Boom, Nederlands verzetslid. 1892 – 1983 n. Chr.
Brog, D. (2016): Standing With Israel. Why Christians Support Israel. Page 231. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De geschiedenis der barbaarse, ja erger dan middeleeuwse vervolgingen der Joden — een ras dat zoveel heeft bijgedragen tot de verheffing der cultuur dezer landen en de onze — vormt het tragischte hoofdstuk uit de geschiedenis der mensheid."
– Wendell Willkie, Duits-Amerikaanse politicus uit Indiana. 1892 – 1944 n. Chr.
Willkie, W. (1940): Address Accepting the Presidential Nomination in Elwood, Indiana. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Niemand kan verwijzen naar de geschiedenis der Belgische beschaving, zonder met erkentelijkheid acht te slaan op de gewichtige rol die door de Joden werd gespeeld — niet slechts in dagen van voorspoed, maar evenzeer in tijden van beproeving en lijden."
– Robert Silvercruys, Belgische ambassadeur in Canada en de Verenigde Staten. 1893 – 1971 n. Chr.
Baron, J. L. (1943): Stars and Sand. Jewish Notes by Non-Jewish Notables. Page 514. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Het is een merkwaardig verschijnsel, dat het Hebreeuwsch — een taal welke sedert de Israëlieten in ballingschap werden gevoerd niet meer als omgangstaal in Palestina had geklonken — thans wederom overal in de zionistische nederzettingen weerklinkt. De herleving eener liturgische taal tot dagelijksch gebruik is een wonderlijk feit, dat, naar mijn gevoelen, nog bewonderenswaardiger is dan menige der materiële verwezenlijkingen der Zionisten. Te horen hoe twee Joden uit Roemenië zich in het Hebreeuwsch onderhouden, is niet minder wonderbaarlijk dan het ware te vernemen hoe twee Italianen in het Latijn zouden roddelen. (…) Palestina — of juister gezegd, een gedeelte daarvan — is thans de Joodse Republiek Israël, een kleine staat die zijn bestemming tracht uit te werken te midden van een gevaarlijke en dreigende wereld. (…) De nieuwe staat wordt omsingeld door mohammedaanse vijanden, en voor het eerst sedert de dagen van Rome strijdt wederom een Joods leger in het land Palestina.”
– H. V. Morton, Engelse journalist en reisschrijver. 1892 – 1979 n. Chr.
Morton, H.V. (1934): In the Steps of the Master. Page 204. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"[Israël] is een der weinige goede en hoopvolle plekken op deze grauwe wereld van ons. Wat er in de laatste vijftien — neen, zeventien — jaren tot stand is gebracht, grenst aan het ongelooflijke. (…) Overal waar Arabieren werkzaam zijn in Israël, genieten zij dezelfde voorwaarden als de Joodse arbeiders, en ontvangen zij hetzelfde loon. Een der allereerste daden der Israëlische overheid was dan ook het uitvaardigen ener maatregel, die de lonen gelijkstelde voor Jood en Arabier."
– Freda Kirchwey, Duits-Amerikaanse liberale journaliste. 1893 – 1976 n. Chr.
Alpern, S. (1987): Freda Kirchwey. A Woman of the Nation. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik ben nimmer een zionist geweest, doch evenmin ooit een Jodenhater; en ik geloof dat een element van antisemitisme — zij het wellicht onopzettelijk — heden ten dage wordt opgeschort. (…) Ik acht het iets hoogst gruwelijks, dat de Israëliërs, in deze ure hunner beproeving [s.w.z. gedurende de Suezcrisis]— in dezen tijd, waarin nagenoeg iedere hand zich tegen hen keert — moeten ondervinden dat vele [Britse] stemmen, naar welke zij eerder moesten luisteren, zijn verstomd, of dat diezelfde stemmen thans tegen hun land veroordeelen."
– Charles Waterhouse, Engelse/Britse minister van Werkgelegenheid (Conservative). 1893 – 1975 n. Chr.
UK Parliament (1956): Egypt And Israel. Debated on Thursday 1 November 1956. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De zionistische beweging is niet anders dan een poging om de Joden de verzekering te geven van het recht op inwijking en vestiging, opdat zij aldaar een centrum der nationale Joodse cultuur zouden kunnen oprichten. [Zionisten zijn] een staatloos volk, dat in zijn oorspronkelijk leefgebied leed onder discriminatie en onderdrukking, en dat, bezield met een pioniersgeest, zijn toevlucht zocht tot het land Palestina. (…) [Dit zijn] voorbeelden van bevolkingsmigratie, ontstaan uit het diepste streven des mensen naar behoud en overleving. (…) Het vrije verkeer der volkeren [is] een stelsel, dat de maximale ontwikkeling mogelijk maakt."
– Tadao Yanaihara, Japanse econoom. 1893 – 1961 n. Chr.
Tadao, Y. (1965): Yanaihara Tadao Zenshū, Vol. 4, 184. [Translated on Wikipedia]. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De dappere mannen en vrouwen der verzetsbeweging in Palestina zijn geenszins extremisten — niet meer dan de Amerikaanse kolonisten die eertijds de Boston Tea Party organiseerden, of de Ierse vrijheidsstrijders der jaren twintig. Bovendien doen zij wellicht meer dan wie ook om het antisemitisme uit de wereld te helpen, door den Jood aan de christelijke wereld voor te stellen als een voorvechter der nationale vrijheid. Eerbiedig geven wij in overweging, dat het verzet tegen de Britse dwingelandij in Palestina in de zware dagen die ons te wachten staan, wordt voortgezet — in denzelfden geest, doch met nog groter kracht. Wij vertrouwen erop, dat de Amerikanen, als de nakomelingen der heldhaftige kolonisten van 1776, hunne krachten in dezen beslissenden tijd zullen bundelen ter ondersteuning der Joodse patriotten in Palestina."
– Dean Alfange, Grieks-Amerikaanse politicus en advocaat. 1893 – 1989 n. Chr.
Barr, J. (2011): A Line in the Sand. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Chinezen zouden veel kunnen leren van het voorbeeld der staatloze Joden. Ofschoon de Joden geen eigen staat bezitten en onder andere volkeren discriminatie hebben moeten ondergaan, hebben zij niettemin heldhaftig gestreden voor hun thuisland, en nooit hebben zij den hoop prijsgegeven."
– Yu Songhua, Chinese journalist. 1893 – 1947 n. Chr.
Gao, B. (2013): Shanghai Sanctuary. Page 11. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Gij vertegenwoordigt een nieuwe natie, en toch tevens een oude, in een nieuw land, dat niettemin ook het oude is. Traditie en religie vormen klaarblijkelijk het fundament uwer daden. Er zijn niet vele landen — wellicht geen enkel — waarvan het volk, herhaalde malen en gedurende lange tijd uit het vaderland verbannen, desondanks zijne nationale identiteit wist te bewaren onder zulke bijzondere omstandigheden, en uiteindelijk in staat bleek, zijnen staat te grondvesten in het voorvaderlijk land, dat hem van oudsher was voorbestemd. Waarlijk, het is geen geringe taak, om een verlaten land te ontginnen, en uit verbannen brokstukken, wier kinderen ieder een eigen taal en eigen tradities bezaten, éne natie te vormen. Om die reden is het gemakkelijk te begrijpen, hoe groot de taak is, om deze gedeelten tot een levende eenheid saam te smeden. Veel is er gezegd over de wonderbare dingen die, door de jaren heen, tot stand gebracht zijn sinds de Joodse natie haren wederkeer naar het oude land aanving. Indien er een weg bestaat, waarlangs een volk zijn vaderland herwinnen kan, dan is het deze: door de teelt van den bodem. De Kruisvaarders vermochten dit niet te bewerkstelligen — en juist daarom wisten zij zich in dit land niet blijvend te vestigen."
– Ásgeir Ásgeirsson, president van IJsland. 1894 - 1972 n. Chr.
Asgeirsson, A. (1966): Speech in the Israeli Knesset on March 30, 1966. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Door onnoembare vervolgingen heeft het christelijke Europa sedert een millennium getracht het Joodse volk uit te roeien. (…) Onder deze in velerlei opzichten verzwaarde levensomstandigheden gingen alle Joden te gronde, die niet schrander, niet vindingrijk, niet taai genoeg waren om den zwaarsten strijd voor het bestaan te doorstaan. Aldus kwam tenslotte uit deze vervolgingen ene kleine gemeenschap voort — gehard door moedig gedragen martelaarschap voor den hogeren levensgedachte, en gereinigd van alle willoze en geestesarme elementen. Europa heeft, tegen eigen wil en weten in, het Jodendom niet vernietigd, maar, door dit kunstmatige selectieproces, veredeld en opgevoed tot een leidend volk der toekomst. Geen wonder dan ook, dat dit volk, dat den kerker van het getto wist te ontvluchten, zich thans ontwikkelt tot den geestelijken adel van Europa."
– Richard Graf von Coudenhove-Kalergi, Oostenrijkse politicus en filosoof. 1894 – 1972 n. Chr.
Coudenhove-Kalergi, R.N. (1922): Adel. Page 19-39. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Meermalen heb ik het Joodse Palestina doorkruist, van Jaffa tot Jeruzalem. De nieuwe steden en dorpen, die den bodem van Palestina tooien, zijn het werk der Joden. En dit is niet slechts een nieuw Palestina — het is een verbazingwekkend nieuw Palestina. (…) In het oude Palestina is het Arabische dorpje niet meer dan een hoopje aarde; de tuinen zijn vervallen, de mensen gaan halfnaakt, en hunne ogen zijn aangetast door ziekten. Doch in het Joodse Palestina zijn de steden vervuld van den geur der sinaasappelen, en de goed onderhouden wegen zijn omzoomd met den schijfcactus. Vrouwen in kortgesneden gewaden wachten, in den maand februari, het einde des oorlogs af in rijke hotellounges, die geuren naar sterk geparfumeerde rozen en rijpe sinaasappelen."
– Falih Rıfkı Atay, Turkse journalist, auteur en politicus. 1894 – 1971 n. Chr.
Kedar, B.J. (1999): The Changing Land. Page 74. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël voor de Joden [betekent] wat anders en iets meer dan Friesland voor de Friezen en Amsterdam voor de Amsterdammers. Joden, zelfs uit de hel vandaan, [kunnen] daar genezing vinden. (...) [Ik ken meer dan één] rijk Amsterdamse meisje [dat] een mooi en makkelijk leventje ruilt voor de kibboets."
– Inne de Jong, Nederlandse/Friese dichter. 1894 – 1975 n. Chr.
Jong, I. de (1965): Israël. In: De Tsjerne. Jaargang 20. Page 160. [Vanuit het Fries vertaald door C. Nooij].
"Ik streef ernaar om ervoor te zorgen dat de nieuwe Staat Israël, waarvan het volk in het verleden zoveel heeft bijgedragen tot de verheffing der mensheid, verwelkomd wordt, niet alleen formeel maar met een welgezind hart en een rein geweten. (...) Ik beschouw de stichting van Israël als een grote verworvenheid der Verenigde Naties."
– Dr H.V. Evatt, Iers-Australische minister BuZa en rechter van het hooggerechtshof. 1894 – 1965 n. Chr.
Milton Dick MP – speech acknowledging the 70th anniversary of Australia and Israel’s diplomatic relationship. February 20, 2019. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Australian Parliament (2008): Parliamentary Debates. Page 1475. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De Joodse staat is thans een levendige, diepgewortelde en krachtige werkelijkheid. (…) In het grondvesten huns staats, binnen een halve cirkel van geweerschoten, hebben de Joden hun vaardigheid en taaie levenskracht op overtuigende wijze aan den dag gelegd.”
– Folke Bernadotte, Zweedse diplomaat. 1895 – 1948 n. Chr.
Progress Report Of The UN Mediator On Palestine. September 16, 1948. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël is de baken der vrijheid in het Midden-Oosten. (…) Israëls prestaties zijn zonneklaar. (...) Overal ter wereld kunnen de kleinere staten — arm aan natuurlijke hulpbronnen doch rijk aan geestkracht — veel leren van het Joodse volk, dat onversaagd een politiek sterken staat heeft gesticht, zich sociaal en weldadig betoont jegens de behoeftigen, en in zijn economisch bestaan gestadig aan kracht wint."
– John Diefenbaker, Duits-Canadese premier van Canada. 1895 – 1979 n. Chr.
Jewish Telegraphic Agency (1962): Diefenbaker Lauds Israel to Canadian Zionists. November 7 1962. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De geschiedenis des Staats Israël is een grote inspiratiebron voor de ontwikkelende naties des werelds. (…) Uw leiders en uw volk hebben reeds een der grootste wonderen der moderne tijden tot stand gebracht, door uit een verscheidenheid van mensen één volk te vormen, dat in wezen gelooft in de leiding van het grootste Boek aller tijden."
– William Tubman, president van Liberië. 1895 – 1971 n. Chr.
Liberian Studies Association (1989): Liberian Studies Journal. Volume XIV. Number 1. Page 40. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De zionisten stelden klinieken in het werk ter genezing van zieke Arabieren; (…) de Joodse laboratoriën bereidden sera ter verbetering van het zwakke inheemse runderras; (…) hun agrarische proefstations verhoogden de kwaliteit der Arabische tarwe, gerst en citrusvruchten; (…) de Joden vervingen de verspreide geitenpaden door een stelsel van moderne wegen; (…) waterkrachtcentrales werden door Joods kapitaal en initiatief opgericht, ten nutte van allen; (…) de moerassen — die jaarlijks duizenden Arabische levens eisten — werden tegen den kostprijs van ontelbare geldmiddelen en menig jong Joods leven drooggelegd; (…) talloze bronnen werden door Joodsen arbeid gegraven in een land, dat verdord en ontredderd was ten gevolge der eeuwenlange Arabische verwaarlozing en zelfvernietigende ontbossing. (…) Met ootmoed en lijdzaamheid begon de Joodse pionier het Land Israël — hoop en gebed van zijn volk door tweeduizend jaren heen — tot een bewoonbare plek te herscheppen, niet slechts ten bate der vermoeide zwervenden in Europa, doch allereerst ten behoeve der behoeftige en door ziekten gekwelde scharen der Arabieren."
– Pierre van Paassen, Nederlands-Canadese journalist en auteur. 1895 – 1968 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël is wederom een natie geworden — en geenszins een sentimenteel pronkstuk, noch schijnantiek, maar een sterke, trotse, energieke en naarstig gedisciplineerde natie — een volk dat nog immer dakloze Joodse inwijkelingen in een reeds overbevolkt land blijft opnemen, en hen aldaar tot nuttige burgers vormt. (…) Mijn gevoel van ontzag is versterkt door het inzicht, dat het Hebreeuws wederom een levende omgangstaal is geworden — hetzelfde Hebreeuws, waaruit ons Oude Testament, in den volkstong overgeleverd, slechts langs derden weg — via het Grieks en het Latijn — vertaald is. En de bloedstollende levensverhalen dergenen, die hierheen kwamen als haveloze vluchtelingen en thans wederom met opgeheven hoofd door het leven gaan, dunken mij voldoende waarborg, dat het Nieuwe Israël standhouden zal."
– Robert Graves, Engelse dichter van Ierse afkomst. 1895 – 1985 n. Chr.
Graves, R. (1959): What It Feels Like To Be a Goy. A Poet's Talk in Tel Aviv. In: Commentary. May 1959. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Jood is van nature geneigd zich voor het communisme in te zetten, aangezien het hem in staat stelt zich te wijden aan een hoger doel, dat de gehele mensheid betreft — een neiging die hem, als Jood, natuurlijk eigen is."
– Edmund Wilson, Amerikaanse auteur. 1895 – 1972 n. Chr.
Gould, A. (1997): What did they think of the Jews?. Page 337. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wij geloven dat de voorgestelde oplossing — waarbij het Joodse volk een eigen staatsgebied zou ontvangen — een zege zou zijn op al die daden van rassendiscriminatie, welke trachtten, door middel van onderwerping, vervolging en knechting van anderen, een hoogwaardig ras te scheppen. (…) Waarom is het noodzakelijk, dat er een Joodse Staat zij? Juist opdat er een einde kome aan die vorm van discriminatie en vervreemding, welke leidt tot de vervolging van een deel der mensheid. En wat een lijden heeft dit volk niet moeten dragen! Niemand onzer tijdgenoten heeft zulke zware lasten moeten torsen als zij."
– Enrique Rodríguez Fabregat, Uruguayaanse auteur en politicus. 1895 – 1976 n. Chr.
The Partition Plan: United Nations Debate on Partition. November 26, 1947. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël zal ons schenken, gelijk het de wereld immer heeft geschonken: den schat zijner duizendjarige kennis, onophoudelijk vernieuwd in het streven naar voortdurende verrijking; de heerlijke gaven zijner ziel, bloeiend in de zuiverste essence van kunst en letteren; het genie zijner technische kunde, opgevoerd tot een ongedroomde volmaaktheid; en zijn wonderbare levenswil, nogmaals bezegeld in de onvergelijkelijke triomfen na eeuwen van stil en gelaten lijden"
– Alfonso Francisco Ramírez Baños, Mexicaanse advocaat, auteur en politicus. 1896 – 1979 n. Chr.
Kaufman, E. (2023): Israeli-Latin American Relations. Page 140. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Met trots wens ik te wijzen op de nauwe verbondenheid van mijn eminente voorganger als leider der Australische Arbeiderspartij, wijlen Dr. H. V. Evatt, met de gebeurtenissen die voorafgingen aan de stichting van den Staat Israël onder auspiciën der Verenigde Naties. Ik deel met hem de stellige overtuiging, dat deze daad niet minder was dan een internationale daad van gerechtigheid jegens het Joodse volk. En met bewondering heb ik de schone verworvenheden aanschouwd, die deze jonge staat heeft weten tot stand te brengen."
– Arthur Calwell, Iers-Australische minister voor Immigratie (Labor). 1896 – 1979 n. Chr.
Australia Israel Labor Dialogue. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik, die mijn ganse leven gehoopt heb een der helpers te mogen zijn bij de wedergeboorte van het Joodse volk, prijs mijzelven gelukkig met dit voorrecht."
– Lewis Yelland Andrews, Australische koloniale ambtenaar in Palestina. 1896 – 1937 n. Chr.
Israel haYom (2013): Lewis Yelland Andrews, the Jews' forgotten friend. 15/4/2013. 13:45. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Joden en de Britten hebben één ding gemeen: een vast vertrouwen, dat al hun problemen eenmaal zullen worden opgelost. En dit vertrouwen heeft in onze harten een vlam ontstoken, welke geen vijand ooit zal kunnen doven. Van de behandeling der Joden, en van alle kleine minderheden, hangt de toekomst der mensheid af. (…) Al moge de oorlog ons program aangaande Palestina vertraagd hebben, zal, wanneer het Gode behaagt, een Joodse Staat worden gesticht, die evenzeer geluk en voorspoed zal brengen aan den Arabier als aan den Jood. (…) De verlossing der Joden uit hun vervolging is een zaak van niet minder gewicht dan eender welke andere strijd, dien wij voeren. Het Joodse vraagstuk zal nergens als opgelost gelden, totdat een nationaal tehuis in Palestina is opgericht. (…) Ik geloof dat elke onbevooroordeelde Engelsman dankbaar mag en zal zijn voor de gelegenheid, die zijn land geboden is, om de Schrift te vervullen en den Joodsen Staat in het Heilige Land te herstellen. (…) Gaarne zou ik mijn leven geven voor de stichting ener Joodse Staat in Palestina, gelijk ik bereid ben mijn leven te offeren voor het voortbestaan des Britse Rijks. (…) Wat er ook geschieden moge: de Joden moeten beschikken over een blijvend en onaantastbaar thuis"
– Victor Cazelet, Engelse/Britse parlementariër (Conservatieven). 1896 – 1943 n. Chr.
Cazelet. V. (1941): American Aid Called Essential. In: Los Angeles Times. May 17 1941. Page 7. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Cazelet. V. (1941): Palestine Is Held Example of Unity. In: New York Times. April 29 1941. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Cazelet. V. (1941): War Seen Holding Up Jewish State Plan. In: New York Times. April 17 1941. Page 7. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Robert Rhodes, J. (1976): Victor Cazalet. A portrait. Page 286. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De nieuwe Joodse staat zal een grote verlichting brengen voor die gedeelten van het wereldjodendom, die zo vreselijk geleden hebben. (…) Het schijnt noodzakelijk, na de uitroeiing van zes miljoen Joden in onderscheiden Europese landen, dat er althans in één land der aarde maatregelen worden getroffen om het Joodse volk voorgoed te bevrijden van de beperkingen en angsten, die hem door den minderheidsstatus zijn opgelegd. De boosheid der Hitlerse rassenpolitiek (…) heeft op onloochenbare wijze de absolute noodzakelijkheid van een Joodsen staat aan het licht gebracht."
– Lester Pearson, premier van Canada. 1897 – 1972 n. Chr.
Tauber, E. (2002): Personal Policy Making. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Het spreekt vanzelf, dat Uruguay Israël steunt in zijnen politieke strijd. Wat dit volk gedurende den oorlog in Europa heeft moeten doorstaan, werd gevolgd door nieuwe angst en beproeving; en toen het Joodse volk na den Holocaust opstond om zijnen vrijheidsstrijd aan te vangen, was het hart onzes volks met hen verbonden. De strijd van Israël is een strijd der rechtvaardigheid, en eerlijkheid en gerechtigheid zijn de enige waarborgen voor het voortbestaan van kleine landen in deze moderne en complexe wereld."
– Luis Batlle Berres, president van Uruguay. 1897 – 1964 n. Chr.
Kaufman, E. (2023): Israeli-Latin American Relations. Page 138. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De vraag waarom het hier gaat, raakt niet enkel de politieke en economische ontwikkeling van een klein land, waarvoor wij het bestuur dragen. Het betreft morele en geestelijke kwesties van grote betekenis. Het is dan ook geen wonder, dat de meningen hieromtrent de grenzen der politieke partijen overstijgen. Voor mij is dit een zaak des gewetens — en alleen het geweten mag ons hier den weg wijzen. Wij allen hebben verklaard, aan welke zijde wij staan; en van mijne zijde, sprekende slechts voor mijzelf, moet ik erkennen, dat ik aan de zijde der zionisten sta."
– James Henderson-Stewart, Schotse bankier en Britse parlementariër (Nationaal-Liberalen). 1897 – 1961 n. Chr.
House of Commons (1946): Palestine. Debated on 1 August 1946. HC Deb 01 August 1946 vol 426 cc1232-317. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Israëls ontwikkeling is een onschatbare bijdrage tot den vooruitgang der mensheid. (…) Israël is een volwassen, moderne staat geworden, vergelijkbaar met eender welke andere natie ter wereld.”
– Aneurin Bevan, Welshe gezondheidsminister (Labour). 1897 – 1960 n. Chr.
Jewish Telegraphic Agency (1954): British Labor Leader Calls for Support of Israel’s Development. June 17 1954. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Eindelijk werd in de jaren 1948–1949 de droom — waarvan sommigen meenden dat hij dood en begraven was — werkelijkheid in de gestalte van den Staat Israël, den onafhankelijk en soeverein geworden Staat Israël. Zelfs toen heb ik het nimmer voor mogelijk gehouden, dat ik hier zou staan, mijn voeten op den heiligen bodem dezes lands geplaatst. (…) Toen gij hier kwaamt, was deze streek een dorre wildernis, met niets dan steen en rots overal rondom. Maar gij hebt hen verwijderd. Gij hebt aarde aangevoerd van verre streken, en wat eens woestenij was, hebt gij herschapen in een vruchtbaar veld, waarop gij thans vele soorten gewassen verbouwt, waarvan men zeide dat zij slechts in tropische gewesten konden gedijen, gelijk in ons Malawi."
– Hastings Kamuzu Banda, president en premier van Malawi. 1898 – 1997 n. Chr.
Banda, H. (1968): Address to the Knesset on May 27 1968. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“In den loop der jongste gebeurtenissen ben ik met geheel mijn ziel bij u geweest — diep bewogen en bezorgd — en thans juich ik en salueer ik de schitterende overwinning van Israël. (…) Ik ben een vurig voorstander van een volstrekte vriendschap tussen Amerika en Israël, en mijne hartelijke neiging voert mij ertoe, in alle politieke aangelegenheden de zijde van Israël te kiezen. (…) [Ik heb aldaar] vele oude en dierbare vrienden; en daarom is Israël het enige land, waar ik begeren zou ene lezing te houden. (…) Ik behoef u niet te zeggen, met welke warme sympathie mijn gemoed jegens Israël en zijn vijfentwintigste levensjaar is vervuld. (…) Mij rest niets dan uw jong, oud, wonderbaarlijk klein land mijn innige gelukwensen over te brengen."
– Vladimir Nabokov, Russisch-Amerikaanse auteur en dichter. 1899 – 1977 n. Chr.
Zavyalov-Leving (1997): Samuel Izrailevich. Page 16. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Leving, Y. (2012): Nabokov’s Jewish Family. In: Tablet. December 17, 2012. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Shapiro, G. (2019): THE BENEFICIAL ROLE OF JEWS IN VLADIMIR NABOKOV’S LIFE AND CAREER. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Letter to Ambassador Levavi dated 9 October 1973. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik vreesde dat in Israël het zoete en verraderlijke heimwee loerde, vergaderd als een droeve schat gedurende de eeuwen der verstrooiing — in de steden der ongelovigen, in de getto’s, onder de zonsondergangen der steppen, in dromen: het heimwee van hen die naar u verlangden, o Jeruzalem, aan de wateren van Babylon. Wat waart gij, Israël, anders dan deze nederigheid, deze wil om te midden der wisselende gestalten des tijds uw magisch Boek, uwe heilige feesten en uwe eenzaamheid met God te bewaren? (…) Gij hebt den mens niet gelokt met tuinen noch met goud, noch met de leegte des gouds, maar met arbeid, o belegerd land. Zonder woorden sprak Israël tot hen: Vergeet wie gij waart, vergeet den man dien gij waart in de landen die u hunne ochtenden en avonden schonken, en waarheen gij niet terug moogt verlangen. Gij zult de taal uwer vaderen vergeten, en de taal van het Paradijs leren. Gij zult een Israëliet zijn, een soldaat; gij zult een land doen verrijzen op braakliggend terrein, gij zult het wekken uit de woestijn. Uw broeder, wiens aangezicht gij nimmer aanschouwd hebt, zal aan uwe zijde arbeiden."
– Jorge Luis Borges, Argentijnse dichter en essayist. 1899 – 1986 n. Chr.
Borges, J.L. (1974): In Praise of Darkness. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“[De Joden] beheersen omstreeks tachtig percent der Irakese handel. Op den zaterdag, hunnen wettigen rustdag, gelijken de markten van Irak op een kerkhof, daar het merendeel der winkels en handelshuizen — die ten slotte in Joodse handen zijn — dan gesloten blijft. De Joden zijn het beste ras in het heiligen van hunnen rustdag. (…) De Joden zijn schrander en vlijtig; zelden treft men onder hen een ledigganger aan. (…) Palestina, hun Nationaal Tehuis, [is] de enige plaats, waar zij in de toekomst in vrede zullen kunnen leven."
– Yusuf Malek, Assyrisch-Irakese politicus. 1899 – 1959 n. Chr.
Malek, Y. (1932): The British Betrayal of the Assyrians. Chapter IX. Page 56 & 67. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Gelijk de Joden beschikken ook de Chinezen over een duizenden jaren oud cultureel erfdeel. Gelijk de kinderen Israëls zijn ook mijne landgenoten verspreid over de vier windstreken. Gelijk uw volk is ook het mijne vertrouwd met ontbering, en daarom vermag het een langdurigen oorlog van verzet te voeren, zelfs zonder te beschikken over de stoffelijke goederen die elders in de wereld als onmisbaar worden beschouwd. Ik ben er ten volle van overtuigd, dat de vierhonderd en vijftig miljoen zielen in China de wrede en stelselmatige onderdrukking der Joden in Europa volmondig zullen afkeuren — daar zij hetzelfde lot ondergaan als miljoenen mijner landgenoten, die elf jaren lang in de bezette gebieden de meest onmenselijke wreedheid hebben geleden en zwijgend de zweepslagen der Japanse dwingelandij hebben verdragen."
– Liu Shishun, Chinese ambassadeur in Canada. 1900 – 1996 n. Chr.
Baron, J. L. (1943): Stars and Sand. Jewish Notes by Non-Jewish Notables. Page 516. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De naties des werelds mogen nimmer opzettelijk een hardwerkende en rechtschapen gemeenschap — die in het land harer vaderen een eigen cultuur heeft gesticht, bezield door een diepen en ontembaren volksgeest — ten dode opschrijven. (…) De schepping van een Joodsen Staat is een daad van herstelling, welke de mensheid verschuldigd is aan een onschuldig en weerloos volk, dat tweeduizend jaren lang onder vernedering en martelaarschap heeft geleden."
– Jorge Garcia Granados, Guatemalteekse diplomaat. 1900 – 1961 n. Chr.
Document 6: Speech by Dr. Jorge Garcia Granados to the UN General Assembly. In: Jacon Blaustein Institute for the Advancement of Human Rights (2008): The 1947 United Nations Decision to Partition Palestine. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik zou wensen, dat ik onder u kon zijn en wonen mocht in deze schone stad [Jeruzalem]. (…) Het allerschoonste in uw land zijn de ogen der Israëlische kinderen. Ik heb vele landen bezocht, doch nergens heb ik zulke schone kinderogen aanschouwd."
– Marlene Dietrich, Pruisisch/Duits-Amerikaanse actrice en zangeres. 1901 – 1992 n. Chr.
Buckard, C. (2008): Von Kopf bis Fuß auf Zion eingestellt. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Indien er een Jodenvraagstuk bestaat, dan is neutraliteit ondenkbaar. Ik ben een filosemiet — laat het bekend zijn. (…) Wellicht was Israël het enige volk in het Morgenland, dat God ten volle ernstig nam. Martelaarschap was niet absurd, want de martelaar getuigt van God; militaire moed daarentegen was absurd, want de uiteindelijke overwinning hangt slechts af van God alleen. De mens werd niet geboren om de heidenen te veroveren, uit te roeien of te bekeren, maar om tezamen te komen, ten einde gezamenlijk den Eeuwigen te prijzen. Het zwaard van den Islam zal door hetzelfde zand worden bedekt als de Macedonische speren en de Romeinse standaarden: God alleen — en de Lering Gods. (…) God is nog immer daar; en zo ook de Bijbel, de nationale letteren der Israëlische Staat. (…) [Israël] is thans het bewapende volk, het symbool ener metamorfose, die een gemeenschap van intellectuelen en kooplieden herschiep tot een natie van weerboeren; doch de landbouwers der kibboets zijn geen landbouwers gelijk anderen, deze strijders zijn geen soldaten gelijk anderen, en deze natie is niet als de oude naties van Europa, noch als de volkeren van Amerika, gevormd uit ontwortelde energieën. Israël verenigt duizendjarige appellen en koppig rationalisme, en verbindt de stichting zijner Republiek onder de bescherming van Lord Balfour met den wederkeer naar het Beloofde Land onder de leiding des Messias."
– André Malraux, Franse minister of Informatie en van Culturele Zaken. 1901 – 1976 n. Chr.
Cohen, G.D. (2021): Western European Philosemitism and the Nakba in the 1950s. In: Bartov, O. (2021): Israel-Palestine. Lands and Peoples. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Malraux, A. (1955): Préface. In: Bidermanas, I.: Israël. [Vanuit het Frans vertaald door C. Nooij].
(OPGELET: MacDonald verbood migratie naar Palestina, waardoor de Europese Joden ten dode opgeschreven waren)
"Indien na 1918 geen enkele Jood naar Palestina ware getogen, meen ik dat de Arabische bevolking van Palestina heden ten dage [in 1938] nog rond de zeshonderdduizend zielen zou hebben geteld, gelijk onder de Turkse heerschappij het geval was. Het is aan de komst der Joden te danken — die moderne gezondheidsdiensten en andere weldaden met zich brachten — dat Arabische mannen en vrouwen, die anders tot de doden zouden hebben behoord, thans leven, en dat Arabische kinderen, die anders nimmer adem gehaald zouden hebben, geboren konden worden en zich sterken. Niet slechts de Joden hebben baat gehad bij de Balfour-verklaring. De Arabieren mogen het zo dikwijls loochenen als zij willen, maar in stoffelijk opzicht hebben zij aanzienlijk geprofiteerd van de Balfour-verklaring."
– Malcolm MacDonald, Schotse-Britse gouverneur-generaal van Kenia en gezondheidsminister. 1901 – 1981 n. Chr.
UK Parliament (1938): Palestine. Debated on Thursday 24 November 1938. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het Amerikaanse volk, dat immer vurig is geweest waar het de zaak der menselijke vrijheden betreft, heeft de Joodse inspanningen om de banden met hun oud vaderland te hernieuwen en om de Joodse cultuur op den bodem, waar zij eeuwenlang bloeide en vanwaar zij zich naar alle hoeken des werelds verspreidde, met sympathieke belangstelling aanschouwd en met concrete maatregelen ondersteund. (…) Het was toen, dat het grootse Joodse volk zijn welverdienden rang onder de volkeren verkreeg, na zich, ondanks verstrooiing, achtervolging en vervolging, eeuwenlang te hebben staande gehouden. De stichting van Israël bracht voor het eerst de dynamische beginselen van vrijheid en democratie in het Midden-Oosten binnen. Zij schonk den landstreek den wil en de vastberadenheid om het juk der primitieve horigheid af te werpen. (…) Hieruit is een nieuwe natie geboren, toegewijd aan het Bijbelse geloof in het Vaderschap Gods en het broederschap der mensen. De Republiek Israël is als de bloedbaan des levens: gelijk rode bloedlichaampjes, die de ziekten bestrijden welke deze geteisterde wereld teisteren, vervult Israël krachtig zijn rol in het overstijgen der hartstochten des mensen. Israël vertegenwoordigt het idee van den dag van morgen in een wereld van gisteren."
– Richard H. Balch, Amerikaanse zakenman en politicus uit New York (Democraten). 1901 – 1981 n. Chr.
Richard H. Balch at the Dinner Session of the Department of New York Jewish War Veterans' Convention. South Pallsburg, N.Y., June 5, 1953. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De meeste der hedendaagse Arabische landen verkregen hunne vrijheid na den oorlog van 1914–1918, of na den oorlog van 1939–1945. Doch luister naar de woordvoerders der Arabieren, en men zou haast geloven, dat zij bedrogen zijn — omdat zij bovendien niet ook nog Israël zouden hebben ontvangen. Israël beslaat slechts twee tienden van één percent van het gebied, waarop de Arabische staten zijn gesticht. Geen rechtvaardig man zou het den Joden hun eigen beloofde land kunnen misgunnen, indien hij overweegt, dat voor iedere twee hectaren, die Israëlisch werden, er maar liefst duizend Arabisch werden... Waarom is er dan een Arabisch vluchtelingenprobleem? De olierijke landen beschikken over overvloedige middelen. Er is ook land te over, en de Israëliërs bezitten de kennis en de kunde om te tonen hoe men het vruchtbaar en bloeiend maken kan. Telt men dit alles bijeen, dan moet de slotsom zijn, dat het probleem opgelost kan worden."
– Sir Robert Balfour, Schotse edelman. 1902 – 1968 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De natie Israël is eenig in haar lijden. Zij is enig in hare prestaties, in haren terugkeer tot en hare wederopbouw van het vaderland. (…) Zij zal enig zijn in hare toekomst — en deze toekomst, zo leert ons het christelijk geloof, zal in innigen samenhang staan met de toekomst der Kerk."
– Kurt Scharf, Pruisische/Duitse bisschop. 1902 – 1990 n. Chr.
Gronauer, G. (2013): Attitudes in West German Protestantism towards the State of Israel 1948-1967. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Lang voordat de term ‘zionisme’ in gebruik kwam, leefde in de Joodse wereld een geheime zekerheid: eens zou Israël als staat herrijzen. Er zou een einde komen aan de onwaardige toestand, die Heine vol ironie inenkele woorden schetste: ‘Het vaderland van de Joden, dat zijn de andere Joden’. (...) Het kost ons moeite het ‘wonder-Israël’ te zien; misschien omdat wij ternauwernood in wonderen geloven. Het eerste ontginningswerk door een handvol pioniers, verdere toestroming van immigranten, de ontwikkeling van velerlei gemeenschapsvormen bestemd om het latere staatsverband te dragen, ontsluiting van nieuwe landbouwgebieden, de bouw van grote steden, een grootscheepse cultuurpolitiek, de vorming van een krachtig leger, de stichting van de staat Israël in 1948 en het terugslaan van alle belagers - dit alles verrichtte een volk van anderhalf miljoen of de helft daarvan, in de eerste jaren der onafhankelijkheid. Wij zijn in het internationale vlak gewend geraakt aan de enorme dimensies van territoriale machtscomplexen, aan miljoenenlegers en wapenarsenalen van ongekende omvang. Anderhalf miljoen mensen op schrale grond, zonder de ruggesteun van minerale reserves of moderne grootindustrie, leggen, theoretisch beschouwd, geen gewicht in de schaal. Maar plotseling werd hun nieuwbakken staat een machtskern, een beslissende factor in het machtsevenwicht van het Midden-Oosten, een knooppunt in de ‘grote politiek’. Een wat onwezenlijke situatie, die herinneringen oproept aan de tekenfilms waarin Mickey Mouse als een dwerg tussen reuzen rondwandelt, gevaren trotserend en telkens op het juiste moment ontsnappend. De werkelijkheid doet voor geen tekenfilm onder. Een klein volk van anderhalf miljoen, zonder grote hulpbronnen, bleek over voldoende energie en idealisme te beschikken om een vacuüm van tweeduizend jaar op te vullen.”
– Pieter Jan Bouman, Nederlandse auteur and socioloog. 1902 – 1977 n. Chr.
Bouman, P.J. (1959): Vijfstromenland. Balans der werelddelen. Page 264-267.
(OPGELET: Mildenstein bezocht het Joodse Palestina als lid van de nazipartij en de SS)
"Hier, [in Tel Aviv], wonen alleen Joden; hier arbeiden alleen Joden; hier handelen, baden en dansen alleen Joden. (…) De gedrongen gestalte van den [Palestijnsen Jood] Goerion treedt ons in het maanlicht tegemoet. Hij past bij dezen bodem. De aarde heeft hem en de zijnen herschapen. Deze nieuwe Joden zijn een nieuw volk."
– Leopold von Mildenstein, Oostenrijkse schrijver en SS-auteur. 1902 – 1968 n. Chr.
Meier, A. (2014): Die Artikelserie "Ein Nazi fährt nach Palästina". [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
“Ik heb over het Joodse vraagstuk nagedacht en kwam tot de slotsom, dat de enige oplossing de zionistische oplossing is. Lang vóórdat ik Palestina bereikte, wist ik reeds, waarnaar de Joden streefden, begreep ik, wat zij nodig hadden, had ik inzicht in hun streven en wist ik, dat zij in het recht stonden. (…) Ik beschouw het als een voorrecht, dat ik u mag bijstaan in uwen strijd. Ik geloof, dat het gehele bestaan der mensheid slechts gerechtvaardigd is, zolang het gegrondvest is op den morelen bodem des Bijbels. Een ieder, die tegen u en uwe onderneming zijne hand verheft, moet worden bestreden. (…) Ik zal met u strijden tegen al deze machten. Doch gedenkt: het is uw eigen strijd. Mijne bijdrage — waarvan ik zeg, dat het mij een eer is deze te mogen leveren — strekt enkel om u ter zijde te staan."
– Orde Wingate, Engelse/Britse bevelhebber van de Special Night Squads. 1903 – 1944 n. Chr.
Israel My Glory: Charles Orde Wingate. December 1992/January 1993. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wij hebben met trots den groten constructieven arbeid der Joodse gemeenschap in Palestina gevolgd, wetende dat een aanzienlijk deel dier gemeenschap bestaat uit Joden, afkomstig uit Polen, die eens burgers waren der Poolse Republiek. (…) Wij weten, dat een groot deel van het Joodse volk Palestina beschouwt als zijn nationaal tehuis, waar het een eigen nationaal leven wenst op te bouwen. In het licht onzer eigene nauwe historische verbondenheid met het Joodse volk, kunnen wij niet anders dan met deze ambities diep sympathiseren. (…) De heroprichting van een Joodsen staat, meer dan tweeduizend jaren na diens ondergang, is een feit van zulk een historische draagwijdte, dat het een wereldwijde belangstelling verdient. Mijne afvaardiging en mijne regering begroeten deze gebeurtenis met vreugde en zijn zich ten volle bewust van haar groot historisch belang."
– Oskar R. Lange, Duits-Poolse econoom en diplomaat. 1904 – 1965 n. Chr.
Future government of Palestine – GA debate – Verbatim record. Held in the General Assembly Hall at Flushing Meadow, New York, on Wednesday, 26 November 1947, at 3 p.m. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het is waarlijk een moeilijke zaak voor de overige naties des werelds om te bestaan in de tegenwoordigheid der Joden. Het is hinderlijk, ja, uiterst onaangenaam. De Joden brengen de wereld in verlegenheid, doordien zij het onvoorstelbare hebben volbracht. (…) Zij treden de wetten der geschiedenis met voeten door in leven te blijven, hetgeen haaks staat op het gezond verstand en de schijnbare bewijslast der historie. Zij hebben al hun vroegere vijanden overleefd — grote rijken als het Romeinse en het Griekse niet uitgezonderd. Zij wekten de gramschap des werelds door na tweeduizend jaren ballingschap en na den moord op zes miljoen hunner broeders en zusters, terug te keren naar het vaderland hunner vaderen. Zij brachten de mensheid tot wanhoop door, haast in een oogwenk, een democratische staat te stichten — iets waartoe anderen niet eens in een eeuw vermogen toonden. (…) In elke vooruitstrevende onderneming der mensheid — hetzij in wetenschap, geneeskunde, psychologie of welk ander gebied ook — hadden zij hun aandeel, in een mate die geenszins in verhouding stond tot hun getal. (…) Zo besloten de naties des werelds hun uiterste best te doen om de Joden dwars te liggen. Hun doel: te bewijzen dat ook de Jood immoreel zou zijn, even schuldig aan bloedbaden en volkerenmoord als zij zelve. (…) Dit alles slechts om te verbergen, ja te vergoelijken, dat zij niet eens hunne stem verhieven toen zes miljoen Joden naar de slachthuizen van Auschwitz en Dachau werden gevoerd — om aldus de morele verwijten, waaraan de Joden hen herinneren, uit te wissen. En zij vonden een weg daartoe. (…) Indien er op deze aarde een eer bestaat die ik begeren zou, dan ware het de eer om als Joods ereburger erkend te worden."
– A.L Rowse, Cornish historicus en auteur. 1903 – 1997 n. Chr.
Steinberg, D. (2008): Reflexions. Page 26-28. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
(OPGELET: Lucien Rebatet was tevens een beruchte Jodenhater)
"De zaak van Israël is de zaak van alle westerlingen. Ik zou mij zeer verwonderd hebben, indien iemand mij in het jaar 1939 voorspeld had, dat ik eenmaal den wens zou koesteren, dat een zionistisch leger den zege behalen mocht. Doch heden ten dage beschouw ik deze oplossing als redelijk. (…) Mij vermaakt het historisch paradoxum, dat ertoe heeft geleid, dat de Joden van Israël thans alle patriottische, zedelijke en militaire waarden verdedigen, waartegen zij eertijds, gedurende een ganse eeuw, zo fel hadden gestreden in hunne gastlanden."
– Lucien Rebatet, Franse auteur en journalist. 1903 – 1972 n. Chr.
Bloch, M. (2010): Mémoire. L'extrême-Droite Française Face À La Question Israélienne. Page 33. [Vanuit het Frans vertaald door C. Nooij].
“Ik ben er thans ten volle van overtuigd, dat de Joden, met hunne moderne denkbeelden en hunne moderne werktuigen, van veel groter nut voor ons zijn dan een land, dat — om het zacht uit te drukken — in zekere mate achterlijk is. (…) Laat ons niet vergeten, dat de Joden voor ons van steeds groter nut zijn, daar zij de grote uitvinders en wetenschapslieden der mensheid zijn, en ons gedurende den oorlog reeds oneindig veel dienst bewezen hebben. (…) Gedurende vijfentwintig jaren heb ik de overtuiging gekoesterd, dat zij een eigen tehuis moeten hebben. Nu de vervolging der Joden voortduurt, ben ik meer dan ooit overtuigd, dat Palestina het hoofdcentrum moet zijn, alwaar zij zich vestigen mogen. (…) Een ieder moet inzien, dat de Joden zich in Palestina niet waarlijk gelukkig of veilig zullen gevoelen, tenzij zij de zekerheid genieten, dat wij hen immer en met billijkheid steunen zullen. Sinds de komst der Joden in Palestina zijn ook de Arabieren aldaar beter af dan ooit tevoren: honderdduizenden zijn naar Palestina gekomen, daar zij aldaar meer werk, beter comfort en betere toekomstmogelijkheden vonden."
– William Teeling, Ierse/Britse parlementariër (Conservatieven). 1903 – 1975 n. Chr.
UK Parliament (1946): Palestine. Volume 419. Debated on Thursday 21 February 1946. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Een onlosmakelijk bestanddeel der raciale geschiedenis der Mediterrane volkeren vormt de geschiedenis der Joden, die zich over de ganse aarde verspreid hebben en wier culturele positie binnen de gelederen van het blanke ras ene enige is. (…) De Kinderen Israëls, die aan de hedendaagse Joden ten grondslag liggen, leefden sedert omstreeks 1200 vóór Christus onafgebroken en uitsluitend in Palestina. (…) De oorspronkelijke Kinderen Israëls moeten bruinharige Mediterranen geweest zijn, gelijk de meeste Arabieren en Mesopotamiërs. (…) Aangezien de etnische solidariteit der Joden bekend staat om hare kracht en standvastigheid, schijnt het Joodse uiterlijk een der meest zichtbare en gemakkelijkst te onderkennen kenmerken te zijn binnen de rassenfamilie der blanken."
– Carleton S. Coon, Amerikaanse anthropoloog. 1904 – 1981 n. Chr.
Carleton, S.C. (1939): The Races of Europe. Page 432. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Wij, als christenen, dienen dit volk, dat zulk een sterke gelijkenis met den Heiland vertoont, hoog in ere te houden. Het beeld der Joden als een onderdrukt en geteisterd volk, dat over de wereld zwerft, veracht en verworpen, moet ons doen denken aan die heilige woorden van Jezus omtrent de armen en behoeftigen: 'Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan.' (Matttheüs 25:40).”
– Basilea Schlink, Hessische/Duitse lutherse non. 1904 – 1981 n. Chr.
Brown, M.L. (1992): Our Hands Are Stained with Blood. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Israël ontwikkelt het toonbeeld ener socialistische maatschappij, waarnaar wij in onze Franse partij streven. (…) Wij kennen het volk Israël ten volle. Wij weten van zijnen moed en zijne vastberadenheid; van den moed, waarmede de Israëlieten zich dag aan dag wijden aan de verbetering van den dorren bodem; van den moed, waarmede zij, omsingeld door vijandige bevolkingen, de onschendbaarheid van hun grondgebied handhaven. Wij weten van hunne toewijding aan de rechten des mensen en de grondbeginselen der democratie — beginselen, waarvan zij, meer dan enig ander volk, de ware waarde kennen."
– Guy Mollet, premier van de Franse Republiek. 1905 – 1975 n. Chr.
Turner, B. (2012): Suez 1956. The Inside Story of the First Oil War. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
US Department of State (1949): Near and Middle Eastern Series. Page 140. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik heb immer gewenscht, dat het Joodse vraagstuk zijne oplossing zou vinden binnen het raamwerk der gehele mensheid, en ik verlang dit nog steeds. Doch aangezien geen enkele sociale ontwikkeling het stadium der nationale onafhankelijkheid vermijden kan, dienen wij ons te verheugen, dat een autonome Israëlische staat den hoop en den strijd van Joden over de gehele wereld heeft gelegitimeerd. (…) Voor de Joden betekent dit de kroon op hun lijden en hun heldhaftigen strijd; voor ons allen betekent het een concreten vooruitgang op den weg naar een mensheid, waarin de mens zelf de toekomst zal zijn van den mens.”
– Jean Paul Sartre, Elzassische/Franse filosoof. 1905 – 1980 n. Chr.
Contat, M. & Rybalka, M. (197): Les Écrits de Sartre. [Vanuit het Frans vertaald door C. Nooij].
“Daar Jezus Christus de beloofde Messias was van het Israëlitisch-Joodsche volk, reikt de reeks onzer vaderen terug tot vóór de verschijning van Jezus Christus, tot aan het volk Israël zelve. De geschiedenis van het Avondland is, naar Gods wil, onlosmakelijk verbonden met het volk Israël — niet slechts in genetischen zin, maar in ene oprechte en onafgebroken ontmoeting. (…) Een verdrijving der Joden uit het Avondland zou noodzakelijk leiden tot de verdrijving van Christus zelven met hen, want Jezus Christus was een Jood."
– Dietrich Bonhoeffer, Silezische/Duitse pastoor die zich tegen het nazisme verzette. 1906 – 1945 n. Chr.
Neuhaus, R.J. (2006): Bonhoeffer Today. In: A Monthly Journal of Religion and Public Life. Page 65. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De Joden hebben reeds meer dan dertig jaren gewacht op [de verwezenlijking eens Joodse Staats], en het ware onrechtvaardig hen nog langer te doen wachten. Het Joodse volk heeft in den loop zijner eeuwenlange geschiedenis talloze ontberingen moeten doorstaan, waarvan de Holocaust het smartelijk dieptepunt vormde. Rechtvaardigheid eist, dat dit volk een eigen vaderland verwerve. In een gewest van zulk een vitaal belang als het Nabije Oosten is het van hoog gewicht, dat aldaar een natie zij, toegewijd aan de beginselen van democratisch bestuur. (…) [Stelt ge u] een volk [voor], dat zich geheel toewijdt aan het democratisch ideaal. De nieuwe Joodse Staat kan deze plaats innemen; wij behoren haar te versterken in hare kindsheid door middel van ene onmiddellijke erkenning.”
– Clark Clifford, Amerikaanse minister van Defensie. 1906 – 1998 n. Chr.
Acacia, J. (2009): Clark Clifford. The Wise Man of Washington. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
''Het zou wel eens het geval kunnen zijn, dat Israël — en niet de Verenigde Staten — den besten hoop biedt voor den opbouw ener rechtsorde, die de burgerlijke vrijheden vermag te beschermen tegen de aanspraken der nationale veiligheid. Want het is Israël, dat gedurende de laatste veertig jaren werkelijk en ernstig met veiligheidsbedreigingen te kampen heeft gehad, en dat ook in de voorzienbare toekomst voor dergelijke dreigingen voorbeschikt schijnt te zijn. De naties des werelds, die eensklaps zulke veiligheidsbedreigingen het hoofd zullen moeten bieden, zullen dan zien naar Israëls ervaring in het omgaan met diens voortdurende veiligheidscrisis, en het is niet ondenkbaar dat zij in die ervaring de kundigheid zullen vinden om onterechte veiligheidsaanspraken af te slaan, en den moed zullen putten om de burgerlijke vrijheden te bewaren, gelijk Israël deze bewaard heeft, zonder daarbij aan de eigen veiligheid afbreuk te doen."
– Justice William J. Brennan, Iers-Amerikaanse rechter. 1906 – 1997 n. Chr.
Dershowitz, A. (2008): Israel's Gift to the World. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Om den verbannen Joden hun verloren nationaliteit terug te schenken, ondernamen de Britten, met steun van den Volkerenbond, de taak om het oude Hebreeuwse land, Palestina, te herstellen met zijne lang verlorene kinderen. De Joden hadden hun ras, hunne religie, hunne cultuur en hunne taal bewaard; en het enige dat zij begeerden, was hun natuurlijk gebied te herkrijgen, opdat hunne nationaliteit ten volle voltooid kon worden. De wederopbouw der Hebreeuwse natie in Palestina is niet anders dan de bevestiging van het eeuwige feit, dat land, ras, religie, cultuur en taal onmiskenbaar tezamen moeten bestaan om het nationale ideaal tot volle gestalte te brengen."
– Madhav Sadashiv Golwalkar, Marathische/Indiase nationalist. 1906 – 1973 n. Chr.
Elst, K. (2001): The Saffron Swastika. Page 159-160. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Toe te laten dat het antisemitisme binnen de Verenigde Naties om zich heen grijpt, ware niets minder dan den weg te banen voor een nieuw hitleriaans tijdperk in de wereldgeschiedenis. Wij kunnen berouw betuigen over de vroegere christelijke zonden jegens de Joden, doch wij, christenen, zouden beter doen door ons ernstig te beijveren te verhinderen, dat de Holocaust — de moord op zes miljoen Joden — ooit wederom plaats grijpt."
– John B. Sheerin, Iers-Amerikaanse katholieke redacteur en columnist. 1907 – 1992 n. Chr.
Banki, J.H. (????): The UN's Anti-Zionism Resolution. Christian Responses. Page 12. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wij hebben slechts één morele verplichting in het Midden-Oosten, en die geldt Israël. Wij moeten volstrekt duidelijk maken, dat wij, ook indien wij ons militair uit het Midden-Oosten zouden terugtrekken, ons niettemin verplicht weten Israël te verdedigen tegen elken aanval van buitenaf. Ik wil, dat dit van meet af aan, voorafgaand aan al wat wij ondernemen, vastgelegd en bekrachtigd worde."
– Richard Crossman, Engelse/Britse minister van huisvesting en lokaal bestuur (Labour). 1907 – 1974 n. Chr.
UK Parliament (1958): Middle East. Volume 591. Debated on Wednesday 16 July 1958. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Joodsche natie bezit het onvervreemdbaar recht op het land, waaruit zij eertijds verdreven werd. (…) Polen heeft een historisch belang bij de stichting eens Joodse Staats in Palestina."
– Ksawery Pruszyński, Poolse diplomaat. 1907 – 1950 n. Chr.
Kozłowski, M. (2004): Polska - Izrael: Przeszłość, Dzień Dzisiejszy, Perspektywy. Zeszyty Akademii. Page 7. [Translated by Irena Kalhousová]. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Szaynok, B. (2009): “Israel” in the Events of March 1968’, in 1968: Forty Years After. (Polin Vol. 21). Page 18. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“(OPGELET: Tixier-Vignancour bekleedde een secretarispost binnen de collaborerende Vichy-regering)
“De stichting van Israël is waarlijk de terugkeer eens verstrooide volks... niets is natuurlijker. (…) Nimmer zou de Joodse Staat ook maar enige daad of enige neiging tot imperialisme hebben getoond, indien tussen 1948 en 1968 geen schoten op hare grenzen ware gevallen.”
– Jean-Louis Tixier-Vignancour, Franse advocaat en politicus. 1907 – 1989 n. Chr.
Wajsman, P. & Teissedre, R.F. (1969): Nos politiciens face au conflit israélo-arabe. Page 63-64. [Vanuit het Frans vertaald door C. Nooij].
"Mijne landgenoten koesteren grote bewondering voor den vooruitgang, door uw volk geboekt. Gij zijt gestuit op ontzaglijke problemen der economische overleving en hebt deze overwonnen. Gij hebt de gehele wereld getoond, hoe wetenschap en technologie kunnen aangewend worden ten bate van de verbetering des menselijken levens op deze aarde. Heden ten dage is Israël een onmisbaar en welvarend land geworden, een levend symbool van den moed en de kracht zijns volks."
– Lyndon B. Johnson, president van de Verenigde Staten. 1908 – 1973 n. Chr.
Johnson, L.B. (1964): Remarks of Welcome at the White House to Minister Eshkol of Israel. June 1, 1964. In: United States President (1965): Public Papers of the Presidents of the United States - Volume 1. Page 377. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het Joodse volk is gedurende een aanzienlijke periode der geschiedenis nauw verbonden geweest met het land Palestina. (…) In den jongsten wereldoorlog heeft het Joodse volk uitzonderlijk leed en smart ondergaan. Zonder enige overdrijving kan worden gezegd, dat dit leed onbeschrijflijk is. Het valt zwaar, deze verschrikkingen te herleiden tot de droge cijfers der statistiek omtrent de Joodse slachtoffers der fascistische agressors. De Joden, woonachtig in de gewesten onder het bewind der hitlerianen, waren onderworpen aan een nagenoeg volledige fysieke uitroeiing. (…) Het feit, dat geen enkele West-Europese staat in staat was gebleken om de bescherming der grondrechten harer Joodse ingezetenen te waarborgen, verklaart den vurigsten drang der Joden om een eigen staat te stichten. Het ware onrechtvaardig het Joodse volk dit recht te ontzeggen."
– Andrei Gromyko, Wit-Russische minister BuZa van de Sovjet-Unie. 1909 – 1989 n. Chr.
Document 8. In: Jacon Blaustein Institute (2008): The 1947 United Nations Decision to Partition Palestine. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Wistrich, R.S. (1990): Anti-Zionism and Antisemitism in the Contemporary World. Page 20. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Israeli Foreign Ministry (1975):Speech to the United Nations General Assembly, by Ambassador Chaim Herzog, November 10, 1975. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik verwachtte waarlijk, dat ik de Israëliërs verlamd zou aantreffen, gelijk de Fransen dat waren in het jaar 1939, wachtende op hunne vernietiging. Doch bij mijn aankomst werd het mij spoedig duidelijk, dat, ofschoon hun gemoedstoestand thans uiterst ernstig is geworden, zij niettemin niet in paniek verkeren. Sterker nog, hetgeen het meest in het oog springt met betrekking tot Israël, is hoezeer het een zich bewegende maatschappij is: zozeer actief zelfs, dat men den indruk verkrijgt van een land dat groeit en zich omhoog stuwt. Weliswaar zijn de machten die deze groei kunnen bedreigen aanwezig in de geesten der Israëlieten, doch zij worden geabsorbeerd door de praktische zorgen des dagelijkschen levens. (…) Israël gelijkt zo min mogelijk op Frankrijk, of op enig ander Europese land, tenzij wellicht op Groot-Brittannië in het jaar 1939; want gelijk Groot-Brittannië destijds, verenigt Israël het besef ener onverwoestbare lotsbestemming met een vaste bereidheid om af te rekenen met hetgeen komen zal. (…) Men zou zich kunnen afvragen, of het wijs is van de Israëliërs zozeer aan te dringen op de herinnering aan de verschrikkingen der Holocaust; wellicht dunkt het sommigen een hedendaagsen wederkeer des Klaagmuurs. Toch meen ik dat zij daarin het gelijk aan hun zijde hebben, om de eenvoudige reden dat de Staat Israël evenzeer gebouwd is op deze moderne as der vernietiging als op zijn Bijbelse verleden. De Holocaust is de negatieve pool van de positieve energie, welke de hedendaagse natie vormt: zij vertegenwoordigt zowel de schuld, in vernietigde mensenlevens gerekend, der buitenwereld jegens den Joodsen Staat, als de geschiedenis zelf — waarvan de Staat Israël het levend bewijs is, dat zij nimmer weder zal worden herhaald."
– Stephen Spender, Engelse dichter, romanschrijver en essayist. 1909 – 1995 n. Chr.
Spender, S. (1975): Among the Israelis. In: The New York Review. March 6, 1975 Issue. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Gezien de grootste tragedie, die het Joodse volk getroffen heeft, behoort het ons, hun die in Palestina trachten hun nationale aspiraties te verwezenlijken, onzen steun en bijstand te verlenen."
– Edward Osóbka-Morawski, premier van de Poolse Volksrepubliek. 1909 – 1997 n. Chr.
UN General Assembly (1947): Official Records of the Special Session of the General Assembly. Volume 3. Page 244. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De Joden zijn het enige volk, dat waarlijk gelooft in moraliteit binnen het politieke bedrijf. (…) De lauwe reacties van het morele geweten [des wereld] zijn waarlijk ontstellend."
– Eugène Ionesco, Roemeens-Franse toneelschrijver. 1909 – 1994 n. Chr.
Ionescu, E. (1967). In: Combat. 1967-06-02. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De vraag is niet langer, of de Verenigde Staten een bijdrage behoren te leveren aan de verzekering van Israëls voortbestaan en voorspoed; dat spreekt vanzelf. Amerikanen dienen Israël niet slechts te bewonderen, doch er mag geen zweem van twijfel bestaan, dat wij een belang hebben bij, en een bijzondere verantwoordelijkheid dragen voor dit dappere landje.”
– George Ball, Amerikaanse diplomaat en bankier uit Iowa. 1909 – 1994 n. Chr.
Reich, B. (1984): The United States and Israel. Page 179. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De natuurlijke, romantische mens, of hij de Joden nu beminde dan wel verachtte, zag in hen de vertegenwoordigers van een oud en interessant ras, bloedbroeders van onzen Heere. Doch de ware herder verachtte de gedoopte zowel als de ongedoopte zonen Abrahams met grimmige heftigheid. En voor den identitairen nationaalsocialist, die gebukt ging onder een verborgen minderwaardigheidscomplex en een kleinburgerlijk gebrek aan wereldse ervaring, golden zij als de ergste overtreders der heilige wet der uniformiteit."
– Erik von Kuehnelt-Leddihn, Oostenrijkse edelman en alleskunner. 1909 – 1999 n. Chr.
Kuehnelt-Leddihn, E. von (1943): The Menace of the Herd, p. 203. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ons militair konvooi begeeft zich van Irak naar Egypte, [om aldaar Rommels strijdkrachten het hoofd te bieden]. Wij doorkruisen Jordanië en Cisjordanië. Mijn oog valt op schone, goed onderhouden Joodse boerderijen. Joodse mannen en vrouwen treden tot aan den weg en begroeten ons met vriendelijke gebaren, zwaaiend en glimlachend. De vrouwen gelijken wel op zeemeerminnen en feeën. Niet veel verder voert de weg ons door Arabische gewesten, die een wat haveloos aanzien vertonen. Arabische kinderen verdringen zich rondom onze voertuigen en bedelen om sigaretten. Wij houden halt nabij Haifa. Des avonds begeef ik mij met mijne Britse mede-officieren naar de Joodse stad Haifa. In een der etablissementen aldaar wordt ons het voortreffelijkste sinaasappelsap geserveerd dat ik ooit heb geproefd. Men verhaalt mij, dat de vruchten geteeld zijn op plaatselijke Joodse boerderijen."
– Muhammad Khan, Pandjaabse/Pakistaanse officier en auteur. 1910 – 1999 n. Chr.
Khan, M. (???): Bejang Amud. [Translated by FaujHistorian on Pakistan Defence Forums]. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Het zionisme is in wezen niet anders dan die andere nationale strijdbewegingen, welke in de twintigste eeuw door menig volk zijn gevoerd ter verkrijging van erkenning hunner nationale identiteit en zelfbeschikkingsrecht. Wat elders als nationalisme geprezen wordt en met patriottischen geestdrift begroet, wordt, zodra het Israël betreft, plots bestempeld als racisme. De resolutie in kwestie is slechts een der vele pogingen om den Staat Israël te ondermijnen, en dat nota bene door dezelfde organisatie die dezen staat oorspronkelijk tot aanzijn heeft geroepen. Als Amerikanen rust op ons de plicht onze vertegenwoordigers in het Congres aan te sporen tot het opschorten des financiële steuns aan de Verenigde Naties. Zulk een onthouding is geenszins chantage. Neen — zij is veeleer een weigering om een onzedelijke daad met het geld des volks te ondersteunen. (...) Israël, de edele vrucht van het zionistisch streven, heeft door zijn onpartijdige behandeling van rassen-, cultuur- en geloofsminderheden ruimschoots bewezen dat zijne grondgedachte geheel vrij is van allen racistischen inslag.
– Arnold T. Olson, Deens-Amerikaanse evangelische pastoor. 1910 – 2003 n. Chr.
Banki, J.H. (????): The UN's Anti-Zionism Resolution. Christian Responses. Page 40. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël was de geboorteplaats des Bijbels en het thuisland van onze Verlosser. Zonder Israël zouden wij noch het heil, noch de verlossing gekend hebben. In vervulling der Bijbelse profetieën werd Jeruzalem, na tweeduizend jaren van verstrooiing, weder opgericht. Doch thans rijzen nieuwe machten op, die ten doel schijnen te hebben deze goddelijke vervulling te niet te doen. Wat op het spel staat is niets minder dan de openbaring van Gods verlossingsplan zelf. Wij mogen niet toelaten dat Israël een wees zij onder de volkeren. Israël kan en mag niet in den steek gelaten worden, nu de ure van benauwdheid over haar gekomen is."
– Abraham Ikuro Teshima, Japanse christelijke zakenman. 1910 – 1973 n. Chr.
Jewish Affairs - Volume 30 - 1975 - Page 31. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Mij werd door geloofsgenoten, hetzij in Israël, hetzij in de door Israël bestuurde gebieden, verweten een zionist te zijn — een christenzionist. Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik om hun voor dit voorrechtelijk compliment mijn oprechten dank te betuigen... Ik zal ophouden een zionist te wezen op het uur dat ik enig bewijs zal ontwaren van de bereidheid der volkeren om den Jood in vrede en veiligheid onder de niet-Joden te doen leven; of van enig land — of van een concert der landen — dat zich gewillig betoont om alle Joden te ontvangen die elders niet gewenst zijn. Doch aangezien zulk een bewijs niet bestaat, en zulk een land niet bestaat, moet Zion — moet Israël — het thuis blijven van de Joden."
– George Douglas Young, Schots-Canadese presbyteriaanse geleerde en onderwijzer. 1910 – 1980 n. Chr.
Banki, J.H. (????): The UN's Anti-Zionism Resolution. Christian Responses. Page 49. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"In Israël betonen vrije mannen en vrouwen, dag aan dag, de kracht van moed en vertrouwen. In 1948, ten tijde der stichting van Israël, beweerden de deskundigen dezer wereld dat dit nieuwe landje het niet houden zou. Doch heden twijfelt niemand daaraan. Israël is een baken van standvastigheid en democratie te midden van een werelddeel dat geteisterd wordt door dwingelandij en onrust."
– Ronald Reagan, Iers-Amerikaanse president van de Verenigde Staten (Republikeinen). 1911 – 2004 n. Chr.
Reagan, R. (1986): Public Papers of the Presidents of the United States. Page 345. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wat wij begeren, is dat in de gehele wereld erkend worde, dat Israël een blijvende werkelijkheid is en van rechtswege een vrije en soevereine en onafhankelijke natie is. En we verlangen dat Israël vergund worde het geld, dat thans noodgedwongen besteed wordt aan defensie, aan te wenden tot meerdere uitbreiding der wonderwerken die het reeds heeft volbracht op het dorre land waarop het gevestigd werd. Men raakt, zo men niet op zijn hoede is, haast bevangen van wanhoop, wanneer men zich voorstelt wat er aan vruchtbaarheid werd afgedwongen van de woestijn; hoe aldaar bossen verrezen en blijven verrijzen op plaatsen waar ooit de erosie vrij spel had; hoe op plekken waar eens slechts de zwerftocht van den nomade den horizon bewoog, thans fabrieken en industrieën bloeien. En zie: waar eertijds nauwelijks één grasspriet groeide, verheffen zich heden tien.”
– John Gorton, premier van Australië (Liberalen). 1911 – 2002 n. Chr.
Gorton, J. (1969): Speech at Anniversary of Independence of Israel. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De beschuldiging van racisme jegens Israël is van zulk een ongerijmdheid, dat men geneigd is haar geen serieuze weerlegging waardig te keuren. Doch het blijkt, uit menige discussie en uit de resultaten van meer recente onderzoekingen, dat omtrent den aard van de Israëlische samenleving veel onkunde en verwarring heerst — het rechtstreeks gevolg van een grootscheepse propagandistische campagne, op touw gezet door Israëls tegenstanders, ten einde hun ongerechtvaardigde aantijgingen een zweem van geloofwaardigheid te verlenen."
– Hubert Humphrey, vicepresident van de Verenigde Staten (Democraten). 1911 – 1978 n. Chr.
Humphrey, H. (1975): Senate Speech on December 3 1975. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wij leven in een tijdvak, waarin culturen en natiën der aarde, niet zelden ook in krijgshaftig opzicht, verwikkeld zijn in den worstelstrijd om identiteit en zelfbeschikking. Israël is één van die volkeren, die zich aan deze taak wijdt. Doch hetgeen Israël onderscheidt, is niet het ras, maar het geloof. Indien het den volkeren of natiën der wereld vergund ware om wegens hunne religie of afkomst discriminatie te lijden, dan is er geen werkelijke vrijheid meer, en is eenieder van ons in zijn wezen bedreigd."
– Philip McNairy, Iers-Amerikaanse bisschop van Minnesota. 1911 – 1989 n. Chr.
Banki, J.H. (????): The UN's Anti-Zionism Resolution. Christian Responses. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Zijne Zaligheid, Antoine Arida, maronitisch patriarch van Libanon, optredende met volmacht der Kerk en sprekende in naam der maronitische gemeenschap, (...) erkent uitdrukkelijk en ten volle den historischen band, die het Joodse volk met het Land Palestina verenigt, alsmede de wettige aspiratiën van dat volk aldaar, en zijn onvervreemdbaar recht op vrije inwijking en zelfstandigheid aldaar. Voorts verklaart hij zich in volle instemming met het thans door het Joodse Agentschap uitgesproken politieke program, hetwelk de stichting eens Joodse Staats inhoudt. (…) [Hij] erkent het recht van ieder Joods [mens] om zich in Palestina te vestigen, [en] neemt op zich, waar zulks door Libanon geschieden zou, alle hulp en bijstand te verlenen tot verwezenlijking dier inwijking."
– Toufic Youssef Aouad, Libanese maronitische schrijver en diplomaat. 1911 – 1989 n. Chr.
The Maronite-Zionist Treaty Of 1946 (Text). May 30th 1946. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Het is de taak onzer generatie om standvastig aan de zijde van Israël te staan, ook indien zulks ons elders schade aan politiek aanzien berokkenen zou. Want het Israëlische volk strijdt om het bestaan van zijn kleinen staat, als het ware met bloede losgewrikt uit het zand der woestijn, en vechtend, onder de verzengende hitte, voor zijn levensrecht – met de zee aan zijne rugzijde en rondom den killen haat zijner omringende vijanden. En wij?"
– Axel Springer, Hamburgse/Duitse oprichter van Axel Springer SE. 1912 – 1985 n. Chr.
Springer, A. (1973). In: Die Welt, 7. Mai 1973. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Zonder de bijdrage der Joden ware noch onze Midden-Europese cultuur, noch het christelijke Avondland in zijne huidige gedaante denkbaar geweest. Juist wij, als christenen, hebben hun bijzonder veel te danken. Het Oude Testament – dat is, een wezenlijk deel onzer Heilige Schrift – vormt den grondslag waarop ons geloof gebouwd is. De christelijke geloofsbelijdenis wortelt in de heilsgeschiedenis van het volk Israël. (…) Israël is mede een opvolger van de oude Dubbelmonarchie. (…) De Israëliërs [bevinden] zich in een uiterst precaire situatie. Ze hebben in het hele Midden-Oosterse gebied geen vrienden. Ze hebben slechts de steun der Amerikanen, dat is alles. (…) Israël bevindt zich niet in Luxemburg, maar in het Midden-Oosten. De Joden brengen naar verhouding weinig kinderen voort. Mensen die net als ik een groot belang erbij hebben dat de Staat Israël wordt gered, zien slechts één duurzame weg: de integratie van Israël in den bredere context van het Midden-Oosten."
– Otto von Habsburg-Lothringen, kroonprins van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk. 1912 – 2011 n. Chr.
Voß, D.H. (2012): Otto von Habsburg. Sein Auftrag Paneuropa. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Zowel Joden als zwarten koesteren de democratie en hebben een persoonlijk belang bij de verspreiding ervan. Enkel Israël, dat omringd wordt door de autocratische en despotische landen van het Midden-Oosten, handhaaft de democratische beginselen die de onmisbare voorwaarden der democratie uitmaken. Israël is, als progressieve en democratische natie, de hoogste weerspiegeling der tradities die de Joodse geschiedenis en cultuur doortrekken. Waar men ook Joden aantreft, ziet men hen onvermoeid opkomen voor de uitbreiding der mensenrechten voor allen. Zes miljoen Joden werden gedurende de Tweede Wereldoorlog uitgemoord, enkel en alleen omdat zij Joden waren. En toch bleek deze pijnlijke, tragische les onvoldoende om de mensheid te overtuigen van de stompzinnigheid van haat op grond van ras en religie. Ook heden ten dage leeft het antisemitisme voort in de harten van velen, sluimerend totdat het zich als antizionisme kan openbaren. Zwarten verstaan dit goed: daar waar antisemitisme heerst, zullen ook de raciale vooroordelen niet uitblijven. Zij die in de geschiedenis haat, minachting en een gevoel van meerderwaardigheid tegenover Joden hebben gekoesterd, bezagen de negers met dezelfde haat, minachting en schijnbare superioriteit."
– Bayard Rustin, Afro-Amerikaanse activist. 1912 – 1987 n. Chr.
Rustin, B. (1973): The Importance of Israel's Survival. In: The Miami Times. (1973-10-26). [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Toen het Israëlische leger Libanon binnentrok, had het ganse Libanon zich aan zijn zijde moeten scharen. Had ik over een eigen militaire formatie beschikt, dan had ik mij zonder aarzelen bij hun gelederen gevoegd. Vandaag nog heb ik in mijn krant het Israëlische leger publiekelijk bedankt. (...) Dit leger redt niet enkel ons, maar ook de wereld, en richt zich doelbewust tegen deze slangenkop genaamd terrorisme. En toch voel ik ook droefheid – droefheid dat wij zélf niet degenen zijn geweest die Libanon aan de zijde van Israël hebben mogen bevrijden van het giftige, bloedige Palestijnse racisme. (...) Ik zeg u dit, in naam van Libanon: dit is het ware heilsleger."
– Said Akl, Libenese maronitische dichter, auteur en filosoof. 1912 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Het is volledig juist dat ik reeds jarenlang op duidelijke en consequente wijze mijn bewondering en steun voor de Staat Israël heb uitgesproken, evenals mijn gehechte betrokkenheid, als niet-Jood, bij de zionistische zaak."
– Jacques Soustelle, Franse gouverneur-generaal van Algerije. 1912 – 1990 n. Chr.
Soustelle, J. (1964): Sur une route nouvelle. [Vanuit het Frans vertaald door C. Nooij].
Het is een bedroevende gedachte dat een volk dat in onze levenstijd slachtoffer is geweest van de meest verschrikkelijke vorm van racisme die de wereld ooit heeft gezien, nu zelf ten onrechte wordt beschuldigd van racisme. (…) Een lange lijdensgeschiedenis leidde ertoe dat de Joden bijzonder bezorgd zijn over de dreiging van verschrikkelijke dingen. We zouden deze angst moeten delen en het kleinste teken van haat of minachting van Joden door andere partijen en vooral nog door onszelf zonder aarzeling moeten bestrijden.”
– Peter Leo Gerety, Iers-Amerikaanse aartsbisschop van Newark. 1912 n. Chr.
The Reporter. 1974. Page 3. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"[Het zionisme] – dat oeroude verlangen van het Joodse volk naar een thuisland – is als een gouden draad geweven doorheen de Joodse geschriften en liturgische herinnering. Het bestempelen van dit verlangen als ‘racisme’ is een politieke verdraaiing die de ware betekenis van het zionisme geweld aandoet en ons gemeenschappelijk menselijk geweten krenkt."
– Edward Flannery, Iers-Amerikaanse katholieke priester. 1912 – 1998 n. Chr.
Banki, J.H. (????): The UN's Anti-Zionism Resolution. Christian Responses. Page 3. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Amerikanen bewonderen een volk dat een woestijn kan aanharken en er een bloeiende tuin van maakt. De Israëliërs hebben kwaliteiten laten zien waarmee de Amerikanen zich kunnen identificeren: durf, vaderlandsliefde, idealisme en een passie voor vrijheid. Ik heb het gezien. Ik weet het. Ik geloof erin."
– Richard Nixon, president van de Verenigde Staten. 1913 – 1994 n. Chr.
Burns, A.F. (1978): Reflections of an Economic Policy Maker. Page 19. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wij hebben herhaaldelijk verklaard dat wij Israël beschouwen als een noodzakelijke staat in het Midden-Oosten — een staat waarvan zowel het bestaan als de territoriale integriteit beschermd moeten worden. (...) De Verenigde Staten (...) zijn trots op hun langdurige band met de Staat Israël. Wij zullen aan de zijde van Israël blijven staan. Onze inzet voor Israëls veiligheid en voortbestaan is standvastig. Al een kwart eeuw onderhouden de Verenigde Staten een bijzondere relatie met de Staat Israël. Amerikanen en Israëliërs putten hun inspiratie uit morele beginselen. Inderdaad, mijn toewijding aan Israëls veiligheid en toekomst is geworteld in diepe morele overtuiging en in welbegrepen eigenbelang. Onze rol in het steunen van Israël eert ons eigen erfgoed."
– Gerald Ford, president van de Verenigde Staten. 1913 – 2006 n. Chr.
Time (1975): The Nation: Gerald Ford: They Will See Something Is Being Done. January 20 1975. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Ford, G. Remarks of Welcome to Prime Minister Yitzhak Rabin. September 10, 1974. In: United States President (1974): Public Papers of the Presidents of the United States. Page 113. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik [wend mij] tot de verhouding van mijn landgenoten tot die jonge, dappere staat, die zich met bloed en tranen in het oude thuisland van het Joodse volk opnieuw heeft heropgericht. Met grote vreugde mag ik vaststellen dat juist de jonge generatie in Duitsland de Staat Israël met oprecht respect en levende belangstelling tegemoet treedt — een houding die men slechts jegens weinig andere landen aantreft. De bewondering voor het pionierswerk, voor de toewijding en vastberadenheid, maar ook het besef dat Israël in het wereldpolitieke krachtenveld aan onze zijde staat — al deze factoren dragen bij aan deze sympathie. Dat het hier om een Joodse staat gaat, is daarbij niet eens het meest doorslaggevende element."
– Willy Brandt, Lubeekse bondskanselier van West-Duitsland (SPD). 1913 – 1992 n. Chr.
Brandt, W. (1961): Rede des Regierenden Bürgermeisters von Berlin vor dem Herzl-Institut in New York am 19. März 1961. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Nooit hebben wij vijandige bedoelingen gekoesterd jegens het Joodse volk. (...) Evenals andere naties hebben ook de Joden het recht op een onafhankelijke staat. Ik ben ervan overtuigd dat onze houding ten aanzien van de geschiedenis, en van al hetgeen onze beide volkeren hebben doorgemaakt, het beste getuigenis vormt van onze welwillende gezindheid jegens het Joodse volk."
– Edward Gierek, eerste secretaris van de Poolse Volksrepubliek. 1914 – 1993 n. Chr.
Govrin, Y. (2011): Israel's Relations with the East European States. Page 190. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Frankrijk en Israël staan voor gelijkaardige uitdagingen en hebben gelijkaardige vijanden, en wij moeten – zonder dralen – openlijk samenwerken. Niet alleen moeten wij samenwerken – wij kúnnen het ook. (...) Het beleid van Frankrijk en dat van Israël zijn nauw met elkaar verweven, en dat dit zo blijft, wordt verzekerd door de publieke opinie in beide landen. De burgers van zowel Frankrijk als Israël erkennen het belang van deze hechte verstandhouding.“
– Maurice Bourgès-Maunoury, premier van de Franse Republiek. 1914 – 1993 n. Chr.
Kroenig, M. (2011): Exporting the Bomb. Page 100. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Wanneer men hen vraagt een lijst op te stellen van de mannen die het moderne denken het sterkst hebben beïnvloed, zouden vele ontwikkelde mensen de namen Freud, Einstein, Marx en Darwin noemen. Van deze vier is Darwin de enige die niet Joods was. In een wereld waarin het Joodse volk slechts een klein percentage der mensheid vormt, vraag ik mij af wat het geheim is van deze onevenredig grote betekenis die het voor de geschiedenis van de westerse beschaving heeft gehad."
– Ernest van den Haag, Nederlands-Amerikaanse socioloog. 1914 – 2002 n. Chr.
Source unknown. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Een wonderbaarlijke, oude Joodse hospita in Liverpool introduceerde [mij] in de geest van het ware socialisme. Het Jiddisch kreeg zij mij bepaald niet aangeleerd, maar ik heb van haar ontzaglijk veel geleerd. Ik ben het Joodse volk dan ook zeer veel dank verschuldigd."
– Michael Foot, Engelse/Britse parlementariër (Labour). 1914 – 2010 n. Chr.
The Jewish Chronicle (2010): Michael Foot. 'I owe a great debt to Jews'. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het jonge volk Israël zal mede het beeld helpen vormen van de komende halve eeuw, en ik zou het met vreugde zien, dat het daartoe de nodige vakkennis en bekwaamheden verwerven moge. (…) Talrijke bezoekers uit de pas ontwaakte naties van Afrika en Azië trekken naar dit land om Israëls maatschappelijke orde te bestuderen; zij hopen aldaar den sleutel te vinden tot de oplossing hunner eigen vraagstukken. (…) De gestalte van dit land treft den toeschouwer reeds bij het aanschouwen van hare geüniformeerde zonen en dochters: gehard als staal in den strijd… (...) Gisteren nog vluchtten zij voor nazi’s en andere vervolgers, thans zijn zij stevig geworteld in den bodem, welken zij door zweet en bloed tot leven hebben gewekt. Heden houden zij de poorten wijd geopend, zowel voor verdrukte broeders uit verre landen, als voor geestverwanten uit de Vrije Wereld, die zich aan dit halfvoltooide grootse werk willen wijden. Met de éne hand verdedigt het volk van Israël zijn huis en haard, met de andere bouwt het aan een rechtvaardiger samenleving. Op dezen dag der herdenking zijner onafhankelijkheid, pas veertien jaren jong, heeft Israël reeds een langen weg afgelegd. In den geest der menselijke broederschap brengen wij, Amerikanen, den standvastigen pioniers van Israël onzen saluut – met overtuiging, met kracht. "
– Frank Sinatra, Italiaans-Amerikaanse zanger. 1915 – 1998 n. Chr.
Sinatra, F. (1962): Israel’s 14th Independence Day in 1962. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Israëls naam duidt de zonen van Izaäk aan — zijn nageslacht, een volk, een koninkrijk, een moderne republiek, een collectieve existentie, een rechtspersoon, den geest des Jodendom: bevend, halsstarrig, jammerlijk en toch onoverwinnelijk. Het was de eerste vertegenwoordiger Gods op aarde en telt reeds vierduizend jaren — zonder ooit een waren gesprekspartner te hebben gevonden. (...) Gij, onoplosbaar volk, doorkruist de wereldgeschiedenis zonder met haar samen te vloeien, zoals de Rhône in het Meer van Genève stroomt zonder zich met diens wateren te vermengen: zij treedt het meer binnen vanuit het oosten, herboren in het westen, en verliest onderweg nimmer haren naam. Geen storm deed hare stroming afwijken; geen kracht heeft haren toevoer gestelpt. En nog immer springt de zwemmer in dezelfde rivier. Zo ook gij, Israël — gij verandert niet."
– André Frossard, Franse journalist en essayist. 1915 – 1995 n. Chr.
Frossard, A. (2014): Ecoute Israël. [Vanuit het Frans vertaald door C. Nooij].
"De Joden van Palestina vormen een ware microkosmos der wereldbeschavingen. Ongeveer vijfenzeventig percent hunner hebben zich gevestigd op de vlakten, waarvan de grootste zich over een lengte van honderdtachtig kilometer langs de kust uitstrekt, van den Libanon tot aan Gaza. Daar kochten zij zandduinen en moerassen van Arabische eigenaars — die hen voor waanzinnig hielden — en zij herschiepen deze woestenijen tot vruchtbare boerderijen. Daar verrees ook Tel Aviv, een moderne stad van baksteen en cement, thans met meer dan tweehonderdduizend inwoners: de grootste volkomen Joodse stad ter wereld. Zij werd het middelpunt van Joodse nijverheid en financiën en Joodsen handel, en het toneel ener krachtige culturele herleving op het gebied der grafische kunsten, der muziek en des toneels. (…) De levensstandaard der Palestijnse Arabieren is door den zionistischen arbeid onmiskenbaar verheven boven die van andere Arabische landen. De Arabische landman, genietend van de weldaden der zionistische onderneming en de tijdens den oorlog gestegen voedselprijzen, kon voor het eerst sedert eeuwen zijn schuldenlast aan [Arabische grootgrondbezitters] aflossen. Doch nu zijn lijden is verlicht, heeft hij meer tijd om zich aan politieke overwegingen te wijden — en is hij anti-zionistischer geworden dan ooit tevoren."
– Dana A. Schmidt, Duits-Amerikaanse verslaggever van de NY Times. 1915 – 1994 n. Chr.
Schmidt, D.A. (1948): The Two Worlds of Palestine. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Elken geestelijken zegen, die mij ten deel viel, heb ik aan één volk te danken — het Joodse volk. Want zonder hen zouden er geen aartsvaders geweest zijn, geen apostelen, geen Heilige Schrift, en geen Verlosser... (…) De volkeren die het Joodse volk genadig zijn, zullen op hun beurt genade ontvangen van God; maar de naties die aan Israël hun genade onthouden, zullen zélf van Gods genade verstoken blijven. (...) Spanje, bijvoorbeeld, was in de vijftiende en zestiende eeuw de voornaamste macht van Europa — groots in cultuur, machtig te land en ter zee, en heersend over een rijk dat zich uitstrekte over beide halfronden. Doch binnen nauwelijks een eeuw na de verdrijving van alle Joden uit haar staatsgebied begon het af te glijden — en werd zij herleid tot een worstelende mogendheid van den tweeden rang. (...) Groot-Brittannië, dat als overwinnaar uit twee wereldoorlogen trad, bezat een wereldrijk als geen ander in de geschiedenis der mensheid. Maar in de jaren 1947-1948, in zijn hoedanigheid van mandaathouder over Palestina, verzette het zich tegen de wedergeboorte van Israël als soevereinen staat, en trachtte die zelfs te beletten. (...) En zie: nauwelijks één generatie later is ook Groot-Brittannië – als Spanje vóór haar – een worstelende mogendheid van den tweeden rang."
– Derek Prince, Anglo-Indiase Bijbelleraar. 1915 – 2003 n. Chr.
Mitchell, C. (2013): Dateline Jerusalem. Page 114. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Prince, D. (2013): The Key to the Middle East. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ja, de Franse natie is de vriend van het volk Israël. Nog steeds getekend door de herinnering aan de duistere jaren en de wrede beproevingen die de Joodse gemeenschappen troffen, werd het eensgezinde hart van Frankrijk diep ontroerd bij de stichting van de Staat Israël. In ons collectief bewustzijn is de Holocaust onafscheidelijk verbonden met uw wedergeboorte. Sindsdien heeft Frankrijk nimmer opgehouden met het bewonderen van uw arbeid — arbeid die het levendige teken is van uw vitaliteit en van uw vertrouwen in de toekomst. Voortaan leeft Israël, en wij, Frankrijk, zullen niet nalaten al het mogelijke te doen om te verzekeren dat uw bestaansrecht wereldwijd en onomstotelijk erkend wordt, alsook dat [uw] recht op de middelen tot bestaan eveneens wordt gewaarborgd. En ik voeg daaraan toe, omwille van de balans, dat Frankrijk, Europa, ja zelfs de ganse westerse beschaving, zoals wij haar belijden en mede gevormd hebben, haar ontstaan mede te danken heeft aan de brede historische bedding die het Joodse volk over drieduizend jaren heen voor ons heeft uitgegraven"
– François Mitterrand, president van de Franse Republiek. 1916 – 1996 n. Chr.
Discours de M. François Mitterrand, Président de la République, à la Knesset, Jérusalem, jeudi 4 mars 1982. [Vanuit het Frans vertaald door C. Nooij].
"Het kenmerkende van deze situatie is dat de ene partij geen enkel compromis nastreeft. Hun eis is dat Israël ophoudt te bestaan – zelfs nooit heeft bestaan. (…) Waarnaar men had moeten streven, was niet slechts het vermijden van oorlog, doch het scheppen van de voorwaarden voor vrede. Een van die voorwaarden is ongetwijfeld de erkenning dat de Staat Israël het recht heeft te bestaan. Reeds bijna twintig jaren is Israël een volwaardig lid der Verenigde Naties – en als zodanig heeft het recht op dier respect en bescherming."
– Harold Wilson, Engelse premier van het Verenigd Koninkrijk. 1916 – 1995 n. Chr.
The Times June 1st 1967. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wij zijn niet onzijdig in de zaak der soevereiniteit van Israël. Het recht der Joden op een nationaal tehuis, op een vredig leven aldaar, mag hun niet worden ontzegd. Het recht van Israël om zijn grenzen te beschermen en de bloeiende democratie, die aldaar wortel geschoten heeft, te behouden — dat is een zaak waarin geen enkele Australische regering ooit onverschillig is geweest.”
– Gough Whitlam, premier van Australië. 1916 n. Chr.
Australia Israel Labor Dialogue: Hon. E G Whitlam, Prime Minister of Australia, 6 May 1973. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“[Wij mogen niet] Israël in de steek laten op het uur zijner grootste beproeving. (…) Wegens ons tekort aan vooruitzienden geest in de jaren 1933 tot 1939 werden honderdduizenden Europese Joden genoodzaakt het continent te ontvluchten. Doch met de stichting van Israël is onze taak niet voltooid. Wij mogen een staat, die mede door ons toedoen tot aanzijn kwam, niet ter dood veroordelen.”
- Diomède Catroux, Franse politicus. 1916 – 2008 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Europese mens leeft niet langer in Europa, waar de volkeren slapen. Hij leeft – welk een paradox, welk een aanstoot – in Israël. De stichting van de Staat Israël is de enige winst, het enige positieve gevolg van den Tweede Wereldoorlog."
– Pierre Boutang, Franse filosoof, dichter en journalist. 1916 – 1998 n. Chr.
Mammone, A. & Godin, E. & Jenkins, B. (2013): Varieties of Right-Wing Extremism in Europe. Page 126. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël werd niet gesticht om te verdwijnen. Israël zal voortbestaan – en bloeien. Het is het kind des hoops en de woonstede der moedigen. Geen tegenspoed vermag het te breken, geen voorspoed het te ontmoedigen. Het draagt het schild der democratie en hanteert het zwaard der vrijheid."
– John F. Kennedy, Iers-Amerikaanse president van de Verenigde Staten. 1917 – 1963 n. Chr.
Speech by Senator John F. Kennedy, Zionists of America Convention, Statler Hilton Hotel, New York, NY. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wat betekent vrede voor Israël? Het betekent dat Israël in rust en veiligheid kan leven te midden van zijn Arabische buurlanden. Tegen zulk een logica zeg ik: ja. Het betekent dat Israël binnen erkende grenzen kan bestaan, gevrijwaard van elke agressie. Ook tegen deze redelijkheid zeg ik: ja. En het betekent dat Israël waarborgen ontvangt, opdat deze twee voorwaarden bestendig in stand blijven. En ook op die eis antwoord ik ja."
– Anwar Sadat, president van Egypte. 1918 – 1981 n. Chr.
Sadat, A. (1977): Statement to the Knesset by President Sadat, 20 November 1977. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
(OPGELET: Mandela steunde het Palestijnse narratief en betichtte Israël onterecht van 'apartheid')
"Wij erkennen de legitimiteit van het Zionisme als een Joods nationalisme. Wij staan onverkort achter het recht van de Staat Israël om binnen veilige grenzen te bestaan. (…) Naar mijn ervaring zijn Joden ruimdenkender dan de meeste blanken wanneer het gaat om kwesties van ras en politiek, wellicht omdat zijzelf historisch gezien slachtoffers zijn geweest van vooroordelen."
– Nelson Mandela, president van Zuid-Afrika. 1918 – 2013 n. Chr.
Ahren, R. (2013): Nelson Mandela was close to Jews, resolutely loyal to Palestinians. In: Times of Israel. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Er is iets wat door de Joodse geschiedenis heen opvalt. De wieg van de westerse beschaving stond in het Midden-Oosten – en de Joden stonden daar, in het brandpunt. In de hoogtijdagen van Rome bevonden zij zich nabij het hart van het Rijk. Toen de macht zich naar het oosten verschoof, vond men het centrum van het Jodendom in Babylonië. Met de opkomst van Spanje als wereldmacht waren de Joden ook daar. Toen het middelpunt van de beschaving zich in de Middeleeuwen verplaatste naar Centraal-Europa, stonden de Joden klaar in Duitsland en Polen. Toen de Verenigde Staten tot leidende wereldmacht uitgroeiden, lag de Joodse geestelijke zwaartekracht daar. Nu het slingergewicht van de geschiedenis zich opnieuw naar de Oude Wereld beweegt, en het Oosten weer in betekenis toeneemt, zijn de Joden wederom daar – in Israël..."
– Huston Smith, Amerikaanse professor van religiestudies. 1919 – 2016 n. Chr.
Smith, H. (1958): The Religions of Man. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De nieuwe staat [is] een van de vele wonderen van deze eeuw. (...) Israël is een land van vrijheid en goede wil, maar het is ook een land waar men zijn brood verdient in het letterlijke zweet zijns aanschijns."
– Aya Zikken, Nederlandse schrijfster. 1919 – 2016 n. Chr.
Zikken, A. (1967): Wees nieuwsgierig en leef langer. Page 69, 84.
“Ik mag de Joden, ze zijn getalenteerd en hebben een sterke overlevenswil. (…) Wij zijn ook
een zwakke Aziatische natie die naar vrede streeft, maar in een gevaarlijke wereld leeft.”
– Yoshiko Yamaguchi, Japanse zangeres en actrice. 1920 – 2014 n. Chr.
Caryl, C. (2008): An Asian Star Is Born. In: ChinaFile. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Knesset fungeert als getrouwe afspiegeling der Israëlische samenleving. Het aanzienlijke aandeel der nieuwe inwijkelingen binnen dit parlementaire lichaam getuigt van het dynamisme dat deze jonge staat doordesemt. De vertegenwoordiging van minderheden – in het bijzonder der Arabische gemeenschap – vormt het tastbare bewijs van het etnisch en cultureel pluralisme, dat onze oprechte bewondering verdient. (…) Italië en Israël hebben veel gemeen: een geschiedenis die zich over millennia uitstrekt en die de wortels vormt van onze beider beschavingen, godsdiensten en maatschappelijke idealen; een jonger verleden, bezield door den roep om nationale zelfstandigheid; een heden, gegrondvest op de beginselen van democratische en pluriforme rechtsstatelijkheid, sociale vooruitgang en economische ontwikkeling; en een toekomst, die wij beiden wensen te bouwen in vrede. Wij behoren tot eenzelfde regio – het Middellandse Zeegebied, dat wij gezamenlijk wensen te herstellen tot het economisch en cultureel hart, dat het in de loop der eeuwen immer is geweest."
– Carlo Ciampi, premier en president van Italië. 1920 n. Chr.
Address of the President of Italy, Carlo Azeglio Ciampi to the Israeli Knesset on October 12 1999. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Joden houden hartstochtelijk van Jeruzalem en in elke tijdperk eren zij de herinnering aan haar, rijk als zij is aan ruïnes en monumenten uit de tijd van David, die haar als hoofdstad had verkozen, en van Salomon, die daar de Tempel bouwde. Daarom richten zij, zo zou men kunnen zeggen, dagelijks hun geest op haar en beschouwen zij haar als symbool van hun natie. (...) Mogen onze Joodse broeders en zusters, die 'van de volken uitgevoerd en uit vreemde landen vergaderd' zijn en 'in hun eigen land' teruggebracht zijn – in het land van hun voorouders – om aldaar in vrede en veiligheid op de 'bergen Israëls' te kunnen leven onder bescherming van God, hun ware Herder. (...) Omwille van de Joodse ingezetenen der Staat Israël, die in dat land de dierbare getuigenissen van hun geschiedenis en hun geloof ongeschonden hebben weten te bewaren, achten wij het noodzakelijk, te pleiten voor de veiligheid en de welverdiende rust, welke elk volk toekomt en zonder welke geen maatschappelijke vooruitgang mogelijk is.
– Johannes Paulus II (Karol Józef Wojtyła), Poolse paus van de Roomse Kerk. 1920 – 2005 n. Chr.
Pope John Paul II (1984): Redemptionis Anno. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
D'Costa, G. (2019): The New Catholic Zionism. In: Mosaic. September 9 2019. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Kalhousová, I. (2019): Our Jews, Our Israel!. Page 122. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Deze natie – [Israël] – heeft onmenselijk geleden en werd tot aan den rand van volledige vernietiging gedreven. En hoe zou men kunnen geloven dat het enige naar democratische beginselen bestuurde land in het Nabije Oosten zou verlangen naar voortzetting van den gewapenden strijd? (…) Nogmaals dient met nadruk gesteld te worden: Israël heeft nimmer de oorlog aangevangen met zijne Arabische naburen. Israël heeft nimmer land van Palestijnen ingelijfd. Nimmer werd ook maar een deel der zogeheten Westoever formeel in de Israëlische staat opgenomen."
– Kåre Kristiansen, Noorse parlementariër en minister van Olie en Energie. 1920 – 2005 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het staat buiten kijf dat Israël een recht op leven bezit. Het staat evenzeer vast dat juist dit recht hun door de Palestijnen wordt ontzegd. En daarin schuilt de ware tragedie, waarmede wij heden ten dage worden geconfronteerd"
– Gidske Anderson, Noorse politica. 1921 – 1993 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik heb de Joden altijd met diepe bewondering gadegeslagen en moet bekennen dat ik, gedurende mijn loopbaan als toneelspeler, me herhaaldelijk heb gewenst dat ik Jood was."
– Peter Sallis, Engelse acteur. 1921 – 2017 n. Chr.
Sallis, P. (2008): Fading Into The Limelight. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik ben van oordeel dat de Joden een bijdrage hebben geleverd aan de staat der mensheid die in geen enkel opzicht in verhouding staat tot hun getalsmatige aanwezigheid. Zij zijn een onmetelijk volk. Zij schonken de wereld twee figuren van buitengewone invloed — Jezus Christus en Karl Marx — en wisten zich desondanks het voorrecht te veroorloven om geen van beiden te volgen."
- Sir Peter Freiherr von Ustinov, Duits-Engelse auteur, filmproducent, acteur en komiek. 1921 – 2004 n. Chr.
Sampark (1999): Journal of Global Understanding - Volume 1. 1999. Page 148. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De inlichtingen [welke mij door Israël zijn verschaft], zou ik nimmer op eigen kracht hebben kunnen bemachtigen — zelfs niet indien ik over vijf agentschappen van het kaliber der CIA had beschikt. Het is met name de Amerikaanse luchtmacht, en in ruimere zin onze landmacht, die hun vermogen om binnen het NAVO-verband stand te houden, veeleer danken aan de Israëlische inlichtingendiensten dan aan welke andere bron van informatie ook — zij het satellietwaarneming, technologische onderschepping, of anderszins."
- George Keegan, Amerikaanse luchtmachtgeneraal. 1921 – 1993 n. Chr.
Grose, P. (1986): BETTER THAN 5 C.I.A.'S. In: New York Times. March 9 1986. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Iedere onpartijdige geest weet dat het zionisme de uitdrukking is van een nationale wedergeboorte van het Joodse volk na tweeduizend jaren van afzondering, en dat deze ideologie zich tegen geen enkel ander volk keert. (...) Ik koester grote bewondering voor hen die hun weg naar Israël vonden en aldaar, in hun thuisland, een nieuw leven hebben opgebouwd. Ik wens hen daarbij het volste succes toe."
- Andrej Sacharov, Russische atoomgeleerde en dissident. 1921 – 1989 n. Chr.
Andrei Sakharov: Nobel Lecture, December 11, 1975. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
JTA (1975): Sakharov Expresses Admiration for Soviet Jews Who Emigrated to Israel. October 14, 1975. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Israël is het enige land in de regio dat een stabiel en beschaafd politiek bestel bezit, waarin de democratie, de mensenrechten en de vrijheid worden gehandhaafd. Niet volmaakt natuurlijk, met talloze inbreuken, maar in principe is het een beschaafd land. Geen beter bewijs dan het feit dat de Palestijnen in Jeruzalem openlijk en ongehinderd een pro-PLO standpunt kunnen innemen. Iedere Arabische woordvoerder die onder het bereik van de Israëlische autoriteiten de Israëlische regering aanklaagt wegens schending van de mensenrechten, levert daarmee argumenten die tegen zijn eigen zaak pleiten. In Israël bestaat vrijheid van godsdienst en van meningsuiting; de Arabische burgers van Israël hebben vrijwel dezelfde rechten als de Joden. (...) Arabieren zijn vrijgesteld van de dienstplicht, een vorm van positieve discriminatie. Het land staat vol moskeeën en de geestelijken worden betaald door de joodse staat. Wist u dat eigenlijk wel? (...) Israël kent een breed spectrum van politieke partijen met extremisten aan weerskanten. In de Knesset zitten Arabieren. Het sterkste punt vind ik dat al deze grondrechten in stand zijn gehouden tegen de druk van de omstandigheden in. Dus in weerwil van de oorlogstoestand, die door de Arabieren met hun overval in 1948 is uitgeroepen en die alleen door Egypte ongedaan is gemaakt. De politieke en religieuze vrijheid is gehandhaafd in weerwil van de Palestijnen, en in weerwil van de intifada."
- Jan Pen, Dutch econoom, professor en columnist. 1921 – 2010 n. Chr.
Pen, J. (1991): Een oorlog voor Israël. In: Hollands Maandblad. Jaargang 1991. Pagina 518-529.
“Wij dienen het antisemitisme met gelijke vastberadenheid van de hand te wijzen, of het zich nu hult in de mantel van vermeende legaliteit binnen de Verenigde Naties, dan wel zich openlijk manifesteert op de straathoek in grof vertoon."
– Terrence James Cooke, Iers-Amerikaanse cardinaal. 1921 – 1983 n. Chr.
Sabel, R. (2009): The Campaign to Delegitimize Israel with the False Charge of Apartheid. Page 5. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Joden, die millennia lang zonder vaste woonstede over de aarde zwierven, verdienen zonder enige twijfel een eigen staat. Ik wil slechts mijn hulp aanbieden."
– George Beurling, Zweeds-Canadese gevechtsvlieger. 1921 – 1948 n. Chr.
Schmidt, D.W. (2011): Partners Together in this Great Enterprise. Page 313. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Het zionisme is, historisch bezien, een beweging geweest die de bevrijding van het Joodse volk uit onderdrukking beoogde — waaronder ook raciale onderdrukking. Het betreft een complex historisch proces, dat de uitdrukking vormt van menige, door de eeuwen heen gegroeide verlangens van het Joodse volk, en dat onderhevig is geweest aan talloze misvattingen en uiteenlopende interpretaties. Geen van deze benaderingen echter, hoe luidruchtig ook verkondigd, biedt een toereikende grondslag om het zionisme als een vorm van racisme te veroordelen."
– Philip A. Potter, Dominicaanse methodistische pastoor. 1921 – 2015 n. Chr.
Nicholls, W. (1995): Christian Antisemitism. A History of Hate. Page 375. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik ben hier niet gekomen om het beleid van Israël te verdedigen. Ik ben hier gekomen om het bestaansrecht van Israël te verdedigen — en om de zeven miljoen Joden, die de Staat Israël bewonen, te beschermen tegen de dreiging der vernietiging. Want dát is immers de ware inzet van het vraagstuk der legitimiteit, waaraan zij onophoudelijk worden onderworpen — een inzet die onaanvaardbaar wordt wanneer internationale organen, zoals de onderzoekscommissie der Verenigde Naties, met twee maten blijken te meten, zodra het de wandaden van Israël betreft in vergelijking met die van zijn onverzoenlijke vijanden: Hamas en Hezbollah."
– Raffaele la Capria, Italiaanse auteur. 1922 – 2022 n. Chr.
Per la verità, per Israele. Manifestazione i Roma. 7 Ottobro 2010. [Vanuit het Italiaans vertaald door C. Nooij].
“Ben-Goerion is niet geringer dan Henoch, noch Mosje Dajan geringer dan Joab: deze nieuwe beschermheren, ieder met zijn eigen profetische stem – of op zijn minst – met een klare en standvastige visie, hebben in het land Palestina een beschermingsstaat opgericht, en deze gewijd aan de Kinderen Israëls, van wie er twee miljoen in New York wonen, en de overige acht miljoen verstrooid zijn over de ganse wereld. En het belangrijkste aspect van dit wonder is dat de beschermingsstaat Israël, met zijn rond de twee miljoen inwoners op dit lange en smalle land, of men nu wil of niet, regeert en handelt in de naam van alle twaalf miljoen over de wereld verstrooide Joden.”
– Jalal Al-e Ahmad, Iraanse denker. 1923 – 1969 n. Chr.
Al-e Ahmad, J. (1963): The Israeli Republic. [Translated by Samuel Thrope]. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik wil er geen enkele twijfel over laten bestaan aan welke kant de sympathie van onze fractie (ARP) staat. Dat is zo vanwege hetgeen er thans gebeurd is, maar ook omdat dit niet los kan worden gezien van de lijdensweg die dit volk door de eeuwen heeft moeten gaan. (...) Israël verdedigt zich al sinds 1948 tegen machten, die zijn vernietiging beogen. Altijd alleen. Ontruiming Gaza is beantwoord met raketten.”
– Willem Aantjes, Nederlandse parlementariër (ARP / CDA). 1923 – 2015 n. Chr.
NRC (2008): We staan, stonden en staan weer achter Israël.
“Israël heeft mannen en vrouwen uit meer dan honderd landen weten te verenigen in een bont mozaïek, ingebed in een democratisch bestel dat zich kenmerkt door verdraagzaamheid, gewetensvrijheid en vrijheid van godsdienst. En dit alles — ondanks de blijvende spanningen en ongelijkheden in de verhouding tot zijn Palestijns-Arabische burgers. In het domein van wetenschap, economie en cultuur steekt Israël gunstig af bij vele andere democratische staten. Zo is het land de natie met het hoogste aantal musea per hoofd van de bevolking ter wereld.”
– Michael Curtis, Brits-Amerikaanse professor. 1923 n. Chr.
Curtis, M. (2014): Why is the Left so wrong on Israel? In: American Thinker. October 7 2014. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Reeds meer dan veertig jaren onderhouden de Verenigde Staten en de Staat Israël een vriendschapsband die gegrondvest is op wederzijds respect en een gemeenschappelijke toewijding aan de beginselen der democratie. Onze voortdurende inspanning tot vrede in het Midden-Oosten neemt haar aanvang met de erkenning dat de banden welke onze beide naties verbinden, nimmer verbroken mogen worden. Het zionisme is de idee die ten grondslag lag aan de stichting van een tehuis voor het Joodse volk. Wie het zionisme gelijkstelt aan de onverdraaglijke zonde van het racisme, verdraait niet slechts de geschiedenis, maar bezoedelt tevens het geheugen van de verschrikkelijke toestand van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog en zelfs door de hele geschiedenis heen."
– George H. W. Bush, president van de Verenigde Staten (Republikeins). 1924 – 2018 n. Chr.
President Bush's Address to Members of the Knesset. May 15 2008. [Vertaald door C. Nooij].
(OPGELET: Carter heeft Israël vals beschuldigd van segregatie op basis van godsdienst)
"Wij zijn het verplicht om het voortbestaan van Israël als natie te behoeden; om Israëls veiligheid te waarborgen en het onvervreemdbare recht van het Israëlische volk — dat door de eeuwen heen zoveel lijden heeft doorstaan — te verdedigen: het recht om in een blijvende en onwankelbare vrede te leven. De banden die het volk der Verenigde Staten verbinden met het volk van Israël zijn velerlei en diepgeworteld: het zijn banden van bloed en verwantschap, van gedeelde geschiedenis en geestelijke oorsprong, van gemeenschappelijke religieuze overtuiging, en van de eeuwenoude droom der herboren Joodse natie – een droom, die thans werkelijkheid is geworden."
– Jimmy Carter, President van de Verenigde Staten (Democraten). 1924 n. Chr.
Carter, J. (1978): Remarks at the Welcoming Ceremony for Israeli PM Begin on 21 March 1978. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het volk van Turkije en dat van Israël weten ten volle dat vrijheid en veiligheid hand in hand gaan. Het heiligste aller rechten – het recht op leven – is ons dierbaar. (…) De Turken van Joodse afkomst die in Turkije wonen, vormen ook heden ten dage een waardevolle en onlosmakelijke schakel binnen het sociale en culturele mozaïek onzer natie; zij zijn een wezenlijk en integraal deel van onze samenleving."
– Süleyman Demirel, president en premier van Turkije. 1924 n. Chr.
Speech in the Knesset by the President of Turkey Suleyman Demirel. Jerusalem, Tuesday, 12 March 1996. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“India heeft ten volle geprofiteerd van Israëls wereldwijd erkende expertise op het gebied van landbouwtechnologie. Vandaag de dag geldt India als Israëls op een na grootste handelspartner in Azië, met edelstenen en sieraden als voornaamste handelsgoederen. Ook het toerisme biedt aanzienlijke groeikansen, evenals de culturele samenwerking – want beide naties zijn bewaarders van enkele der rijkste historische en culturele schatten der mensheid. (…) Onze landen vormden de bakermat van oude beschavingen en tijdloze religies. De Joodse gemeenschappen in India hebben door de eeuwen heen rijke kleuren geschilderd op het mozaïek van de Indiase maatschappij. (…) De betrekkingen tussen het volk van India en de Joodse diaspora kennen een lange voorgeschiedenis en gaan terug tot de eerste eeuw na Christus. Twee Joodse gemeenschappen in India zelf traceren hun afkomst zelfs tot de tien ‘verloren stammen’ van Israël. (…) Ik ben ervan overtuigd dat India en Israël zich dienen toe te leggen op het versterken van hun bilaterale betrekkingen, gestoeld op gedeelde perspectieven en gemeenschappelijkheden tussen onze twee democratieën.”
– Atal Bihari Vajpayee, premier van India. 1924 n. Chr.
Primor, A. (2003): Indian PM. Violence Contributes Nothing. In: HaAretz. Sep 9 2003. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Voorafgaand aan de stichting van de Staat Israël beging het Joodse volk een zeer lang pad, gekenmerkt door onzekerheid en ontberingen en ook niet zelden door de verschrikkingen van geweld en vervolging. Ondanks dit alles heeft de Joodse natie nimmer zijn identiteit prijsgegeven.”
– Mário Soares, premier van Portugal. 1924 n. Chr.
Address of the President of Portugal, Mário Soares to the Knesset on 1 November 1995. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël bezit een der meest verfijnde parlementaire instellingen ter wereld. Zonder twijfel zal ons de gelegenheid geboden worden om kennis te nemen van uw beoefening der parlementaire democratie, en er het nodige van te leren. (…) Ook Kenia heeft ruimelijk geprofiteerd van de bedrijvigheid en het ondernemingsvermogen van het Joodse volk en Joodse firma’s – in het bijzonder op het gebied van civiele techniek en handel."
– Daniel arap Moi, president van Kenia. 1924 n. Chr.
Speech of Kenyan President Daniel T. arap Moi to the Knesset in January 1994. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Israël is het grootste, meest in de strijd beproefde en meest kosteneffectieve vliegdekschip der Verenigde Staten: het vergt geen enkele inzet van Amerikaansch personeel, is onzinkbaar, en bevindt zich op een der meest strategisch gelegen punten ter wereld voor de Amerikaanse nationale veiligheidsbelangen.”
– Alexander Meigs Haig, Iers-Amerikaanse staatssecretaris en generaal. 1924 – 2010 n. Chr.
Debusmann, B. (2010): U.S. Aid, Israel and Wishful Thinking. In: Reuters, December 4 2010. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De politieke en economische opbouw van Israël, ondanks alle ogenschijnlijke onmogelijkheid en verbitterde tegenstand, geldt als een der heroïsche sagen onzer tijd. Waarlijk, zij hebben de woestijn doen bloeien. (…) Doch wellicht nog indrukwekkender dan deze uiterlijke verwezenlijkingen is de geest des volks: baanbrekend, dapper, vindingrijk en vastbesloten — een levend bewijs dat de ontembare wil van den mens nagenoeg elk obstakel vermag te overwinnen. (…) Wij mogen niet vergeten dat het Joodse volk, ondanks eeuwenlange vervolging, nimmer den hoop heeft opgegeven; en dat het derhalve een eigen, beloofd vaderland moest verkrijgen — met Jeruzalem, wederom, als zijn hoofdstad.”
– Margaret Thatcher, Engelse premier van het Verenigd Koninkrijk. 1925 – 2013 n. Chr.
Bermant, A. (2013): An admirer of Israel who backed Peres over Shamir, diplomacy over settlements. In: The Times of Israel. 8 April 2013. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het Joodse volk in Palestina, dat in den opbouw van deze natiestaat geloofd en daaraan onvermoeid gearbeid heeft, is uitgegroeid tot een trotse en vastberaden gemeenschap. Israël vormt thans reeds een voortreffelijk en eigentijds voorbeeld van de wording ener natie, opgebouwd uit de primaire ingrediënten van waardigheid en zelfrespect. (…) Uit een eenvoudig dorp met slechts enkele duizenden zielen is Tel Aviv verrezen tot een indrukwekkende metropool van meer dan tweehonderdduizend inwoners. (…) Met gepaste trots wijzen de Joden erop dat in de twaalf jaren van 1932 tot 1944 meer dan een half miljoen Arabieren hun toevlucht zochten tot Palestina, in den hoop te kunnen profiteren van levensomstandigheden, zoals men die in geen enkelen Arabischen staat aantreft. Het is het enige land in het Nabije en Midden-Oosten, waar zich een Arabische middenklasse heeft kunnen vormen. (…) De Arabische wereld bestaat, helaas, uit talloze onderling geërgerde facties, welke zich wellicht reeds lang aan elkander vergrepen zouden hebben, ware daar niet de gemeenschappelijke strijd tegen het zionisme. De Verenigde Staten en Groot-Brittannië zouden welhaast goed doen hun blik op den Joodsen Staat te richten, ten einde een voet tussen de deur van dat werelddeel te verkrijgen."
– Robert F. Kennedy, Iers-Amerikaanse procureur-generaal. 1925 – 1968 n. Chr.
Kennedy, R.F. (1948): Robert Kennedy Reports. In: Boston Post. June 3 1948. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Tot dit land keerde dit volk weder, om zijn thuis opnieuw te stichten, na zich eeuwenlang onder de volkeren der aarde bewogen te hebben — dezen verrijkende met zijn voortreffelijke gaven, doch tevens, en dat zeg ik met diepe weemoed, lijdende onder hun verwerping en vervolging. In dit strookje land heeft het zich weder gesterkt tot natie, door het bloed zijner strijders, het zweet zijner arbeiders, de koenheid zijner denkers, de bezieling zijner kunstenaars, de scheppende kracht zijner geleerden en de wijsheid zijner staatslieden. Van hieruit straalt een boodschap van vrijheid en gerechtigheid, die dit volk tot lichtend voorbeeld strekt bij de opbouw van een bloeiende, rechtvaardige en vrije maatschappij. (…) Telkenmale dat een rijk de Joden toestond hun soevereine staat te herstellen, was Jeruzalem de hoofdstad van Israël — een geschiedenis die zich uitstrekt over een duizendjarige Israëlische soevereiniteit, met Jeruzalem als middelpunt. Er bestaat geen volk op aarde dat zulk een diepe, trouwe gehoorzaamheid heeft betoond aan een stad als hoofdstad van zijn nationale bestaan."
– Luis Alberto Monge, president van Costa Rica. 1925 n. Chr.
Address of the President of Costa Rica, Luís Alberto Monge, to the Knesset on 15 October 1985. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Gelijk iedere Jood ervoer ik bij de Muur gevoelens van diepe, persoonlijke aard. Dit is mijn geestelijk tehuis. Het is geweldig hier. Een overstelpende gewaarwording. Het is een soort van eenheid die ik voel met Israël en het Joodse volk."
– Sammy Davis Jr., Afro-Amerikaanse entertainer en Joodse bekeerling. 1925 – 1990 n. Chr.
Jewish Telegraphic Agency (1969): Sammy Davis, Jr. Pays Tearful Visit to Israel, Places Note in Western Wall Crevice. July 22 1969. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De Joden werden uit hun land verdreven en vervolgens, als waren zij de moordenaars van God, over de gehele wereld vervolgd en mishandeld. Wat hun volgens mij is overkomen, is wat men een omgekeerde selectie zou kunnen noemen. En wat betekent dat? Gedurende meer dan tweeduizend jaar zijn zij het slachtoffer geweest van afschuwelijke vervolgingen en pogroms. Men had kunnen aannemen dat dit volk ten slotte zou verdwijnen – ik geloof dat hun cultuur en religie het waren die hen bijeenhielden als natie. De Joden hebben een zwaarder bestaan gekend dan wij. En niets is te vergelijken met de gruwel van de Holocaust."
– Fidel Castro, premier en president van Cuba. 1926 n. Chr.
Tiku, N. (2010): Castro Has a Message for Ahmadinejad About the Jews. In: Intelligencer. September 7 2010. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik vrees dat de Holocaust opnieuw mogelijk is. Voor ik naar de VN kwam, hield ik die gedachte voor onwaarschijnlijk – nu ben ik daarvan overtuigd. (…) Wat binnen de VN doorgaat voor diplomatie inzake het Arabisch-Israëlisch conflict, heeft niets met vrede van doen: het is de voortzetting van de oorlog tegen Israël met andere middelen. In deze sfeer van georkestreerde vijandigheid wordt morele verontwaardiging [tegen] Israël als een vorm van georganiseerde chantage over de wereld verspreid (…) – terwijl in Cambodja drie miljoen mensen omkwamen in Pol Pots moorddadige paradijs; terwijl in Oeganda een kwart miljoen zielen werden uitgeroeid door Idi Amin; terwijl in de Sovjet-Unie duizenden burgers elke vorm van gelijke bescherming onder de wet werd ontzegd, niet vrij konden denken, spreken, publiceren, werken of emigreren. (…) Een vrouwenconferentie ontaardt plots in een platform dat Israël veroordeelt op basis van de absurde aantijging dat zionisme het voornaamste obstakel vormt voor wereldwijde vrouwenrechten... Een zitting van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie raakt zó verstrikt in onderhandelingen en debatten rondom een resolutie om Israël eruit te zetten dat men ternauwernood nog oog heeft voor zijn kerntaak: het tegengaan van nucleaire proliferatie. (…) Israël verdedigen betekent niets minder dan het verdedigen van Amerika en de westerse beschaving als geheel."
– Jeane Kirkpatrick geb. Jordan, Amerikaanse Ambassadeur bij de VN (Republikeinen). 1926 – 2006 n. Chr.
Bitton-Jackson, L. (2012): Jeane Kirkpatrick. In: JewishPress.com. July 6 2012. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Dat Israël een natie van bovennatuurlijke hoedanigheid is, blijkt zonneklaar uit het loutere feit van zijn voortbestaan in de hedendaagse wereld. Immers, nimmer tevoren is het geschied, dat een natie, uit haar erfgrond ontworteld, opnieuw een natie werd. Alle andere land, die een gelijk lot ondergingen, zijn bezweken onder het zand der tijd en in vergetelheid geraakt. Doch niet het Joodse volk! Want ofschoon het na de Bar Kochba-opstand (rond het jaar 135 n. Chr.) verdreven werd uit zijn land en over de wereld verspreid raakte, heeft het zich – zoals de Bijbel voorzegde – in de voorbije honderdvijftig jaren herwaarts begeven, terug naar zijn thuisland. Het bestaan van Israël heden ten dage tart de wetten der menselijke natuur en weerstaat de woede des Satans, die zich bedient van mannen als Hitler, en van hedendaagse islamisten, om het Joodse volk uit te roeien. Nauwelijks was Israël herboren of de omringende Arabische landen grepen naar het zwaard, opdat zij het van de aardbodem zouden vagen. Doch Israël heeft gestaan – door oorlogen en terreur heen – tegen een overmacht aan vijandelijke legers. En dit alles is op zichzelf reeds een wonder.”
– Tim LaHaye, Amerikaanse christelijke dominee en auteur. 1926 – 2016 n. Chr.
LaHaye, T. (2013): A Quick Look at the Rapture and the Second Coming. Page 44. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De strijd der Joodse organisaties tegen het Britse Rijk, het roemruchte avontuur van de 'Exodus', en al die dikwijls bloedige voorvallen, werden destijds in Europa met sympathie gadegeslagen. In onze, niet zelden onwetende, opinie – waarin ik mijzelf vanzelfsprekend insluit – golden zij als een legitiem deel van de internationaal-socialistische strijd tegen het imperialisme. (…) De resolutie der Verenigde Naties, waarbij de Staat Israël werd ‘geschapen’, werd in Europa algemeen geprezen als een daad van gerechtigheid, ja zelfs van vooruitgang. Men beschouwde haar, in zekere zin, als een poging, zij het niet om het onuitwisbare leed der Sjoa ongedaan te maken – een onmogelijke taak – dan op zijn minst als een gebaar van vergoeding, hoe ontoereikend ook. (…) De Verenigde Naties hadden, gelijk men weet, besloten twee staten in het leven te roepen: een Palestijnse staat; en een Israëlische staat, die reeds bestaan had in de vorm van het koninkrijk Juda en het koninkrijk Israël. Maar de Arabische organisaties en staten weigerden beide staten: zij verwierpen én den Joode staat, én de Arabische. In plaats van dit vredesvoorstel te aanvaarden, overspoelden hun legers het land met het voornemen de pasgeboren en weerloze Staat Israël te vernietigen. Doch de heldhaftige Joodse pioniers – veelal pas in Israël aangekomen, maar ook Sabra’s – arm aan wapenen doch rijk aan moed – brachten de aanvallende legers tot staan.”
– Carlos Semprún Maura, Spaanse auteur, toneelschrijver en journalist. 1926 – 2009 n. Chr.
Semprún Maura, C. (2003): ¿Soy judío?. In: La Illustración Liberal. [Vanuit het Spaans vertaald door C. Nooij].
“De leiders [van het zionisme] presenteerden zichzelf als dragers van een nieuw joods messianisme, een nieuwe profetische hoop op verlossing, maar ook als exponenten van het moderne superieure Westen en als zodanig geroepen Palestina als onderontwikkeld gebleven gebied op te stoten naar het moderne westerse ontwikkelingsniveau. En daar is men in belangrijke mate in geslaagd. De staat Israël is in het Midden-Oosten een voorpost geworden van de moderne westerse beschaving met een hoogontwikkelde economie, een gemiddeld inkomen dat twintigmaal hoger ligt dan dat van de omringende Arabische landen en in principe ook met een liberale democratie naar westers model."
– Wim Couwenberg, Nederlandse hoofdredacteur van het filosofisch tijdschrift Civis Mundi. 1926 – 2019 n. Chr.
Couwenberg, S.W. (1998): Keerzijde van 50 jaar Israël. In: Streven. Jaargang 65.
“In de vroege twintigste eeuw, en te meer na afloop van de nazi-Holocaust, vonden miljoenen Joden van heinde en verre eindelijk weer een thuis in Israël. (…) Sedert de afkondiging van zijn onafhankelijkheid heeft Israël – dat, gelijk mijn vader het placht te noemen, de ‘hoeksteen van de vredesboog’ in het Midden-Oosten is – op waardige wijze zijn crisissen en oorlogen doorstaan. (…) Het is van wezenlijk belang dat de Verenigde Staten (...) een hechte vriendschapsband blijven onderhouden met Israël, een natie die onze idealen en waarden deelt."
– John Dingell, Pools-Amerikaans congreslid uit Michigan (Democraten). 1926 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Er diende een staat voor de Joden te verrijzen – een volk dat, gedurende zo langen tijd en met zulke verschrikkelijke gevolgen, van staatsbestaan verstoken bleef. Wat lag meer in de rede dan dat deze staat zou worden gesticht in het oude thuisland der Joden, het land vanwaar zij eenmaal waren uitgegaan? Reeds gedurende het Brits mandaat over Palestina had een hele generatie van Joodse pioniers een aanvang gemaakt met de strijd en de voorbereiding van dit land."
– Arnold Hottinger, Zwitserse journalist en arabist. 1926 n. Chr.
Hottinger, A. (2012): Die israelische und die palästinensische Sicht... In: Journal21.ch. 26. Dezember 2012. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Als een strikt-politieke beweging werd het zionisme pas in het jaar 1897 gesticht, ofschoon er wel degelijk een legitiem besef bestaat, dat zijn oorsprong in de diepsten ouderdom wortelt. De moderne zionistische beweging nam haar aanvang in Europa, in het kader van de algemene opbloei van nationaal bewustzijn en patriottische geest, die sedert 1848 de meeste volkeren van Midden- en Oost-Europa had aangegrepen en zich vervolgens over geheel Afrika en Azië uitbreidde. Voor hen die het Joodse geloof aanhingen, was dit de Joodse uitdrukking van hetgeen men thans een nationale bevrijdingsbeweging zou noemen. (…) Niets in de Staat Israël — die op zijn tijd als vrucht van de zionistische beweging werd voortgebracht — is wellicht zo opmerkelijk als de rijkdom van hetgeen ik, bij wijze van aanduiding, wel eens ‘raciaal erfgoed’ noem: daaruit werd immers het Israëlisch staatsburgerschap geput. Daar zijn zwarte Joden, bruine Joden, blanke Joden; Joden uit het Oosten en Joden uit het Westen."
– Daniel Patrick Moynihan, Iers-Amerikaans senaatslid uit New York (Democraten). 1927 – 2003 n. Chr.
Fighting the ‘Zionism is Racism’ Lie. Moynihan’s Historic U.N. Speech. In: UN Watch. November 10 2015. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het volk Israël is menigmaal, uit de handen zijner vijanden, verlost geworden, en ook in tijden van antisemitisme, ja zelfs op de dramatische momenten der Sjoa, is het door de hand des Almachtigen gesterkt en geleid. De genade van den God des Verbonds heeft hen nimmer verlaten, maar hen steeds vergezeld en toegerust met de kracht om de beproevingen des levens te doorstaan. Van deze goddelijke, liefdevolle voorzienigheid kan ook uw Joodse gemeenschap, die reeds meer dan tweeduizend jaren in de stad Rome woont en waakt, volmondig getuigen."
– Benedictus XVI (Joseph Aloisius Ratzinger), Beierse/Duitse Paus van de Roomse Kerk. 1927 – 2022 n. Chr.
D'Costa, G. (2019): The New Catholic Zionism. In: Mosaic. September 9 2019. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het herstel van diplomatieke betrekkingen met Israël (...) zou onze nationale belangen bepalen. (...) De Israëlische onafhankelijkheidsstrijd riep hetzelfde gevoel en pathos op van onze geschiedenis [van strijd] voor vrijheid en mensenrechten."
– Ernest Eastman, Liberische adjunct-staatssecretaris. 1927 – 2011 n. Chr.
Liberian Studies Association (1989): Liberian Studies Journal. Volume XIV. Number 1. Page 45. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Nepal erkent Israëls legitieme bestaansrecht binnen internationaal erkende grenzen. (…) Wij spreken onze waardering uit voor de aanhoudende inspanningen van Israël om tot een duurzame vrede in het Midden-Oosten te komen. (…) Israël is van oudsher een gewaardeerde ontwikkelingspartner van Nepal. Ons land heeft aanzienlijke bijstand ontvangen vanuit Israël, onder meer op het gebied van landbouw, onderwijs, plattelandsontwikkeling, waterbeheer, toerisme en andere sectoren. (…) In het bijzonder beschouwen onze vrouwelijke arbeidskrachten de Israëlische arbeidsmarkt als zeer aantrekkelijk, daar zij een breed scala aan mogelijkheden biedt. De open en liberale democratische orde die Israël kenmerkt, ondersteund door een robuuste en effectieve rechtsstaat, biedt verdere voordelen voor onze vrouwelijke werkers."
– Sahana Pradhan, Nepalese minister BuZa. 1927 – 2014 n. Chr.
Pradhan, S. (2007): The Foreign Policy of Nepal in the Changed Political Context. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Israël is door God uitverkoren, daarom kies ik partij voor Israël! (…) Ik heb Israël lief met alles. Ja, zelfs met al het negatieve.”
– Friedrich Hänssler, Duitse theoloog en uitgever. 1927 n. Chr.
Israel Heute (2015): „Israel ist Gottes Wahl, deswegen stehe ich auf der Seite Israels!“. Mrz 11 2015, 10:03 am. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
Gerloff, K. (2016): Friedrich Hänssler. Ich liebe Israel mit allem. In: Fokus Jerusalem. 30.12.2016. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Een van de geschenken van de Joodse cultuur aan het christendom is dat deze de christenen heeft geleerd om te denken als Joden. Want waarlijk: iedere moderne mens die niet heeft geleerd om als een Jood te denken heeft eigenlijk nauwelijks geleerd om überhaupt te denken.”
– William Rees-Mogg, Engelse journalist. 1928 – 2012 n. Chr.
Sacks, J. (2000): Radical Then, Radical Now. In: The Times. Page 4. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Israël is zonder twijfel een land van wonderen. Wat het volk van Israël in slechts 38 jaar heeft verwezenlijkt, ondanks tegenspoed en vijandigheid, is werkelijk bewonderenswaardig. Ik heb altijd geloofd dat antizionisme en antisemitisme in wezen hetzelfde zijn. Wie het zionisme bestempelt als racisme, biedt slechts een doorzichtige dekmantel voor antisemitisme. Het is iets verachtelijks, iets afstotelijks. Wat ik in Israël heb mogen zien, heeft mij diep geïnspireerd. Ik keerde huiswaarts met hernieuwde hoop en met het inzicht dat mensen, juist wanneer zij aan beproevingen worden blootgesteld, een verbazingwekkende vindingrijkheid ontwikkelen. (...) De woorden van het 'Hatikva' raken mij recht in het hart: 'Zolang diep in mijn hart de ziel nog leeft…' is ook mijn hoop voor Zuid-Afrika niet verloren. Zoals Israël, streven ook wij ernaar om 'een vrij volk in ons eigen land' te zijn. De Israëlische overheid heeft ons bijgestaan met landbouwkundige steun, met opleidingen in leiderschap, en met initiatieven ter versterking van door vrouwen geleide coöperaties in KwaZoeloe. Die samenwerking, het partnerschap tussen de regering van Israël en die van KwaZoeloe, wordt door ons ten zeerste gewaardeerd."
– Mongosuthu Buthelezi, Zuid-Afrikaanse (Zoeloe) minister BiZa. 1928 n. Chr.
Keynote Address By Prince Mangosuthu Buthelezi MP President Of The Inkatha Freedom Party. Durban Jewish Club: 26 October 2011. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wederom coördineren de legers der Arabische naties [in 1973] hun militaire inspanningen met het oogmerk Israël te vernietigen – hoezeer zij ook mogen beweren slechts de verloren gebieden te willen herwinnen... Indien dit Arabische offensief tegen de grenzen van vóór 1967 ware begonnen, zou Israël werkelijk hebben moeten strijden voor zijn overleving. De huidige gebeurtenissen bevestigen de gerechtvaardigdheid van Israëls weigering om zich terug te trekken tot de oude wapenstilstandslijnen uit 1967, nu deze immers de enige werkelijke waarborg blijken te zijn voor hun veiligheid en voortbestaan."
– Alan Sillitoe, Engelse auteur. 1928 – 2010 n. Chr.
The Times, 11 October 1973. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De VN-stemming [die het zionisme aan racisme gelijkstelt] vormt wederom een treurig hoofdstuk in de geschiedenis der gestadige onderdrukking van het Joodse volk. We moeten ons vereenzelvigen met onze Joodse broeders en zusters in hun onophoudelijke strijd voor gelijkheid en overleving."
– Walter F. Sullivan, Iers-Amerikaanse prelaat van de Roomse Kerk. 1928 – 2012 n. Chr.
Banki, J.H. (????): The UN's Anti-Zionism Resolution. Christian Responses. Page 4. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“[De VN-resolutie die het zionisme aan racisme gelijkstelt] een schijnvertoning die haar ondermijning van Israëls bestaansrecht tracht te verhullen. [Het] diepe teleurstelling teweeggebracht onderrechtschapen mensen overal ter wereld."
– John F. X. Irving, Amerikaanse decaan van de Seton Hall University Law School. 1928 – 2004 n. Chr.
Banki, J.H. (????): The UN's Anti-Zionism Resolution. Christian Responses. Page 8. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Voor velen, gedurende eeuwen, was de geschiedenis der mensheid vóór de komst van het christendom nauwelijks te onderscheiden van de geschiedenis der Joden, en van wat dezen omtrent andere volken wisten te verhalen. Al deze getuigenissen zijn vervat in de boeken die wij het 'Oude Testament' noemen – de heilige schriften van het Joodse volk. (...) Zij waren de eersten die tot een abstract godsbegrip kwamen en dit ook beeldloos wisten te handhaven. Geen ander volk is er ooit in geslaagd zulk een diepgravende invloed op de wereldgeschiedenis uit te oefenen met zó weinig bronnen en middelen”
– John M. Roberts, Engelse historicus. 1928 – 2003 n. Chr.
Roberts, J.M. (1980): History Of The World. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Zonder de Joden zou de wereld ongetwijfeld een radicaal andere plaats zijn geweest. Wellicht zou de mensheid vroeg of laat tot diezelfde inzichten zijn gekomen die het Joodse volk ons geschonken heeft – doch zekerheid hierover bestaat niet. Elk groot conceptueel inzicht van het menselijk verstand schijnt, eens geopenbaard, haast vanzelfsprekend; doch de eerste formulering vergt een uniek en zeldzaam vernuft. Die gave bezaten de Joden. Aan hen danken wij het beginsel van de gelijkheid voor zowel de goddelijke als de menselijke wet; het besef van de heiligheid des levens en de onaantastbare waardigheid des mensen; het begrip van het individuele geweten – en daarmede de persoonlijke verlossing – alsmede het collectieve geweten en dus ook de sociale verantwoordelijkheid; het ideaal van vrede als een abstract doch verheven streven; de liefde als grondslag van gerechtigheid. Deze en vele andere denkbeelden vormen het morele fundament van ons menselijk bewustzijn. Zonder de Joden zou de wereld wellicht een aanzienlijk legere plaats zijn geweest."
– Paul Johnson, Engelse auteur en historicus. 1928 n. Chr.
Johnson, P. (1987): A History of the Jews. Page 2. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Om de situatie naar recht te doorgronden, dient men voorop te stellen dat de Joden, gelijk alle andere naties, een raciale groep vormt en als zodanig gerechtigd is om met alle geoorloofde middelen zijn nationale integriteit te bewaren. Hun godsdienst is hun persoonlijke aangelegenheid gebleven; zij streven er niet naar om, middels opdringerige propaganda of godsdienstige vervolging, hun geloof te verbreiden. Zij pleiten evenmin om religieuze redenen voor de vernietiging van den heiden, noch trachten zij een internationale machtsgroepering te vormen die – in de naam van God of Mozes – verdeeldheid, wantrouwen en verderf zou zaaien ter wille van de Joodse zaak."
– Anwar Shaikh, Pakistaans-Britse (Kasjmierse) auteur. 1928 – 2006 n. Chr.
Shaikh, A. (2007): The Arab Imperialism - Clash Of Prophets. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Israël en Liberia hebben in het verleden een hechte diplomatieke band gesmeed, welke tot op heden standhoudt, gesterkt door vruchtbare economische betrekkingen. Ondanks de harden overlevingsstrijd die u in uw land voert, heeft Israël niet geaarzeld tal van geleerden en vaklieden naar ons land te zenden, teneinde ons bij te staan in het verbeteren van de algemene levensstandaard van onze bevolking. Ook hebben onze eigen geleerden, ondernemers en diplomaten reeds veelvuldig mogen profiteren van de gastvrijheid die hun in uw land werd geboden."
– Angie Elizabeth Brooks, Liberische diplomaat en journalist. 1928 – 2007 n. Chr.
Speech of Angie Elizabeth Brooks to the Israeli Knesset. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De Joodse mensen hebben door de geschiedenis een ongekende mate van lijden ondergaan – gelijk ook de Aboriginals. Tussen deze twee naties bestaat een bijzondere verwantschap en dit bezoek aan Israël heeft mij geleerd dat dat gevoel van verbondenheid wederkerig is."
– Alfred Turner / Uncle Boydie, Australische Aboriginal (Jotijota) stamoudste. 1928 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Men moet niet lichtvaardig oordelen, alsof er geen dwingende gronden waren voor de oprichting van de Staat Israël in 1948; en heden ten dage staat het politieke bestaansrecht van Israël, naar de zuiverste maatstaven van recht en rede, boven alle twijfel verheven."
– Jürgen Habermas, Duitse filosoof. 1929 n. Chr.
Limone, N. (2012): Germany's Most Important Living Philosopher Issues an Urgent Call to Restore Democracy. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Vrede voor Israël betekent veiligheid, en wij zijn gehouden met al de kracht die in ons is, zijn bestaansrecht en zijn territoriale integriteit te beschermen. Israël is, en ik aarzel niet dit uit te spreken, mijns inziens een der voortreffelijkste voorposten der democratie in de wereld – een schitterend voorbeeld van hetgeen bereikt kan worden, van hoe een woestenij herschapen wordt tot een oase van broederschap. Vrede voor Israël betekent veiligheid, en deze veiligheid dient werkelijkheid te zijn."
– Martin Luther King, Afro-Amerikaanse activist. 1929 – 1968 n. Chr.
Martin Luther King on Peace and Security for Israel (March 25, 1968). [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik acht het een diepe schande dat men het overlevenden van dit volk — overlevenden wier armen nog immer getooid zijn met een getatoeëerd nummer — niet toestaat zich te verweren, zich te beschermen, en te beletten dat zij andermaal zouden worden uitgeroeid. (…) Maar ik sta aan de zijde van Israël, ik sta aan de zijde van het Joodse volk. Aan hun zijde stond ik reeds als jong meisje, toen wij met hen in de loopgraven streden en toen de Anne-Marie's voor het vuurpeloton geleid werden. Ik verdedig hun bestaansrecht, en hun heilig recht om zich te verdedigen — om niet voor de tweede maal uitgeroeid te worden. Ik walg van het antisemitisme dat vele Italianen en Europeanen uitdragen, en ik schaam mij diep om de smaad die mijn vaderland en dit continent bezoedelt. Europa is, in het beste geval, geen gemeenschap van naties, maar een modderige poel vol Pontius Pilatussen. En al zou de ganse wereld het mij euvel duiden — ik blijf bij mijn overtuiging.”
– Oriana Fallaci, Italiaanse journalist en auteur. 1929 – 2006 n. Chr.
Fallaci, O. (2002): Readers' letters on the Middle East. [Translated by David A. Harris]. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Gelijk iedere Australische regering die ons voorging, erkennen ook wij het moreel én politiek gebod, gelegen in onze toewijding aan de veiligheid van Israël en aan zijn onvervreemdbaar recht op een bestaan binnen veilige en erkende grenzen. (…) Tijdens mijn bezoek aan Israël werd het mij helder dat een der sterkste banden tussen onze beide naties gevormd wordt door de grote Joods-Australische gemeenschap, wier bijdrage aan onze samenleving – op elk gebied des menselijks streven – onschatbaar is gebleken. Haar levende band met Israël heeft méér bijgedragen aan wederzijds begrip en welwillendheid tussen onze landen dan welk beleidsvoornemen, woord of handelen dan ook had kunnen bewerkstelligen"
– Bob Hawke, premier van Australië. 1929 n. Chr.
Australian Foreign Affairs Record - Volume 58 - 1987. Page 66. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Dat de voornaamste prijs van Israël wordt toegekend aan de internationale letterkunde, dunkt mij geenszins toevallig, doch het vruchtbare gevolg van een diepgewortelde traditie. Want de grote Joodsche geesten, eens verdreven uit hun stamland en op verheven wijze ontstegen aan de nationalistische hartstochten, hebben steeds een buitengewoon scherpzinnig gevoel gekoesterd voor het Europa der culturen — een Europa niet als louter landstreek, maar als geestelijk beginsel. Indien de Joden, zelfs na de tragische verwerping die zij van Europa ondervonden, nochtans hun vertrouwen in het kosmopolitisme van datzelfde Europa behouden hebben, dan dunkt mij Israël, hun kleine en wonderbaarlijk herwonnen thuisland, het ware hart van dit Europa — een eigenaardig hart, zeker, doch een hart dat buiten het lichaam klopt. Met diepgevoelde aandoening aanvaard ik heden de prijs die de naam van Jeruzalem draagt en het teken is van diens Joodse, geestelijke kosmopolitismus.”
– Milan Kundera, Tsjechisch-Franse auteur. 1929 n. Chr.
Robertson, N. (1985): Kundrea Accepts Jerusalem Prize. In: The NY Times. May 10 1985. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Amerika en Israël onderhouden een soort ‘grote-broer-kleine-broer’-verhouding. Wij delen niet slechts gemeenschappelijke belangen als democratieën, maar Israël vormt tevens onze eerste verdedigingslinie tegen de islamitisch terreur. Belangrijker nog: daar onze republiek, hoe men het ook wendt of keert, gegrondvest is op christelijke beginselen, mogen wij ons beschouwen als geestelijke erfgenamen van de Joden. Hun wortels zijn, op grond van deze historische feiten, de onze. Het is om deze reden dat radicale moslims — of zij nu terreurorganisaties vertegenwoordigen of tirannieke staten als Iran — Amerika betitelen als ‘de Grote Satan’, en Israël als ‘de Kleine Satan’. Of wij dit nu aanvaarden of niet, in de ogen van hen zijn wij één. In een volledig seculier en militaristisch opzicht geldt dit ijzeren beginsel: wanneer de een valt, zal de ander weldra volgen."
– Hal Lindsey, Amerikaanse evangelische auteur. 1929 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ongeveer 4.500 Tsjerkessen wonen heden ten dage in Israël.. Ons thuisland is de Kaukasus. Wij, de Tsjerkessen, koesteren geen hoop meer om ooit nog terug te keren naar ons thuisland. We leven nu in de Staat Israël en we zijn erg trots om Israëlisch te zijn. Terwijl het Tsjerkessen in de Arabische landen niet is toegestaan de Tsjerkessische vlag te voeren, mogen wij in de Staat Israël vrij onze identiteit uitdragen.”
– Farok Zinadin, Tsjerkessisch-Israëlische sjeik.
Quoted in: Youtube Video. Muslims for Israel - Circassian Sheikh Farok Zinadin. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Hoewel ik geen Jood ben, en hoewel ik mijn laatste korst brood doorgaans niet zomaar weggeef, is Israël een van die zeldzame zaken die ik wél steun — en waarbij ik er een goed gevoel aan overhoud. Zwarten en Joden zijn door een gedeelde geschiedenis van vervolging met elkaar verbonden, en vastgeklonken als broeders in het lijden. Als er ooit iemand zal opstaan die de ware ‘gut bucket blues’ weet te zingen en hij is geen zwarte, dan zal het een Jood zijn. Want wij weten allebei wat het betekent om als voetenbankje van de ander te moeten dienen."
– Ray Charles Robinson, Afro-Amerikaanse muzikant. 1930 – 2004 n. Chr.
Ritz, D. & Charles, R. (2009): Brother Ray. Ray Charles' Own Story. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Onze twee volkeren delen een kostbaar spiritueel en ethisch erfgoed. De meerderheid onzer bevolkingen belijdt een geloof in dezelfde God. Beide landen zijn democratisch van aard en gebouwd op de fundamenten van de rechtsstaat — en, niet minder belangrijk, zij zijn verbonden door een hechte vriendschap. Deze groet, die ik u in naam van het volk en de regering van Argentinië overbreng, moge door de regering en de gehele bevolking van de Staat Israël worden ontvangen als een hartelijke omarming."
– Carlos Menem, president van Argentinië. 1930 – 2021 n. Chr.
Spraragen, A. (2017): Argentina-Israel Relations: Nazi Trials and Terrorist Tribulations. In: JCFA. July 2017. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wie het Midden-Oosten doorkruist op zoek naar olie, kan Israël gerust overslaan. Maar wie zoekt naar hersenen, hoeft niet verder te kijken. Israël heeft zich immers bewezen als een land dat een uitzonderlijke overvloed aan hersenkracht en energie bezit."
– Warren Buffett, Amerikaanse zakenmagnaat uit Nebraska. 1930 n. Chr.
Buffett, W. (2017): Treasure in Earthen Vessels. In: Israel Today. May 1 2017. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De mensen in Israël hebben de opbouw van dit land onder de moeilijkste omstandigheden beleefd en vormgegeven. (…) We mogen u toeroepen: wij bewonderen uw opbouwwerk! Wij bewonderen uw moed en uw standvastigheid, maar ook uw slimheid en uw vertrouwen in de eigen kracht. Wat u in deze decennia heeft bereikt, dient voor velen in de wereld als voorbeeld. Met de terugkeer uit de Diaspora is een oude wens in vervulling gekomen, die Theodor Herzl meer dan honderd jaar geleden omzette in een concrete visie. Hij geloofde in de spoedige oprichting van een staat, die de Joden van over de hele wereld een gemeenschappelijk thuisland zou schenken. (…) De nieuw opgerichte Staat Israël bood de Joden, die aan de Sjoah waren ontkomen, een nieuw thuis. (…) De grote problemen, die met de staatsvorming gemoeid waren, pakten de grondleggers met nooit aflatende moed, met bewonderenswaardige vlijt en met grote visie aan. Ze hebben met deze voorbeeldige houding nieuwe generaties beïnvloed en zodoende het succesverhaal van Israël beslissend voorgetekend. Israël – we hoorden het zojuist – heeft in de afgelopen vijftig jaar een bijna ongelooflijke economische opleving gezien. Op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en hoogtechnologie zet Israël nieuwe maatstaven. Ook de maatschappelijke ontwikkeling is indrukwekkend. Het kleine land, waarvan het bevolkingsaantal zich sinds 1948 vertienvoudigd heeft, volbracht en volbrengt – ondanks alle moeilijkheden – een unieke prestatie bij de integratie van mensen uit de meest verscheidene landen en cultuurgebieden. Wij Duitsers zijn er in het bijzonder dankbaar voor dat reeds kort na de staatsvorming stappen werden ondernomen voor de toenadering tussen Israël en de Bondsrepubliek Duitsland."
– Helmut Kohl, Paltsische/Duitse bondskanselier van Duitsland (CDU). 1930 – 2017 n. Chr.
Rede beim Festakt im Schauspielhaus Berlin anlässlich des 50. Jahrestages der Gründung des Staates Israel. 7. Mai 1998. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Israël is onze vriend geweest tijdens de recente oorlog – en vrienden staan elkaar bij. Zo eenvoudig is het. Israël is een lichtbaken in zijn deel van de wereld wat betreft zijn democratische overheid. Het is een rolmodel voor de landen die het omringen."
– Ross Perot, Amerikaanse zakenmagnaat en politicus (Republikeinen). 1930 n. Chr.
Richman, J. (2019): Remembering Ross Perot’s relationship with Israel and the American Jewish community. In: Jewish News Syndicate. July 10, 2019. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Israël heeft aanspraak op de steun van de regeringen van landen als Australië, op grond van de eeuwenlange geschiedenis van het Joodse volk, op grond van hun moed, hun volharding, en hun onvervreemdbare recht op een thuisland achter veilige en stabiele grenzen – en op grond van het feit dat velen hebben geprobeerd hen in de zee te drijven en laatstgenoemd recht van hen af te nemen.
– Malcolm Fraser, premier van Australië. 1930 n. Chr.
House of Representatives (1982): Parliamentary Debates. Weekly Hansard. Page 1701. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Iedere Afrikaan die Israël doorkruist, kan slechts onder de indruk raken van hetgeen in zo korte tijd verwezenlijkt is – op arme bodem, met schaarse natuurlijke hulpbronnen. Wij allen worden door deze verwezenlijkingen geïnspireerd om bij terugkeer soortgelijke experimenten aan te vatten. (...) In Israël trof ik jongelui aan, uitmuntend opgeleid, die als een bron van nationale trots inzetbaar zijn voor elk werkprogramma dat het welzijn van hun staat ten goede komt."
– Tom Mboya, Keniaanse (Luo) minister van Justitie. 1930 – 1969 n. Chr.
Curtis, M. & Gitelson, S.A. (1976): Israel in the Third World. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ja – de overleving van het Joodse volk is een goddelijk wonder. Zijn terugkeer naar het land dat eertijds aan Abraham, Izaäk en Jakob beloofd werd, is een wonder van God. De verbazingwekkende overwinningen van Joodse strijdkrachten op een overweldigende overmacht gedurende de opeenvolgende oorlogen van 1948, 1967 en 1973 zijn klaarblijkelijk tekenen van diezelfde goddelijke hand. De technologische prestaties van de Israëlische industrie, de militaire paraatheid, de overvloed aan landbouwproducten, de bloei van flora en fruit en de rijkdom van het land – dit alles getuigt van Gods wakend oog over deze jonge natie en van het genie van haar volk."
– Pat Robertson, Amerikaanse medianagnaat. 1930 n. Chr.
Robertson, P. (2021): I Have Walked with the Living God Large Print. Page 341. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël vertegenwoordigt thans de enige realistische mogelijkheid tot het inluiden van een democratische revolutie in het Midden-Oosten. Het moge dan slechts 0,2 procent van het landoppervlak der regio beslaan – in de ogen van Arabische landen is het een 'melanoom', een zogenaamd kwaadaardig gezwel. In werkelijkheid vrezen zij slechts zijn democratie. De Arabische staten eromheen willen het operatief verwijderen omdat ze er bang voor zijn, alsof het een democratische kanker is."
– Marco Pannella, Italiaanse europarlementariër (TRP). 1930 – 2016 n. Chr.
La battaglia di Marco Pannella per portare Israele in Europa (2019). [Vanuit het Italiaans vertaald door C. Nooij].
“Ik leerde gedurende acht dagen in Israël meer, dan in twee jaar formele vakbondsvorming aan welke Britse universiteit dan ook. Ik ken geen ander land waar de arbeid zózeer geëerd wordt, waar de menselijke arbeidshand zó hoog aangeschreven staat als Israël."
– John Kofi Barku Tettegah, Ghanese vakbondleider. 1930 – 2009 n. Chr.
Fraser, R.: The TUC and the Histadrut, 1945-1982. Page 122. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Onder de vlijtige handen van het Joodse volk, onder hun zweet en volharding, begon de dorre woestijn te bloeien. Binnen slechts enkele jaren na zijn stichting werd de Staat Israël een economisch ontwikkeld land – een trekpleister voor nieuwkomers van over de gehele wereld."
– Charles B. Rangel, Afro-Amerikaans congreslid uit New York (Democraten). 1930 n. Chr.
April 27, 2004 - Issue: Vol. 150, No. 55 — Daily Edition 108th Congress (2003 - 2004) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Reeds vanaf het begin van de negentiende eeuw waren de Joden een opmerkelijk succesvol volk. Eeuwenlang werden zij in vrijwel geheel Europa achtergesteld, uitgesloten van deelname aan het openbare leven. (...) Maar zodra – halverwege die eeuw – hun de barrières werden ontnomen, ontplooiden zij zich op buitengewone wijze in de wereld van het bankwezen, de handel, de industrie, de academische beroepen, de wetenschap, de kunsten. (...) In de schaakwereld waren Joden ongeveer de helft van ’s werelds schaakgrootmeesters en –kampioenen. (...) Onder de Nobelprijswinnaars zijn zij ruim zesmaal zo vertegenwoordigd als op basis van hun bevolkingsaantal verwacht mocht worden."
– Richard Lynn, Engelse psycholoog. 1930 n. Chr.
Lynn, R. (2011): The Chosen People. A Study of Jewish Intelligence and Achievement. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Dat Israël als onafhankelijk land nog bestaat, mag een wonder heten. Vele malen hebben Arabische en andere dictatoriale landen geprobeerd dit kleine westers-seculiere land van de kaart te vegen. Alle keren faalden ze, echter in oktober 1973 stond Israël toch bijna op omvallen, en was een tweede Holocaust in zicht. (…) Zo waren er legers met in totaal ongeveer 1 miljoen vijandige soldaten samen getrokken tegen Israël, waar destijds 2,5 miljoen Joden woonden. (...) Het ging de Arabische landen die Israël aanvielen niet alleen om het grondgebied, maar ook om de Joden zelf. Die moesten ‘verdwijnen’, net als in de Tweede Wereldoorlog. (...) Na 65 jaar kan (…) worden gesteld dat ondanks de vele oorlogen die Israël helaas heeft moeten vechten, Israël op zowel economisch, wetenschappelijk als cultureel gebied een groot succes is. Voor alle burgers: seculier, Joods, christelijk of islamitisch.”
– Tom Struick van Bemmelen, Nederlands senaatslid (VVD). 1930 – 2021 n. Chr.
Struick van Bemmelen, T. (2013): Israël overleefde aanval van 1 miljoen soldaten. In: De Dagelijkse Standaard, 6 oktober 2013.
"Dat het volk Israël, ondanks eeuwenlange overheersing, ballingschap en verstrooiing, niet ten onder is gegaan en zich niet heeft opgelost in andere volkeren, kan enkel worden begrepen als men erkent dat er bijzondere beloften over deze natie rusten. (…) Uit meer dan zestig landen keerden steeds meer Joden terug naar Palestina. (…) Uit de woestijn verrees, door de arbeid van vele handen, vruchtbaar land. Nieuwe steden verrezen. Het Oud-Hebreeuws wordt opnieuw gesproken – in wetten, in het parlement en in de kranten. (…) Gods wijsheid gaat het menselijk verstand te boven. De verstrooiing van het Joodse volk was niet louter een straf voor ongehoorzaamheid, maar tegelijkertijd een wonderbaarlijke voorbereiding op zijn toekomstige, wereldwijde roeping."
– Emil Rahm, Zwitserse ondernemer en publicist. 1930 n. Chr.
[Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
“Ik houd van Israël en ik houd van het Joodse volk. Ik geloof dat hun strijd een grote gemeenschappelijkheid heeft met onze strijd. Ik zeg vaak tegen zwarten dat ze moeten proberen de sage van de Joodse strijd na te streven en na te bootsen. Ze moeten naar de Seder gaan en de vier vragen stellen. Vergeet nooit waar je vandaan komt.”
– Don King, Afro-Amerikaanse bokspromoter. 1931 n. Chr.
Ben Solomon, J.L. (2008): love Israel and the Jewish people. October 28, 2008 00:11. In: The Jerusalem Post. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Zoals het Israël vergaat, zo vergaat het onze (...) moraliteit en ons hele bestaan als vrijheidslievende burgers van de wereld. Deze belegerde natie, dit volk, is een baken van hoop en gerechtigheid. Israëls vijanden zijn ook de onze: verheerlijkers van de dood, die met geweld hun bloedige leer aan ons willen opdringen."
– Rupert Murdoch, Australische zakenmagnaat. 1931 n. Chr.
Algemeiner Staff (2013): Rupert Murdoch. World Freedom Dependent on Israel’s Future. November 8 2013. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik bewonder de Joden. Ze waren over de hele wereld verstrooid, maar behielden tweeduizend jaar lang hun identiteit. Wat een les voor ons Elzassers, die slechts af en toe een Duitse of Franse inval moesten doorstaan. De Joden werden door iedereen onderdrukt."
– Tomi Ungerer, Elzassische/Franse striptekenaar. 1931 – 2019 n. Chr.
Jeffries, F. (2000): 'We owe them'. In: The Guardian. Sat 4 Nov 2000 03.18 CET. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
(OPGELET: Tutu heeft Israël vals beschuldigd van segregatie op basis van religie)
“Tijdens onze strijd tegen de apartheid waren het vooral Joodse mensen die tot onze trouwste bondgenoten behoorden. Zij waren bijna instinctief geneigd om aan de kant te staan van diegenen, die alle rechten ontnomen werden, stemloos waren gemaakt, die vochten tegen onrecht, onderdrukking en lijden. Ik koester nog altijd warme gevoelens voor de Joden."
– Desmond Mpilo Tutu, Zuid-Afrikaanse (Xhosa) geestelijke en activist. 1931 – 2021 n. Chr.
Tutu, D. (2002): Apartheid in the Holy Land. In: The Guardian. Monday 29 April 2002. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Israël is onze vriend en Syrië onze vijand.”
– Dory Chamoun, Libanese maronitische parlementariër. 1931 n. Chr.
“Ik ben geen Jood, maar mijn medeleven gaat, net zoals dat van de meeste Amerikanen, volledig uit naar de zaak waarvoor Israël staat. Deze zaak draait om veel meer dan een stukje land; zij vertegenwoordigt een geheel aan waarden – religieus, jurisch en ethisch – die behoren tot het erfgoed waarvan onze hele beschaving een erfgenaam is.”
– Haynes Johnson, Amerikaanse journalist en auteur. 1931 – 2013 n. Chr.
Johnson, H. (1982): The Tangled Middle East Dispute Viewed in the Spirit of Dante. In: Washington Post. July 25, 1982. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Op 14 mei 1948 verrees Israël uit de as van de Holocaust. In de afgelopen zestig jaren heeft het Amerikaanse volk een hechte en onverwoestbare vriendschap gesloten met onze democratische bondgenoot. De Verenigde Staten moeten hun toewijding aan de Israëlische soevereiniteit, veiligheid en democratie voortzetten. We worden geconfronteerd met gemeenschappelijke dreigingen, delen dezelfde waarden en moeten samen blijven werken om onze gezamelijke doelen te verwezenlijken. Ik prijs het wonder van Israël. De geschiedenis van Israël en diens volk is het verhaal van vrijheid en wedergeboorte, dat de onderdrukte volkeren over de hele wereld hoop biedt en zal blijven bieden.”
– Ike Skelton, Amerikaans congreslid uit Missouri (Democraten). 1931 – 2013 n. Chr.
April 22, 2008 - Issue: Vol. 154, No. 64 — Daily Edition 110th Congress (2007 - 2008) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het verlangen van het Joodse volk naar de oprichting van een onafhankelijke moderne Staat Israël is een uitvloeisel van het bestaan van het oude Koninkrijk Israël, dat drieduizend jaar geleden gesticht werd te Jeruzalem, in het heilige land Israël. Na de gruwelijke afslachting van zes miljoen Joden gedurende de Holocaust, werd deze eeuwenoude hoop, met steun der wereldgemeenschap, tot werkelijkheid gebracht. De inwoners van Israël mogen met recht en rede trots zijn op hetgeen zij hebben verwezenlijkt: een nieuwe en dynamische maatschappij en een uniek en levendig economisch, politiek, cultureel en intellectueel leven – ondanks de sombere tol van zes oorlogen, aanhoudend terrorisme, een internationaal schervengericht en economische boycots.”
– Connie Morella geb. Albanese, Italiaans-Amerikaans congreslid uit Maryland (Republikeinen). 1931 n. Chr.
April 22, 1998 - Issue: Vol. 144, No. 45 — Daily Edition 105th Congress (1997 - 1998) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het Joodse denken, de Joodse cultuur en de Joodse identiteit hebben eertijds op Oostenrijks bodem rijkelijk gebloeid. Zij leverden een onschatbare bijdrage – tegelijk onderscheidend als onmisbaar – aan de wording van Oostenrijk, en aan het geestelijk gelaat van een regio wier invloed reikt tot vér buiten de grenzen van de huidige republiek."
– Thomas Klestil, Oostenrijkse bondspresident. 1932 – 2004 n. Chr.
Thomas Klestil's Speech Before the Knesset on 15 November 1994. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“In het land dat jullie Lita noemen, en wij Lietuva, bloeide eens het Joodse denken, de Joodse cultuur, de theologie, de letteren en het sociale leven. Het heeft de Litouwse cultuur metterdaad verrijkt en ons land een uniek gelaat geschonken. Het was bijna onmogelijk om je een traditionele Litouwse stad voor te stellen zonder daarbij te denken aan de vrome, bedrijvige en begaafde inwoners ervan – de Joden. (…) Onvermijdelijk rijst in ons gemoed de herinnering aan de millennia-oude Israëlitische strijd om een eigen staat te vestigen en te bewaren – een strijd die aanving ver voor de dageraad van de christelijke jaartelling. Jullie vastberadenheid, eenheid, behoud van de nationale identiteit en eerbied voor de democratie, ondanks onderdrukking en een overvloed aan tegenstanders, is zeer inspirerend.”
– Algirdas Brazauskas, premier en president van Litouwen. 1932 – 2010 n. Chr.
Address of the President of Lithuania - Algirdas Brazauskas to the Knesset Plenum. Jerusalem, 1 March 1995. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"We hebben zoveel geleerd van Israël, in het bijzonder op het gebied van landbouw en wetenschap en technologische innovatie. En India is logischerwijs een bondgenoot van Israël, aan al deze fronten van de wetenschap."
– Somanahalli Mallaiah Krishna, Indiase (Kannada) minister BuZa. 1932 n. Chr.
Statements by PM Netanyahu and Indian Minister of External Affairs Somanahalli Mallaiah Krishna. 10.01.2012. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik ben een Joodse Boer. Ik houd van het Joodse volk omwille van zijn spiritualiteit, zijn bijdragen aan de wereld en voor mij persoonlijk zijn liefde en steun voor de kunst, met name het theater.”
– Patrick Mynhardt, Zuid-Afrikaanse (Afrikaner) acteur. 1932 – 2007 n. Chr.
[Vanuit het Afrikaans vertaald door C. Nooij].
“Chaldeeërs hebben meer gemeen met de Joodse gemeenschap dan met welke andere
nationaliteit dan ook. (…) Joden begrijpen onze cultuur; zij kunnen zich identificeren met ons.”
– Mike George, Chaldees-Amerikaanse ondernemer. 1933 – 2014 n. Chr.
Chaldean News. Issue of 05.11.2021. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Israël is het erfdeel van het volk Israël; zo is ook Assyrië het erfdeel van haar verdreven Assyrische volk in het noorden van Mesopotamië. (…) De Joden hebben nimmer opgehouden te betuigen – en met kracht van historische waarheid – dat het Bijbelse Land, Eretz Jisraël, hun toekomt. Hun hoofdstad Jeruzalem en de Tempel op berg Zion getuigen als onwrikbare stenen van hun aanspraak op dit voorvaderlijk bezit. Sinds de dagen waarin het Romeinse Rijk, in 131 n. Chr., de Joden over het Middellandse Zeegebied vestrooide, – ten gevolge van hun herhaalde opstanden tegen het juk der Romeinse heerschappij – eindigden de Joden hun gebeden altijd met een pleidooi voor hun terugkeer naar het oude thuisland. Ze hoopten dat hun historische land ooit weer aan hen zou worden teruggegeven en dat zij allen elkaar zouden wederzien in dit thuisland, Eretz Jisraël – om tezamen op berg Zion de Here Jehove, hun God, te aanbidden. (…) En toch – hoe schrijnend – is het zo, dat het huidige staatsgebied van Israël verreweg minder en kleiner dan het oude Israël van de Bijbel.”
– Frederick P. Isaac, Assyrisch-Australische auteur. 1932 n. Chr.
Isaac, F.P. (2001): Indigenous Peoples Under the Rule of Islam, Part III. Monday, September 11, 2001. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Te midden van een onophoudelijk woelige en onberekenbare wereldstreek heeft Israël zich getoond als een bolwerk van stabiliteit. Het is, en is dat altijd geweest, een van onze meest toegewijde bondgenoten – niet slechts in het Midden-Oosten, maar eveneens binnen de gemeenschap der Verenigde Naties. Telkens wanneer de vlam van conflict en crisis in de regio oplaaide, werd deze band alleen maar versterkt. (...) Geen andere etnische of religieuze groep in de geschiedenis der mensheid heeft zoveel pijn en vooroordelen verdragen en zoveel enorme moeilijkheden overwonnen, om een eigen natie te stichten. Geen jonge staat in onze tijd heeft in haar eerste levensjaar zózeer met vernietiging bedreigd gestaan als Israël. Israël heeft een bloeiende democratie weten te vestigen in een streek die bekend staat om zijn dictaturen. Meer nog: ze hebben goedgeefs hun land opengesteld voor Joden van over de hele wereld."
– Edward Kennedy, Iers-Amerikaans senaatslied (Democraten). 1932 n. Chr.
April 30, 1998 - Issue: Vol. 144, No. 51 — Daily Edition 105th Congress (1997 - 1998) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël en Sri Lanka hebben in hun beider geschiedenis vele wisselvalligheden, beproevingen en uitdagingen doorstaan. Niettemin zijn beide landen democratieën gebleven, geworteld in een diepe toewijding aan de rechtsstatelijkheid en de onafhankelijkheid der rechtspraak. Onze regeringen wisselen op vreedzame wijze – niet door middel van kogels, doch door middel van eerlijke en vrije verkiezingen. Wellicht zou men kunnen stellen dat wij beiden ons soms te vaak aan de stembus begeven, maar dat is ontegenzeggelijk ook een teken van de levendigheid onzer democratieën."
– Ratnasiri Wickremanayake, premier van Sri Lanka. 1933 – 2007 n. Chr.
Wickramanayaka, R. (2008): The Current Political Situation in Sri Lanka. Page 105. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Uwe Excellentie, het zal u ongetwijfeld niet zijn ontgaan dat het voor de Australische Labor-regering een fundamenteel uitgangspunt van beleid vormt, dat het recht van de Staat Israël om te leven binnen veilige en internationaal erkende grenzen door ons ten volle wordt erkend. Er kan en zal geen oplossing voor het geschil tussen de Arabieren en de Israëliërs komen, indien deze niet stoelt op de algemene erkenning van de Staat Israël."
– Bill Hayden, Iers-Australische Gouverneur-Generaal van Australië. 1933 – 2023 n. Chr.
Recognition of States-Israel-Palestine homeland. Speech on 1 February 1984 in Amman. (Comm Rec 1984,251). [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“[Israël] is de enige functionerende democratie in het Midden-Oosten. Arabieren zijn vertegenwoordigd in de Knesset. Het Hooggerechtshof heeft Arabische leden. Arabisch is een officiële taal. Hebben Joden spiegelbeeldige rechten in de Arabische wereld? (...) Israëls spectaculaire overwinning van 1967 (...) markeerde een keerpunt in de manier waarop naar Israël werd gekeken, vooral door zich progressief noemende kringen. Had men daar voordien vooral sympathie en bewondering voor het egalitaire land van de kibboetsim, door 1967 ruilden David en Goliath van plaats. (...) Kon Israël hier iets aan doen? Men kan niet van Israël verlangen dat het een oorlog verliest alleen om zich verzekerd te weten van de voortdurende welwillendheid van vooral linkse Europese kringen."
– Frits Bolkestein, Nederlandse minister van Defensie. 1933 – 2023 n. Chr.
Bolkestein, F. (2014): Het Westen laat zich ringeloren door Arabische propaganda tegen Israël. In: NRC. 18 januari 2014.
"Er is in geheel Europa geen natie een hechtere historische band onderhoudt met de Joodse natie dan de Poolse natie. Gedurende het voorbije millennium vonden talloze Joden, die elders in het Westen geen welkom vonden, een vaderland in Polen. Wij hebben samen geleden, wij hebben samen geleefd, onze culturen raakten doordrenkt van elkaars geest, en we hebben nog altijd veel gemeen.
– Stanisław Pawlak, Poolse minister BuZa. 1933 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik ben ervan overtuigd dat de inwoners van Israël niet slechts op theologische gronden, maar ook op basis van historische en juridische rechten aanspraak maken op het land. Als gelovige in de geschriften van het Oude Testament heeft dit mij persoonlijk tot een zionist gemaakt. (...) Elke Amerikaan die deze rechten erkent, heeft de morele verplichting om zijn invloed aan te wenden, om erop toe te zien dat onze bestaande machthebbers hun steun aan de Staat Israël in deze beslissende tijden onverwijld bevestigen."
– Jerry Falwell, Amerikaanse pastoor en activist uit Virginia. 1933 – 2007 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Een deel van de joden bracht een brok civilisatie en wetenschap mee waarvan alle arabieren hadden kunnen profiteren. (...) [Ik voel] bewondering voor wat de Joden in Israël tot stand hebben gebracht. Dat hadden zij zonder financiële hulp van buitenaf nooit klaargespeeld, maar het blijft een feit dat zij met een onweerstaanbaar élan hun deel van Palestina een ander aanzicht hebben gegeven en dat grote delen van de bevolking, en dan denk ik in de eerste plaats aan de kibboetsiem, een idealisme aan de dag leggen dat men bij zulk een getrapt en geslagen volk niet meer zou hebben verwacht."
– Wim Gijsen, Nederlandse auteur. 1933 – 1990 n. Chr.
Gijsen, W. (1968): Het Midden-Oosten. Vrede of armageddon. In: Maatstaf. Jaargang 15. Pagina 206-215.
"Het opbouwen van een onafhankelijke Joodse natie op een smalle strook land zou, zelfs onder de meest gunstige omstandigheden, een buitengewone opgave zijn geweest. Dat Israël hierin is geslaagd – temidden van voortdurende existentiële dreiging – is niets minder dan een indrukwekkende prestatie. Israël heeft zich, ondanks vijandigheid en aanhoudende tegenspoed, staande weten te houden en zich ontwikkeld tot een bloeiende en pluralistische natie. (...) Slechts weinige maatschappijen zouden onder zulke druk hun toewijding aan een sterke democratie hebben weten te bewaren, zoals Israël dat heeft gedaan. In nauwelijks een halve eeuw tijd hebben de Israëliërs moderne steden uit de grond gestampt, bloeiende landbouwgemeenschappen en instellingen voor hoogwaardig onderwijs opgericht en gezondheidszorg van wereldniveau tot stand gebracht. En dit alles, terwijl Israël onverminderd een toevluchtsoord bleef voor Joden wereldwijd – van hen die vluchtten voor onderdrukking tot overlevenden van de Holocaust, die er een nieuw begin vonden."
– Paul Sarbanes, Grieks-Amerikaans senaatslid uit Maryland. 1933 n. Chr.
April 30, 1998 - Issue: Vol. 144, No. 51 — Daily Edition 105th Congress (1997 - 1998) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik bewonder Israël omdat het een democratie is. Ik bewonder Israël omdat ik altijd al een zwak heb gehad voor de underdog. En als militair kan ik niet anders dan diepe bewondering voelen voor Israëls militaire successen. Maar laat mij u dit zeggen: nooit heb ik Israël zó bewonderd als tijdens Operatie Desert Storm. Israël had veertig redenen om zich in die oorlog te mengen – veertig Scud-raketten werden afgevuurd op zijn steden. En toch koos het voor terughoudendheid. Men zegt weleens dat Israël alleen zijn eigen belang dient en zich onttrekt aan het belang van de wereld. Maar Desert Storm bewees het tegendeel. Israël stond onder enorme druk om aan de oorlog deel te nemen – en toch besloot het, voor het welzijn van de internationale coalitie, om zich beheerst op te stellen. Daarom geloof ik, vandaag meer dan ooit, dat we dichter bij vrede staan dan ooit tevoren in mijn leven."
– Norman Schwarzkopf Jr., Duits-Amerikaanse commandant over de Golfoorlogcoalitie. 1934 – 2012 n. Chr.
Lehman, M.R.: General Schwarzkopf Says: Don't Give Back The Golan Heights. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Sinds zijn stichting 61 jaar geleden is de moderne Staat Israël een sterke bondgenoot geweest voor de Verenigde Staten. Israël heeft zich gevestigd als een dynamische, pluralistische en democratische natie met een economie, cultuur en intellectueel leven die volop bloeien. (…) Israël is het thuis van vele uitstekende wetenschappers, ingenieurs, artsen, muzikanten en andere hardwerkende mensen. Dit is een indrukwekkende staat van dienst voor een land met amper zeven miljoen inwoners. (…) Israël riep op 14 mei 1948 de onafhankelijkheid uit en bood daarmee Joden van over de hele wereld de gelegenheid om hun oude thuisland te herbouwen.”
– Donald Payne, Afro-Amerikaans congreslid uit New Jersey (Democraten). 1934 – 2012 n. Chr.
House Session | May 4, 2009 11:37 AM PT. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Jeruzalem is niet alleen een schatkamer van archeologische vondsten en overblijfselen uit de oudheid. Het is een levendige stad die haar historische eigenheid heeft bewaard en zich aan het moderne leven heeft aangepast. Mooie winkelcentra, versmarkten en restaurants zijn in Jeruzalem gemeengoed, wat de enorme culturele vooruitgang onderstreept, die de moderne Staat Israël gedurende zijn korte bestaan heeft geboekt.”
– Edolphus Towns, Afro-Amerikaans congreslid uit New York (Democraten). 1934 n. Chr.
Congressional Record Volume 151, Number 75 (Wednesday, June 8, 2005). [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Op het 70ste jubileum van de stichting van de Staat Israël wordt het tijd dat we eindelijk het belang ervan voor de stabiliteit en vrede op de wereld erkennen. Israël is niet alleen onze belangrijkste bondgenoot in het Midden-Oosten, maar ook een belangrijke partner bij het bevorderen van Amerikaanse veiligheidsbelangen in de regio. Israël verdient een eerlijke behandeling door leden van de wereldgemeenschap. Ik hoop dat mijn collega's en onze internationale partners zich bij mij zullen aansluiten om het wonder genaamd Israël te vieren."
– Orrin Hatch, Amerikaans senaatslid uit Utah (Republikeinen). 1934 – 2022 n. Chr.
Hatch, Booker Introduce Resolution Celebrating Israel's 70th Anniversary. May 10, 2008. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wist u dat een Arabier in Israël, mits Israëlisch staatsburger, het recht heeft om te stemmen tijdens verkiezingen — zelfs vertegenwoordiging geniet in het parlement, de Knesset? Daar zetelt hun eigen politieke partij, die speciaal opkomt voor de Arabische bevolking. Israël is de enige ware democratie van het Midden-Oosten, gestoeld op een westerse regeringsvorm en verankerd in een moreel bestel dat wortelt in de Bijbel. (...) Wij zouden Israëls beste vriend moeten zijn. Indien wij, als natie van vrijheid en recht, vandaag Israël niet bijstaan — wie zal dan morgen nog op ons kunnen rekenen, wanneer de vrijheid in het gedrang komt? (...) Elke spade die in Israëls bodem zinkt, onthult nieuwe bewijzen van drieduizend jaar onafgebroken aanwezigheid van de Israëliërs: munten, aardewerk, stadspoorten, cultuur. (...) En kijk naar het land zelf: het dorre land begon pas opnieuw te bloeien toen de Joden terugkeerden. (...) Israël is thans een landbouwwonder: in het zand weten zij meer voedsel voort te brengen dan wie ook ter wereld. De Arabische naties zouden er goed aan doen Israël niet langer als vijand te zien, maar als leidsman en vriend. Laat hen Israëlische technologie binnenhalen, laat hen van deze kennis profiteren, opdat het gehele Midden-Oosten moge uitgroeien tot een hof van overvloed. (...) Het is goed om te weten dat we een vriend in het Midden-Oosten hebben, op wie we kunnen rekenen. Israël is het land dat vaker dan enig ander — vaker dan Groot-Brittannië, dan Canada, dan Duitsland of Frankrijk — in de Verenigde Naties onze kant kiest. Ook op strategische gronden is dit zodoende onze meest consequente bondgenoot."
– Jim Inhofe, Amerikaans senaatslid uit Utah (Republikeinen). 1934 n. Chr.
Inhofe, J. (2011): The Land Belongs To Israel. In: Youtube. 27 May 2011. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Man, als kind snapte ik er echt helemaal niks van. In de kerk ging het er alleen maar over hoe geweldig al die Joden waren: Abraham, Mozes, Ezekiël en al die andere profeten. Ze waren allemaal Joods. Maar zodra men de kerk verliet, hadden ze het over ‘die verdomde Joden’. Ze haalden ze alleen maar naar beneden. Ik kon die tegenstrijdigheid maar niet bevatten. (...) Als je erover nadenkt, dan is onze gehele hedendaagse beschaving gebouwd op Joodse denkers. Kijk naar de Joodse religie. Jezus was een Joodse jongen en een rabbijn. En in de psychologie had je Sigmund Freud. Onze hele wetenschap komt van Albert Einstein. En kijk wat er gebeurt in communistisch Rusland. Dat is allemaal begonnen door Karl Marx."
– Elvis Presley, Amerikaanse zanger en acteur. 1935 – 1977 n. Chr.
Rogovoy, S. (2021): Was Elvis Presley actually the Jewish Elvis?. In: Forward. January 8, 2021. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Van Sickle, H. (2020): ‘The Jewish World of Elvis Presley’. In: The Berkshire Edge. December 8, 2020. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Man, it used to confuse the hell outta me as a kid. In church all they talked about was how great all the Jews were, Abraham, Moses, Ezekiel, and all those other prophets. They were all Jewish. But outside of church, they would talk about ‘those damn Jews.’ They would put them down. I just couldn’t understand it. (...) When you think about it, our whole modern civilization is built on Jewish thinkers. Look at the Jewish religion. Jesus was a Jewish boy and a rabbi. And in psychology, there was Sigmund Freud. All of our science is Albert Einstein. And look what’s going on in Communist Russia. That was all started by Karl Marx.”
– Elvis Presley, American singer and actor. 1935 – 1977 AD
Rogovoy, S. (2021): Was Elvis Presley actually the Jewish Elvis?. In: Forward. January 8, 2021.
Van Sickle, H. (2020): ‘The Jewish World of Elvis Presley’. In: The Berkshire Edge. December 8, 2020.
“Over het algemeen denk ik dat Israël een zeer oude natie is. Het is ook een nieuwe natie, een jonge staat. Ik vind dat jullie je nationale identiteit met veel bedachtzaamheid hebben opgebouwd. En sinds mijn laatste bezoek viel mij op hoeveel van het land dat eertijds een woestijn was, thans tot groene vruchtbaarheid is gebracht, dankzij jullie harde werk en welgeordende planning. Dat is dus mijn indruk. (…) Wij, als Tibetaanse vluchtelingen, spreken onder elkander dikwijls over de noodzaak voor ons om het ‘Joodse geheim’ te leren: het vermogen om, zelfs onder vijandige omstandigheden, onze tradities ongeschonden te bewaren.”
– Lhamo Dhöndup / Tenzin Gyatso, dalai lama van Tibet. 1935 AD
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"India en Israël hebben een parallelle worsteling gevoerd tegen de heerschappij der Britten. Onze leiders kozen uiteenlopende middelen, doch hun streven werd bezield door dezelfde verheven menselijke waarden en idealen. (…) In de jaren die volgden op de onafhankelijkheid hebben onze volkeren elk hun eigen pad bewandeld, doch het Indiase volk heeft steeds met achting gekeken naar de Israëlische geest van vernieuwing: het landbouwkundig vernuft, het kibboetssysteem, en de voortreffelijke prestaties van jullie geleerden en technici. Met bewondering aanschouwen wij hoe het Joodse volk, opgestaan uit de dieptes van onpeilbaar leed en vele ontberingen, met ontembare wilskracht en geestkracht zijn nationale huis opbouwde tot hetgeen het heden ten dage is geworden: een bloeiende, vooruitstrevende samenleving, die vooroploopt op talloze terreinen der menselijke ontwikkeling. Telkenmale wanneer de namen der Nobelprijswinnaars worden bekendgemaakt, treffen wij onder hen afgestudeerden aan van de Hebreeuwse Universiteit en het Technion – en als vrienden van Israël vervult dit welslagen ons met vreugde."
– Pranab Mukherjee, Bengaalse president van India. 1935 – 2020 n. Chr.
President Mukherjee's Address to the Knesset, Israel (October 14, 2015). [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik herhaal mijn plechtige belofte: dat Bulgarije het bestaan en de veiligheid van de Staat Israël beschouwt als een onmisbare pijler onder iedere duurzame regeling in het Midden-Oosten. (…) De Staat Israël is een staat van stenen — niet louter omwille van de aard van zijn bodem, maar omdat uit het hart van iedere Jood, die daarheen zijn schreden wendde, een steen werd gelicht en ten grondslag gelegd aan een bloeiene tuin. Jullie hebben wonderen verricht op het gebied van landbouw."
– Zhelyu Zhelev, president van Bulgarije. 1935 – 2015 n. Chr.
Address of the President of Bulgaria, Zhelyu Zhelev to the Knesset on 6 December 1993. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik geloof dat Israël een van onze belangrijkste vrienden ter wereld is. En mijn overtuiging vindt weerklank bij velen in Israël zelf. Twee van de leerstellingen waarin het ware zionisme wortelt zijn het recht op ‘zelfbeschikking’ en de plicht tot ‘zelfredzaamheid.’ Ik ben niet van mening dat Israël ons als meester moet beschouwen, maar juist als een vriend."
– Ron Paul, Duits-Amerikaans congreslid uit Texas (Liberalen/Republikeinen). 1935 n. Chr.
Shalev, C. (2011): Ron Paul Tells Haaretz: I Am Not an anti-Semite. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Onder alle natiën der aarde zijn het de Joden geweest die niet slechts in het bijzonder hebben geleden onder raciale vervolging, maar die bovendien méér dan enig ander volk hebben bijgedragen tot deontzenuwing der onwaarheden waarop zulk racisme rust. Gedurende opeenvolgende geslachten hebben Joodse beoefenaars der maatschappelijke wetenschappen onvermoeibaar gearbeid op alle terreinen, waaronder antropologie en psychologie, teneinde alle beweringen van raciale meerder- of minderwaardigheid aan het licht te brengen en te weerleggen. Het veroordelen van de Joodse overlevingsleer — het zionisme — als ware het een vorm van racisme, is een boosaardige parodie op de waarheid zelve."
– Eldridge Cleaver, Afro-Amerikaanse voormalige Black Panther. 1935 – 1998 n. Chr.
Cleaver, E. (1976): Cleaver Defends Zionism. In: Jewish Telegraphic Agency. January 22, 1976. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Joden verdrongen, vernietigden, braken geen inheemse maatschappij in stukken. Deze maatschappij zelve was de vreemde en doorbrak de natuurlijke orde van zes decennia Joodse soevereiniteit over Palestina — uitgestrekt over een tijdspanne van tweeduizend jaren... Het zionisme reclameerde, verloste, herstelde, herbeplantte en voltooide Palestina en de Joodse heerschappij daarover. Israël was een terugkeer naar een eerdere stand van zaken, ook al gelijkten deze totstandkoming in middelen en uiterlijk vertoon soms meer op de Europese koloniale ondernemingen van de negentiende eeuw, dan op bepaalde schaduwrijke voorgangers uit de eerste eeuw.”
– Edward Said, Palestinijns-Amerikaanse professor. 1935 – 2003 n. Chr.
Ayoub, H.S. (2012): Whether a 'One-State Solution to the Palestinian-Israeli Conflict. Electronic Theses and Dissertations. 41. Page 181. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Dit parlement getuigt van de stichting, in het jaar 1948, van een Joodse, vrije en democratische staat, die de wereldburgers, die alle talen spraken en vanuit alle hoeken van het universum terugkeerden, verwelkomde na het trauma van de Sjoah. Jullie vertegenwoordigen universele idealen; jullie zijn het edelste voorbeeld van democratie en vrijheid in het Midden-Oosten, een exemplaar dat zijn diepgaande wortels heeft in de Bijbel en in het zionistisch ideaal. Zoals zowel Paus Johannes Paulus II als Opperrabbijn Elio Toaff het uitdrukten: het volk Israël is als onze 'oudere broer'. De bron van deze vriendschap tussen ons is te vinden in onze gemeenschappelijke cultuur en ons gemeenschappelijke lot, en ook in de liefde die we delen voor begrip en een vreedzaam bestaan onder de naties van de wereld."
– Silvio Berlusconi, premier van de Italiaanse Republiek. 1936 – 2023 n. Chr.
Discorso di Silvio Berlusconi alla Knesset - 3 Febbraio 2010. [Vanuit het Italiaans vertaald door C. Nooij].
"[De] bezittingen [van het huis van Jakob] waren meer dan 18 eeuwen bezet en verwaarloosd door verschillende volken. In 1948 is, door de stichting van de staat Israël, gedeeltelijk een einde gekomen aan die bezetting. (Gefeliciteerd Israël, met jullie 65e verjaardag, 15 mei). Na de Zesdaagse Oorlog (1967) kwamen Judea en Samaria ook bij Israël. De stamgebieden van Efraïm, Benjamin en de halve stam van Manasse. Gebieden waar de hele wereld nu een Palestijnse staat wil zien."
– Jan van Barneveld, Nederlandse natuurkundige en evangelist. 1936 – 2022 n. Chr.
Barneveld, J. van (2013): Gods lievelingszoon en de ‘bezette gebieden’.
“U heeft Palestijnen die in Israël wonen met volledige politieke rechten en die vertegenwoordigd zijn in de Knesset. U heeft geen discriminerende wetten tegen hen, die hen bijvoorbeeld zouden beletten om op bepaalde stranden te zwemmen of iets dergelijks. Ik geloof dat het oneerlijk is om Israël een apartheidsstaat te noemen.”
– F. W. de Klerk, staatspresident van Zuid-Afrika. 1936 n. Chr.
South Africa's de Klerk. Israel not an apartheid state. In: The Times of Israel. 27 May 2014. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Het Joodse volk staat bij ons zeer hoog aangeschreven, daar hun verbond met God nimmer herroepen is – want, zo staat geschreven: 'de genadegiften en de roeping Gods zijn onberouwelijk'. De Kerk, die met het Joodse volk een aanzienlijk deel der Heilige Schrift deelt, erkent in het volk des verbonds, en diens geloof, een der heilige wortelen van haar eigen identiteit in Christus. (...) Wie de Joden aanvalt, bedrijft antisemitisme – maar wie Israël als staat bestrijdt, begeeft zich op datzelfde duistere pad. De Staat Israël heeft het volle recht om in veiligheid en voorspoed te bestaan.”
– Franciscus (Jorge Mario Bergoglio), Italiaans-Argentijnse Paus van de Roomse Kerk. 1936 n. Chr.
Pope Francis (2013): Evangelii Gaudium. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
‘Attacks on Jews are anti-Semitism, as are attacks on Israel,’ Pope Francis tells Jewish leader. In: World Jewish Congress. 28 October 2015. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël is in welvaart en moderniteit met rasse schreden voortgestuwd. Toen ik het land voor het eerst bezocht, in het jaar 1977, bevond het zich nog in de toestand van een derdewereldland – weliswaar geavanceerd, maar desalniettemin een derdewereldland. Thans behoort het tot de eerste wereld. Dat deze transformatie zich voltrok binnen de tijdspanne van slechts drie generaties, is zonder meer een indrukwekkende prestatie. Zeker, het land ontving hulp van buitenaf – doch de grootste inzet kwam van binnenuit. Israël zou een voorbeeld moeten zijn voor tal van naties in de derde wereld. (...) Mijn eerste bezoeken aan Israël grepen mij diep aan. Ik was getroffen door de geestdrift en daadkracht van de eerste zionisten, kibboetsniks en intellectuelen – door de geweldige geest van Israël."
– Mario Vargas Llosa, Peruaanse auteur en journalist. 1936 n. Chr.
Levy, G. (2010): Twilight Zone A Friend in Need. In: HaAretz. June 3 2010. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Wij hebben er dertig seconden over nagedacht, Israël moest als democratisch land bescherming krijgen tegen de Arabische agressie. Wij durfden onze nek uit te steken.”
– Bram Stemerdink, Nederlandse parlementariër (PvdA). 1936 n. Chr.
Schnerr, J. (2013): Citaten. In: Documentatie over Palestijnen, Israël en Midden-Oostenpolitiek.
“Israël heeft mijn hart veroverd. Ten eerste i.v.m. de wens om medeverantwoordelijkheid te dragen voor het leed dat christenen in de loop der eeuwen het Joodse volk heeft opgelegd, zoals de pogroms, de inquisitie en hun uitkomst: de Holocaust. Ten tweede, omdat mijn ouders geen Joden konden helpen tijdens de oorlog, want er waren – voor zover ik weet – geen Joden in hun stad. Het was mijn moeder, die in mij de kiem van mijn liefde voor het Joodse volk plantte. Mijn moeder was een grote aanhanger van Israël en toen ze oud was had ze het land zelfs twee keer bezocht."
– Meindert Leerling, Nederlandse parlementariër (RPF). 1936 n. Chr.
Gerstenfeld, M. (2010): Het verval: joden in een stuurloos Nederland. Pagina 85.
"De band tussen Amerika en Israël is niet zomaar een strategische, al is dat ook belangrijk. De meest ingrijpende band tussen onze twee landen is een morele. Wij zijn twee democratieën, waarvan het bondgenootschap gesmeed is door onze gemeenschappelijke waarden. Trots pro-Amerikaans en pro-Israëlisch is geen kwestie van tegenstrijdige loyaliteiten. Het gaat om het verdedigen van de principes die beide landen dierbaar zijn. Dat is de reden waarom ik vandaag hier sta zoals ik geloof dat velen van u ook hier staan: als christen, trots pro-Amerikaans en trots pro-Israël."
– John McCain, Amerikaans senaatslid uit Arizona (Republikeinen). 1936 n. Chr.
Address to the Christians United for Israel in Washington, DC. July 18 2007. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Sinds het een werkelijkheid is geworden, is Israël een constructief lid gebleven van de internationale gemeenschap — het helpt naties zich te ontwikkelen, geeft leiding aan hulpverleningsoperaties, en realiseert wetenschappelijke doorbraken. Israël wordt vaak omschreven als een westerse natie in het Midden-Oosten. (...) Israël is decennialang een onbezongen deelnemer aan reddingsoperaties en internationale ontwikkelingsprojecten wereldwijd, ongeacht de politieke omstandigheden van de betrokken landen. (...) Israël verdient lof om zijn prestaties, ambities en inzet. (...) Ondanks voortdurende conflicten en herhaalde aanvallen op zijn inwoners, hebben Israëls inwoners nooit hun blik naar binnen gekeerd, maar zijn ze altijd blijven deelnemen aan internationale samenwerking. Omwille van die houding verdient Israël de steun en waardering van iedereen van goeden wil, overal ter wereld waar er een behoefte bestaat aan internationale samenwerking om de problemen van de wereld aan te pakken."
– Meta Ramsay, Schotse/Britse parlementariër (Labour). 1936 n. Chr.
Ramsay, M. (2011): Israel in the world: an outward expression of progressive values. In: Garratt, B. (2011): Making the Progressive Case for Israel. Page. 35-40. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Sinds drie millennia bestaat er een voortdurende Joodse aanwezigheid in Jeruzalem, en de afgelopen 150 jaar zelfs een Joodse meerderheid. Jeruzalem is altijd de heiligste der steden gebleven, het zwaartepunt van Joodse toewijding. Jeruzalem is de enige stad ter wereld die vandaag nog steeds de hoofdstad is van hetzelfde volk, dat dezelfde taal spreekt en dezelfde God aanbidt als drieduizend jaar geleden. (...) Wij zijn hier vandaag om het Israëlische volk en hun regering lof toe te zwaaien voor het herstel van volledige toegang voor alle mensen tot hun heilige plaatsen. Vandaag hernieuwen wij onze steun voor de blijvende Israëlische controle over een ongedeeld Jeruzalem.
– Bob Graham, Amerikaanse gouverneur van Florida. 1936 n. Chr.
June 11, 1997 - Issue: Vol. 143, No. 81 — Daily Edition 105th Congress (1997 - 1998) - 1st Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Toen ik Auschwitz verliet, wist ik en begreep ik waarom er ten eerste nooit meer een genocide op de wereld mag plaatsvinden. Ten tweede en van zo groot belang voor mijn standpunten: er heeft altijd al een thuisland moeten zijn voor het Joodse volk. Daarom hebben we te allen tijde een Israël nodig. Daarom moet het blijven bestaan en bewoonbaar zijn voor alle leeftijdsgroepen en voor iedereen die een thuis en toevluchtsoord hoopt te vinden.”
– Barbara Mikulski, Pools-Amerikaans senaatslid uit Maryland (Democraten). 1936 n. Chr.
Shapiro, D. (2015): Senate loses pro-Israel stalwart with Mikulski’s departure. In: The Times of Israel. 18 March 2015. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"'Nooit Weer’ – twee woorden die zo ongeveer Israëls houding samenvatten tegenover een nieuwe Holocaust of een verdrijving uit het land dat God voor altijd aan hun stamvader Abraham en zijn nakomelingen heeft beloofd. En zij zullen zich niet laten verdrijven, hoe bloederig de strijd ook wordt, hoe klein de kansen ook lijken. (…) Israëls luchtmacht is onovertroffen, en zij leiden de wereld in de ontwikkeling van allerlei soorten technologieën — waarvan naar mijn inschatting nog niet eens alles aan de buitenwereld is onthuld. (...) Ik weet aan welke kant ik sta. Ik wou dat ik hetzelfde kon zeggen van mijn eigen land. Het was God die de Joden over de wereld verstrooide, en God die hen in 1948 naar huis bracht. Wat er ook gebeurt, er zal altijd een Israël zijn. Bid voor onze troepen en bid voor de vrede van Jeruzalem..”
– Charlie Daniels, Amerikaanse countryzanger uit North Carolina. 1936 n. Chr.
Daniels, C. (2014): Israel and Her Enemies. Posted on 07.11.2014. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Al 62 jaar lang staat Israël als een levendige democratie en een symbool van hoop voor miljoenen mensen wereldwijd. Zestig jaar lang heeft Israël bewezen dat vastberadenheid, passie, sociale vooruitgang en toewijding aan onderwijs een productieve natie kunnen voortbrengen. (...) Israël verdient het om veilig en welvarend te zijn, om in vrede met zijn buren te leven, en om vrij te zijn van angst en geweld."
– Alcee Hastings, Afro-Amerikaans congreslid uit Florida (Democraten). 1936 n. Chr.
Congressional Speeches on Israel’s 62nd Anniversary. April 22 2010. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël is een buitengewoon democratische natie. De strijd van de grote meerderheid der Israëliërs om hun immense problemen via het democratische proces op te lossen, geldt als voorbeeld voor ons allen. (...) Het is een lastige weg, vol valstrikken en valkuilen van extremisten — een weg die vaak wordt omgeven door de nevel der apathie."
– Peter Adams, Brits-Canadese parlementariër (Liberalen). 1936 n. Chr.
Adams, P. (1995): The Late Yitzhak Rabin. November 6th, 1995. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Vandaag de dag mogen de Joden trots zijn op hun democratische, moderne en welvarende natiestaat. Ik feliciteer de inwoners van Israël met hun vele prestaties, en ik ben trots dat zo veel Joden uit Letland hebben bijgedragen aan de stichting en versterking van de Staat Israël. Evenzeer ben ik trots dat, toen Letlands onafhankelijkheid in 1918 op het spel stond, vele Joden zich aansloten bij het nieuw opgerichte Letse leger om samen met ons de onafhankelijkheidsoorlog te winnen tegen de Duitse en Russische bezetters. De Joden en de Letten delen vergelijkbare geschiedenissen en lotsbestemmingen, en hebben beiden hard moeten vechten voor vrijheid en onafhankelijkheid. (...) Letland is trots op zijn sterke en levendige Joodse gemeenschap, die een onschatbare bijdrage heeft geleverd aan het politieke, economische en culturele leven van ons land."
– Vaira Vīķe-Freiberga, president van Letland. 1937 n. Chr.
Address by H.E. Dr. Vaira Vike-Freiberga, President of the Republic of Latvia, at the state dinner held in her honour by H.E. Mr. Moshe Katsav, President of the State of Israel, Jerusalem, 20 February 2006. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Veel Israëlische burgers hebben wortels in mijn land. Zijzelf, hun ouders of hun grootouders werden er geboren — sommigen zijn nog altijd burgers van de Tsjechische Republiek. Daarom is onze relatie zo bijzonder. (...) Europa zoals wij het kennen zou ondenkbaar zijn zonder het erfgoed van drieduizend jaar Israëlische tradities. Men kan zich geen Europa voorstellen zonder het joods-christelijke erfgoed — zeker niet Centraal-Europa. (...) Ik zou zeer verheugd zijn als er in deze regio meer landen waren waarmee wij deze waarden konden delen, en waarmee wij bijzondere relaties konden aangaan."
– Karel Schwarzenberg, Tsjechische minister BuZa. 1937 AD
Schwarzenberg, K. (2008): The Middle East as Seen from Middle Europe. In: The Israel Journal of Foreign Affairs - Volume 2 - Page 123. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“[Tijdens mijn bezoek in 1979] was Israël voor mij een land van enorme openbaring. De vitaliteit van het Israëlische volk ontroerde mij diep, en ik was onder de indruk van de lange en rijke geschiedenis van dit land. Ik werd me bewust van de enorme moeilijkheden waarmee Israël wordt geconfronteerd."
– Rikihiro Madarame, Japanse zakenman. 1937 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wat ik het meest bewonder aan Israël, is dat het niet geworden is tot hetgeen de omstandigheden wellicht zouden hebben gerechtvaardigd. Israël werd geboren te midden van oorlog, en verkeerde sedertdien nagenoeg onophoudelijk in staat van oorlog. Het bevindt zich in een toestand van belegering, is het slachtoffer van internationale economische boycots, vijandige propaganda, terreuraanslagen en een voortdurende dreiging van algehele oorlog. Indien ooit een land gerechtvaardigd ware om te vervallen tot een militaristische, gesloten en Spartaanse samenleving, dan zou het wel Israël zijn. Zeker, het beschikt over een der beste legers ter wereld, doch het blijft een burgerleger. Israël is een der levendigste democratieën op den aardbodem. Het bezit een onafhankelijke rechtspraak, een vrije pers, vrije vakbonden, een bloeiend cultureel leven en een uitzonderlijken naam op het gebied van humanitarisme."
- Charley Reese, Amerikaanse columnist. 1937 - 2013 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Na zestig jaar heeft Israël bewezen dat een natie die vrijheid en democratie omarmt, kan opbloeien ondanks de allergrootste tegenspoed. Ondanks decennia van geweld en terreur hebben de Israëliërs indrukwekkende economische, intellectuele en culturele successen geboekt. Een van Israëls grootste prestaties is zijn welverdiende status als vrij toevluchtsoord voor miljoenen vluchtelingen van over de hele wereld. Geen enkel ander land in het Midden-Oosten heeft zoveel onderdrukte mensen omarmd als Israël. (...) Tijdens mijn bezoeken heb ik met eigen ogen de wereldwijde bijdragen van Israëliërs gezien, op het gebied van wetenschap en technologie tot gastronomie en muziek."
– Judy Biggert geb. Borg, Fins-Amerikaans congreslid uit Illinois (Republikeinen). 1937 An. Chr.
May 20, 2008 - Issue: Vol. 154, No. 83 — Daily Edition 110th Congress (2007 - 2008) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik weet uit eigen ervaring hoe belangrijk het voor Amerika is om in het Midden-Oosten bondgenoten en vrienden te hebben. Als veteraan van Irak weet ik hoe cruciaal de Israëlisch-Amerikaanse relatie is. Israël is onze belangrijkste bondgenoot en een van onze goede vrienden. Zij zijn onze partners in tijden van vrede én oorlog."
– Lynn Woolsey née Robinson, Amerikaans congreslid uit California (Democraten). 1937 n. Chr.
April 22, 2008 - Issue: Vol. 154, No. 64 — Daily Edition 110th Congress (2007 - 2008) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De stichting van de staat Israël werd in Nederland met groot enthousiasme begroet. Deze staat gaf het Joodse volk immers de eigen plek en de rechtszekerheid die de landen van Europa het niet hadden kunnen bieden. Voor alle Joden in de wereld was dit nieuwe land daarom niet alleen een toevluchtsoord, maar ook een bron van inspiratie en zelfvertrouwen. (...) Bij alle conflicten die de jonge staat in zijn bestaan bedreigden, stonden het Nederlandse volk en zijn regering zonder aarzeling achter Israël. Dit gevoel van verbondenheid leeft ook vandaag nog. Voor veel Nederlanders staat vast dat er tussen onze landen een bijzondere relatie bestaat. (...) De spraakverwarring die bij de bouw van deze toren van Babel dreigde, hebt u bezworen door iedereen Ivriet te leren. (...) In vele landen bestaat grote bewondering voor het geduld en de toewijding waarmee Israël oplossingen zoekt voor deze veelheid van problemen."
– Beatrix van Oranje-Nassau, koningin der Nederlanden. 1938 n. Chr.
Rede van koningin Beatrix in de Knesset. 29 maart 1995.
“Sinds haar oprichting na de verkiezingen van 1949 is [de Knesset] een exemplarisch model geweest van de democratische moed van Israëls grondleggers en zijn volk. Ondanks interne en regionale uitdagingen heeft het Israëlische politieke leven zich sindsdien zonder onderbreking gekenmerkt door respect voor en verdediging van democratische waarden en het pluralisme van een vrije maatschappij. Verschillende politieke stellingen en standpunten leven er samen, naast elkaar. (...) De Knesset wordt wereldwijd gerespecteerd om zijn handelingen en levendige debatten, die de geest weerspiegelen van een natie die nooit tevreden is met wat bereikt is, maar altijd nieuwe doelen nastreeft."
– Juan Carlos I de Borbón, koning van Spanje. 1938 n. Chr.
Address of the King of Spain Juan Carlos I to the Knesset on 9 November 1993. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Jarenlang waren Oekraïners en Joden naties zonder eigen staat, vreemdelingen in hun eigen land. Maar er brak een nieuw tijdperk aan. Eind jaren 1940 slaagde de Joodse natie erin haar tweeduizendjarige droom van een hernieuwde, soevereine staat te verwezenlijken. De Oekraïense delegatie bij de Verenigde Naties behoorde tot de eersten die de wedergeboorte van de Joodse statelijkheid steunden."
– Leonid Kuchma, president van Oekraïne. 1938 n. Chr.
Address of the President of the Ukraine, Leonid Kuchma to the Knesset on 25 November 1996. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Staat Israël geldt als enige democratie in het Midden-Oosten en is het anker van stabiliteit in een zee van instabiliteit. (...) Israël ontstond in 1948 op grond van een VN-besluit. De legitimiteit van de staat staat, anders dan die van Hamastan in Gaza, buiten kijf. Israël heeft democratische instellingen waarin ook de Arabische minderheid wordt vertegenwoordigd. Het is een dynamische, westers georiënteerde natie. Europa eindigt niet aan de oevers van de Middellandse Zee, maar strekt zich uit tot voorbij Jeruzalem. Israël is herhaaldelijk in zijn bestaan bedreigd en mensen meten hun levens aan de oorlogen. Eerst waren het nog pantseroorlogen, toen zelfmoordaanslagen, en tegenwoordig een campagne van delegitimisering die het Joodse volk tot paria wil maken. Zelfs na 62 jaar draait het nog steeds om overleven. Geen enkel ander westers land heeft zulke beproevingen doorstaan.”
– Michael Stürmer, Duitse historicus. 1938 n. Chr.
Stürmer, I. (2015): Kauft nicht bei Israelis?. In: Die Welt. 08.12.2015. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Israël heeft een diepe betekenis voor de wereld en ik geloof dat het een norm stelt voor de mensheid. Het Joodse volk heeft de wereld eeuwenlang enorm veel geschonken. Ik ben gecharmeerd door de grote erfenis van alle grote figuren van de tijd van Mozes tot de dag van vandaag. Er is zoveel wat het Joodse volk tot de wereldinformatie en -kennis, de wetenschappen, de geneeskunde en ook de kunsten heeft bijgedragen – en blijft bijdragen. Ik ben verliefd geworden op deze erfenis. En natuurlijk is Israël het land dat deze geschiedenis draagt; het landschap waarin dit alles wortel heeft geschoten. Israël is van essentieel belang voor het Joodse volk en hun geschiedenis."
– Jon Voight, Amerikaanse acteur. 1938 n. Chr.
Horowitz, D. (2012): Jon Voight. Jews contributed so much to the world. In: YNet News. 07.21.12, 08:27. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël blijft een taaie, vindingrijke en daadkrachtige natie — een telg van het Westen (...) — en zijn strijd verdient sympathie en steun. (...) Israëliërs zijn vrienden van Amerika en hebben recht op vrede en veilige grenzen. Wij moeten hen helpen om deze te verkrijgen. (...) Geen ware christen kan haat in zijn hart dragen tegen wie dan ook die kind van God is. Ik ben me er, net als vele christenen, van bewust dat onze Redder Joods was, dat Zijn moeder Joods was, en dat de apostelen Joods waren. Daarom geloof ik dat geen echte christen ooit een antisemiet kan zijn."
– Pat Buchanan, Iers-Amerikaanse politicus en columnist. 1938 n. Chr.
Buchanan, P. (1996): - Setting the Record Straight on Anti-Semitism. March 1, 1996. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Toen de Joden naar Palestina kwamen, was het land een woestijn. Mensen leefden er nog op dezelfde primitieve wijze als in de tijd van Mozes. De Joden brachten westerse kennis en waarden naar het Midden-Oosten. Zij veranderden een bijna onvruchtbaar land in een moderne industriële beschaving. Ze bouwden steden waar voorheen enkel vuil lag; ze legden geïrrigeerde boerderijen aan op plekken die voorheen dorre zandvlaktes waren; ze bouwden auto's, vrachtwagens en vliegtuigen waar vroeger alleen lastdieren waren. Ze brachten welvaart op plaatsen waar eerder slechts armoede heerste. Ze introduceerden vrijheid en individuele rechten in een land waar zulke ideeën onbekend waren. En velen onder de Arabieren haatten Israël hiervoor — omdat het een prestatie was die zij niet konden, en niet wilden, evenaren."
– Edwin Locke, Amerikaanse psycholoog. 1938 n. Chr.
Price, R. (2001): Unholy War. Page 82. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De verschrikkingen en waanzin van Europa versterkten alleen maar het vurige verlangen van de overlevende Joden naar terugkeer naar de hoofdstad van hun dromen: Jeruzalem. (...) Een gevolg van de oorlog van 1967 was dat Jeruzalem sindsdien onder Israëlisch bestuur staat. De begroeting 'volgend jaar in Jeruzalem' werd eindelijk een werkelijkheid. Eindelijk, eindelijk, eindelijk konden Israëliërs en Joden wereldwijd de Klaagmuur bereiken. Zelden is de wereldgeschiedenis getuige geweest van zulke vreugdetaferelen."
– Alf Svensson, Zweedse europarlementariër (KD). 1938 n. Chr.
Svensson, A. (2009): Ingen fred om Jerusalem delas. 17 december 2009. [Vanuit het Zweeds vertaald door C. Nooij].
"Israël staat op den voorgrond in de gelijke behandeling der vrouwen, vergeleken bij menige andere gewesten der wereld. Hier vindt men lichtende voorbeelden der verheffing der vrouw, zo men let op hare rol in het leger, in de politiek — men denke slechts aan de eerste minister Golda Meïr. De verantwoordelijkheden, welke de vrouwen hier dragen, zijn van indrukwekkende beteekenis. Ik beschouw Israël als een vooruitstrevend en progressief land, dat veel heeft verricht ter bevordering van de rechten der vrouw, in alle stadia des levens."
– Edwina Sandys, Engelse feministe. 1938 n. Chr.
Silverman, A. (2012): Churchill's granddaughter on art and Israel. In: YNet News. 07.01.12, 13:29. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik heb immer grote bewondering gekoesterd voor de Joden: hun vermogen om, zowel individueel als collectief, de vreselijkste omstandigheden te boven te komen, en om vele anderen te overtreffen in de kunsten, in de wetenschap, in den handel en het bedrijfsleven. Ik bewonder hen, en tegelijkertijd heb ik innig mededogen met hen. Gedurende mijne puberteit leefde ik met hen, in geest en gedachte, want toen ik vernam wat er in de twintigste eeuw had plaatsgevonden, (…) deelde ik de vernedering, die als een zwaar gesternte drukt op ons allen, die tot het menselijk geslacht behooren: dat zulk een gruwelijke misdaad tegen het Joodse volk kon worden gepleegd."
– Lucien Bouchard, premier van Quebec. 1938 n. Chr.
Conférence de presse de M. Lucien Bouchard, premier ministre du Québec. Le mercredi 20 décembre 2000, 12 h 33. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik kocht een paar boeken over het Joodse volk. Joden hechten uitzonderlijke waarde aan studie, en zij beschouwen hun geleerden als spirituele leiders. [Zij] spreken de waarheid tegenover machthebbers en uiten vrij hun uiteenlopende meningen. Er zijn mensen die beweren dat het rijkdom van de wereld zich in de zakken van de Joden bevindt — maar in werkelijkheid zit de rijkdom van het Joodse volk in hun denken."
– Wu Guangzheng, Chinese burgemeester van Wuhan. 1938 n. Chr.
Stone Fish, I. (2013): Retired high-ranking Chinese official asks why Jews are so smart. In: FP. May 23 2013, 3:30 PM. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Eeuwenlang hebben de Verenigde Staten geprofiteerd van de bijdragen van Joodse burgers aan de Amerikaanse cultuur. Als natie van immigranten zijn wij sterker geworden doordat Joden van over de hele wereld ervoor kozen om Amerikanen te worden. De eerste Joodse kolonisten zochten een plek van belofte — waar zij vrij hun geloof konden belijden en vrij konden leven. Amerikaanse Joden hebben onze samenleving verrijkt en mede onze levenswijze gevormd. Door hun bijdragen aan het weefsel van het Amerikaanse leven te erkennen, versterken we ons bewustzijn en begrip."
– Maurice Hinchey, Iers-Amerikaans congreslid uit New York (Democraten). 1938 n. Chr.
April 22, 2010 - Issue: Vol. 156, No. 58 — Daily Edition 111th Congress (2009 - 2010) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"In zijn korte zestigjarige bestaan als onafhankelijke natie heeft Israël opmerkelijke successen geboekt op alle terreinen van de samenleving. Ondanks alle turbulentie is Israël een levendige democratie gebleven, waarin vrije pers en politieke oppositie worden gekoesterd. Israël heeft indrukwekkende bijdragen geleverd: van miraculeuze medische doorbraken en revolutionaire technologische innovaties tot culturele iconen en een landbouwsysteem dat wereldwijd als voorbeeld dient."
– Lois Capps geb. Grimsrud, Noors-Amerikaans congreslid uit California (Democraten). 1938 n. Chr.
April 22, 2008 - Issue: Vol. 154, No. 64 — Daily Edition 110th Congress (2007 - 2008) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Sinds zijn stichting, zestig jaar geleden, hebben de inwoners van Israël de woestijn omgevormd tot een natie. Zij hebben een nieuwe, dynamische samenleving opgebouwd en een uniek, levendig economisch, politiek, cultureel en intellectueel leven tot stand gebracht — ondanks de zware tol van maar liefst zeven oorlogen, meedogenloos terrorisme, internationale vijandigheid en economische boycots.
– Dan Burton, Iers-Amerikaans senaatslid uit Indiana (Republikeinen). 1938 n. Chr.
April 22, 2008 - Issue: Vol. 154, No. 64 — Daily Edition 110th Congress (2007 - 2008) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“De Joden van Israël hebben zich reeds ontwikkeld tot dappere mensen die de woestijn lieten bloeien. En de Joden van Canada hebben een thuis gevonden in dit land, waarvan de toekomst onmetelijk stralender is en waarvan de waarden verrijkt werden dankzij de Joodse aanwezigheid en hun bijdragen aan Canada en de gehele mensheid. (...) Het hedendaagse antisemitisme heeft de Staat Israël als nieuw doelwit gekozen. Israël is de nieuwe Jood geworden. Ontdaan van zijn intellectuele pretenties, van de mantel van mensenrechten, zijn deze rituele veroordelingen van Israël waarmee we maar al te bekend zijn geworden een verderfelijke vorm van racisme. (...) Joden zijn onze medeburgers; ze zijn onze vrienden; ze zijn onze buren. En dit is hun thuis. Maar totdat ze zich veilig en geaccepteerd voelen, zal het nooit in volledige zin een thuis voor wie dan ook zijn. (...) Het antisemitisme, geboren uit onwetendheid en grootgebracht in jaloezie, is het stiefkind van de waanvoorstelling en het kwaad en is een plaag die uitgeroeid dient te worden. Het zal niet tijdens mijn leven worden uitgeroeid, noch in het leven van mijn kinderen of zelfs, treurig genoeg, in dat van mijn kleinkinderen. Maar het moet beginnen."
– Brian Mulroney, premier van Canada. 1939 – 2024 n. Chr.
Mulroney, B. (2005): Antisemitism. An enduring reality. In: ResearchGate. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Mulroney, B. (2023): In the Face of Antisemitism, Neutrality Is a Sin. In: SAPIR. November 14, 2023. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“[Ik ben] al lange tijd een vriend van de Joodse gemeenschap in Australië, en een bewonderaar van wat de Staat Israël in vijftig jaar tijd heeft weten te bereiken — ondanks enorme tegenslagen. (...) De bijdrage van Joodse mensen aan de Australische samenleving is enorm geweest, net als jullie bijdrage aan cultuur, wetenschap en wijsheid wereldwijd. Dat geweldige en beroemde deel van de wereld heeft de de mensen op aarde grote geschenken geschonken. En dat maakt de huidige tijd van gevaar en nood des te moeilijker te verkroppen. Toch is geloof, inzet en volharding altijd kenmerkend geweest voor het Joodse volk en voor Israël. (...) Israël is een prachtige bron van inspiratie voor Joden overal ter wereld, een fantastisch voorbeeld van raciale harmonie, tolerantie en openheid. Het land verwelkomt mensen uit alle hoeken van de wereld — net als ons eigen land. (...) De afgelopen vijftig jaar waren jaren van oorlog, terrorisme, strijd voor democratie, en overleven te midden van constante aanvallen op Israëls bestaansrecht. (...) De [onafhankelijkheids]verklaring van 1948 bood de Arabische buurlanden 'vrede en goede nabuurschap' aan en beloofde dat Israël zou bijdragen aan de gemeenschappelijke opbouw van het Midden-Oosten. Maar dit aanbod en Israëls bestaansrecht werden afgewezen — en dat maakte de weg vrij voor oorlog, regionale instabiliteit en de opkomst van terreur."
– John Howard, premier van Australië. 1939 n. Chr.
Address at Australia/Israel & Jewish Affairs Council and United Israel Appeal, Melbourne. 22/11/2000. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Address to the United Israel Appeal Dinner. 10 March, 1998. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het Jodendom stimuleert kapitalistische activiteit, maar biedt daartoe ook een streng moreel kader. (...) Hoewel Joden slechts drie-tiende van een procent van de wereldbevolking vormen, hebben zij ongeveer 25 procent van de meest opmerkelijke intellectuele prestaties van de moderne tijd geleverd... In de tweede helft van de twintigste eeuw, toen men Nobelprijzen aan mensen over de hele wereld begon uit te reiken, steeg dat aandeel onder Nobelprijswinnaars tot 29 procent — en in de eenentwintigste eeuw zelfs tot 32 procent."
– George Gilder, Amerikaanse investeerder en auteur. 1939 n. Chr.
Gilder, G. (2009): Capitalism, Jewish Achievement, and the Israel Test. In: American Enterprise Institute. July 27 2009. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël is onmiskenbaar een wonder. (...) Geen ander land heeft meerdere oorlogen en honderden terreuraanslagen moeten doorstaan terwijl het voortdurend met vernietiging werd bedreigd — en toch is het een levendige democratie gebleven, met vrije verkiezingen en een open debatcultuur. Israël is bovendien de enige democratie in de regio. Alle twintig Arabische staten zijn dictaturen van verschillende ernst. Daarom is het een morele en ideologische plicht voor vrije mensen overal ter wereld om Israël te steunen. (...) Het is aangrijpend te beseffen dat het volk dat Hitler bijna uitroeide, in staat was zijn natie te herstellen en haar tot een voorbeeld voor andere landen te maken."
– Per Ahlmark, vicepremier van Zweden. 1939 n. Chr.
Intervju i vår tidning Menorah 1999. [Vanuit het Zweeds vertaald door C. Nooij].
“Ik durf te stellen dat geen enkel ander land in zo korte tijd zoveel tegenstand en verdeeldheid heeft moeten overwinnen. Onze beste bondgenoot in de regio heeft in zijn korte bestaan vijandelijke invallen, willekeurige terreuraanslagen en dreigende oorlogen doorstaan — en is daardoor alleen maar sterker geworden."
– Kit Bond, Amerikaans senaatslid uit Missouri. 1939 n. Chr.
May 8, 2008 - Issue: Vol. 154, No. 76 — Daily Edition 110th Congress (2007 - 2008) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het feit dat het Joodse volk vandaag nog steeds bestaat, is op zichzelf al een wonder, want geen enkel ander volk is zo lang en zo hard vervolgd als dit. Het werd door zeven verschillende naties overheerst, maar overleefde elk van deze culturen. (...) Door eeuwen van vervolging en diaspora heen heeft het Joodse volk zijn identiteit behouden. Van de vier miljard mensen op aarde zijn er slechts veertien miljoen Joods — minder dan een derde procent van de wereldbevolking. Toch hebben de Joden enorme bijdragen geleverd aan de mensheid. In de afgelopen jaren werd twaalf procent van alle Nobelprijzen voor natuurkunde, scheikunde en geneeskunde toegekend aan Joden. (...) Hier in de Verenigde Staten danken wij onze democratische staatsvorm mede aan de Hebreeuwse filosofie, die de individuele rechten van de mens centraal stelt."
– Scott Ross, Amerikaanse televisiepresentator. 1939 – 2023 n. Chr.
CBN: Israel. The Apple of His Eye. 12-10-2022. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israëls veiligheid en voorspoed zijn voor de Verenigde Staten niet slechts een strategische noodzaak, maar ook een morele noodzaak. Onze relatie is er een van gedeelde waarden en gezamenlijk streven, van principe en geweten. We zijn beide naties van immigranten, toevluchtsoorden voor de onderdrukten, en partners in vrede. En wij strijden samen tegen terreur. Geen ander volk op aarde heeft zoveel fanatisme en geweld ondergaan als het Joodse volk, en geen ander volk heeft zo lang een eigen soeverein en veilig thuisland moeten ontberen — een plek waar het zijn identiteit kon bewaren en veilig kon zijn."
– Steny Hoyer, Deens-Amerikaans congreslid uit Maryland (Democraten). 1939 n. Chr.
May 2, 2006 - Issue: Vol. 152, No. 50 — Daily Edition 109th Congress (2005 - 2006) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Bijna negentien eeuwen lang zwierven de Joden als vreemdelingen over de aarde, van alle kanten vervolgd. Dit mondde uit in de Holocaust, waarin zes miljoen Joden in concentratiekampen werden vermoord. Maar tegen alle verwachtingen in werd de Staat Israël op 14 mei 1948 herboren, en keerden Joden vanuit alle windstreken terug naar hun thuisland. Dit was de tweede keer in hun geschiedenis sinds zij een natie werden, dat zij terugkeerden naar hun land. (...) De naties die hen vervolgden — Moab, Ammon, Edom, Filistea en vele andere — zijn vernietigd of volledig van hun identiteit ontdaan. Heb je ooit gehoord van een Zweedse Moabiet? Een Russische Filistijn? Een Duitse Edomiet? Een Amerikaanse Ammoniet? Nee. Deze volken zijn opgegaan in andere culturen. Maar heb je wel eens gehoord van een Zweedse Jood? Een Russische Jood? Een Duitse Jood? Een Amerikaanse Jood? Jazeker. Zoals voorspeld hebben zij hun identiteit nooit verloren."
– Josh McDowell, Iers-Amerikaanse evangelist. 1939 n. Chr.
McDowell, J. (1980): Answers To Tough Questions. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Vanuit de duistere schaduwen van de Holocaust, die meer dan zes miljoen Joden en vele anderen het leven kostte, ontstond de Staat Israël — op hetzelfde land waar het Joodse volk gedurende twee millennia zijn voortdurende aanwezigheid heeft laten gelden. Als Amerikaan ben ik trots dat de Verenigde Staten vanaf het begin van Israëls moderne bestaan aan zijn zijde hebben gestaan als trouwste bondgenoot. (...) Uit de as van de Tweede Wereldoorlog (...) verrees een baken van democratie en hoop in het Heilige Land. (...) In een regio die lange tijd werd gekenmerkt door autocratische en monarchale tradities, is Israël een voorbeeld geweest van democratisch pluralisme. In de loop van zijn moderne bestaan heeft de Israëlische samenleving steeds de principes verdedigd die wij als Amerikanen hoogachten: vrijheid van meningsuiting, religie en pers, een onafhankelijke rechtspraak en het vrije marktkapitalisme."
– Harry Reid, Amerikaans senaatslid uit Nevada (Democraten). 1939 n. Chr.
April 17, 2008 - Issue: Vol. 154, No. 61 — Daily Edition 110th Congress (2007 - 2008) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Wij geloven dat (...) Israëls recht op bestaan en op deelname als volledig en gelijkwaardig lid van de internationale gemeenschap beschermd moet worden, net zoals dat van andere landen. Het is ondenkbaar dat een democratische en verlichte samenleving buitengesloten en als paria behandeld zou worden. Daar komt niets van in."
– Andrew Peacock, Schots-Australische parlementariër (Liberalen). 1939 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“In tegenstelling tot de Arabische stammen, die dit land binnentrokken om eigendom en heerschappij te verwerven, groeiden de Kinderen Israëls vanaf het begin der geschiedenis op in dit land, met hun koninkrijken. Hier vonden hun feestdagen, heiligdommen, erfgoed, cultuur en religie hun oorsprong. Het bleef het land der Joden, hun gebedsrichting, hun reisbestemming. Het was de wieg van hun profeten en hun openbaring. Israël wordt omringd door Joodse steden: het heilige Jeruzalem, Safed, Tiberias en Hebron. Zion was slechts een andere naam voor Jeruzalem en het Land Israël. In dit land schreven Joodse profeten en geleerden hun werken, die tot op de dag van vandaag een baken van licht zijn — eerst voor de Joden, en daarna voor alle volkeren."
– Muhammad Hassan Sharab, Palestijnse schrijver en historicus. 1938 – 2013 n. Chr.
Shoebat, W. (2012): All Maps Lead To ISRAEL FOR THE JEWS. June 6 2012. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Laten wij leren van de verworvenheden der Israëlieten. Zij kochten land, bouwden huizen, stichtten dorpen en gemeenschappen, en richtten verschillende centra op. Dit alles deden zij met de kracht van een sterke ideologie. En vandaag leven wij, [Assyriërs], onder gunstigere omstandigheden dan de Israëlieten destijds.
– Dr Ashur Moradkhan, Assyrisch-Amerikaanse tandarts.
Zinda Magazine, 13 July 2005. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik kijk uit naar goede betrekkingen met Israël en het Joodse volk,
zodat we samen in deze regio de strijd tegen terreur kunnen voeren."
– Hussein Yazdanpana, Koerdische politicus en commandant van de Peshmerga.
Frantzman, S.J. (2016): ‘This is our 1948’: Kurds kindle a close relationship with Jews and Israel. In: The Jerusalem Post. May 12 2016, 08:38. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Israël is een open en democratische samenleving die menselijke waardigheid en gelijkheid voor de wet garandeert. De Israëlische arbeidswetgeving beschermt de rechten van alle arbeiders en werknemers en wordt gelijkelijk toegepast voor hen allen — ook voor buitenlandse arbeiders. (...) Israël staat wereldwijd bekend om zijn technologische vooruitgang. Nepal kan veel leren van Israëlische innovaties in diverse branches. We kunnen met name op het gebied van landbouw en waterbeheer veel leren van de Israëlische hightech-knowhow. Wij hopen deze kennis bovendien te kunnen importeren."
– Prahlad Prasai, Nepalese ambassadeur in Israël.
Spotlight (2015): Ties With Israel Growing In Strength. July 27, 2015, 5:45 PM. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Als onze bondgenoot is Israël een voorbeeld waar we van kunnen leren: over hoe het Jodendom, als morele en culturele kracht, Israëls weerbaarheid en veiligheid versterkt. In het licht van de pijn en het verdriet dat wij in de VS hebben gekend — door massale schietpartijen op scholen — staat Israël als een baken van licht voor hoe wij onze kinderen op openbare plaatsen beter kunnen beschermen."
– Chuck Norris, Amerikaanse krijgskunstenaar en acteur. 1940 n. Chr.
Norris, C. (2013): Israel. America's model for reducing violent crime. In: WND. January 20, 2013. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Israël is een bloeiende, zelfs bruisende natie met een stabiele democratie. Dit succes dankt u niet in het minst aan het doorzettingsvermogen, de levenswil en het vertrouwen in God van uw burgers. Duitsland en Israël zijn nauwer verbonden dan ooit tevoren — door gedeelde waarden, maar ook door gemeenschappelijke belangen. (...) In geen ander land zijn heden, duizenden jaren oude tradities, en de wereldreligies zó innig met elkaar verweven als in Israël. Israël is jong en modern, met een levendige kunst-, muziek- en start-upcultuur. Tegelijkertijd ademt het land de geschiedenis via zijn talloze Bijbelse oorden. Die mengeling is fascinerend — en niet zonder tegenstrijdigheden."
– Joachim Gauck, Mecklenburgse bondspresident van Duitsland. 1940 – 2012 n. Chr.
Empfang mit militärischen Ehren durch den Präsidenten des Staates Israel. Jerusalem/Israel, 29. Mai 2012. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
Interview mit der Tageszeitung BILD und der israelischen Zeitung Yedioth Ahronoth. 12. Mai 2015. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"De oprichting van Israël is een van de grootste verworvenheden van de twintigste eeuw, en biedt de wereld een baken van hoop. (...) Israël liet woestijnen bloeien, bouwde een dynamische economie op, versterkte de rechten van zijn burgers, en bewaart een rijk cultureel erfgoed."
– Nancy Pelosi geb. D'Alesandro, Amerikaanse Kamervoorzitster (Democraten). 1940 n. Chr.
Pelosi on Recognizing the 60th Anniversary of Israel. April 22, 2008. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Het enige land waarvoor ISIS werkelijk bang is, is Israël. Zij vertelden mij dat zij het Israëlische leger als te sterk beschouwen. Ze geloven dat ze Amerikaanse of Britse troepen zouden kunnen verslaan, omdat die niet zijn voorbereid op stedelijke guerrillaoorlog of terreurstrategieën. Maar ze weten dat de Israëliërs daarin getraind zijn. (...) Ze hebben geen angst voor de Britten en Amerikanen, ze hebben angst voor de Israëliërs en hebben mij verteld dat het Israëlische leger het ware gevaar is [voor ISIS].”
- Jürgen Todenhöfer, Badens/Duits lid van de Bondsdag (CDU). 1940 n. Chr.
Haaretz (2015): 'The Only Country ISIS Fears Is Israel'. December 28 2015. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Ik heb altijd de grote gevoeligheid bewonderd die de essentie vormt van het Joodse volk. Een gevoeligheid, vaak getekend door lijden en een angst die ik zelf herken. (...) Wat Israël betreft, zie ik een groeiend land vol mogelijkheden — dankzij de intelligentie van zijn volk. Kijk maar hoe deze staat zijn land heeft ontwikkeld, vergeleken met dat van zijn buren. Israël is voor mij de belichaming van de mens die terugkeert naar de natuur. Daarom hecht ik zo aan kennis en menselijke intelligentie."
– Dalil Boubakeur, Algerijns-Franse moefti. 1940 n. Chr.
Interview de Dalil Boubakeur, recteur de la Grande Mosquée de Paris à Gilles Sitruk. [Vanuit het Frans vertaald door C. Nooij].
“In het eerste uur van de eerste dag begon de band tussen Israël en de Verenigde Staten — een relatie gebouwd op democratische waarden, vriendschap en respect, die tot op de dag van vandaag voortduurt. Israël ontwikkelde zich in de loop der jaren tot een bloeiende samenleving, een wereldleider en een vitale democratie. Door mensen te verwelkomen uit landen als Rusland en Ethiopië, werd Israël een toevluchtsoord voor hen die eeuwenlang vervolgd werden."
– John Lewis, Afro-Amerikaans congreslid uit Georgia (Democraten). 1940 n. Chr.
April 23, 2008 - Issue: Vol. 154, No. 65 — Daily Edition 110th Congress (2007 - 2008) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Jeruzalem is een stad als geen ander. We kennen haar drieduizend jaar oude geschiedenis. We weten dat Jeruzalem een bijzondere stad is geweest voor vele volkeren; dat zij een heilige plaats blijft voor mensen overal ter wereld. We weten ook dat zij een onlosmakelijk deel vormt van de Joodse Staat, een fundament van de Joodse identiteit, en de ongedeelde hoofdstad van de Staat Israël."
– Connie Mack III, Iers-Amerikaans congreslid uit Florida (Republikeinen). 1940 n. Chr.
June 11, 1997 - Issue: Vol. 143, No. 81 — Daily Edition 105th Congress (1997 - 1998) - 1st Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Op 14 mei 1948, terwijl de wereld nog worstelde met de nasleep van de Holocaust, verklaarde Israël zich tot onafhankelijke staat. (...) Als de enige ware democratie in het Midden-Oosten erkennen wij Israëls inzet om zijn burgers te beschermen, vrede met zijn buren te bewaren, en de vrijheden van een democratische samenleving te handhaven."
– Jim Clyburn, Afro-Amerikaans congreslid uit South Carolina (Democraten). 1940 n. Chr.
April 22, 2008 - Issue: Vol. 154, No. 64 — Daily Edition 110th Congress (2007 - 2008) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël is de enige echte democratie in het Midden-Oosten. Israël en de Verenigde Staten staan schouder aan schouder in de strijd tegen terreur en in de bescherming van individuele rechten tegenover onze gemeenschappelijke vijanden. (...) Israël is een van onze trouwste bondgenoten, en onze relatie is van bijzonder belang in deze gevaarlijke tijden in het Midden-Oosten."
– Lamar Alexander, Amerikaans senaatslid uit Tennessee (Republikeinen). 1940 n. Chr.
Campaign web site, www.AlexanderForSenate.com, “Agenda”, May 27, 2002. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De Joden begonnen het allemaal — en met 'het' bedoel ik veel van de dingen waar wij de meeste waarde aan hechten: de morele fundamenten van onze beschaving. Zonder de Joden zouden wij de wereld zien met andere ogen, horen met andere oren, zelfs voelen met andere gevoelens. We zouden denken met een ander verstand, onze ervaringen anders verklaren, tot andere slotsommen komen naar aanleiding van wat ons overkomt. En we zouden een geheel andere koers zetten in onze levens."
– Thomas Cahill, Iers-Amerikaanse geleerde en schrijver. 1940 n. Chr.
Cahill, T. (2010): The Gifts of the Jews. Page 3. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Er bestaat mijns inziens een misvatting dat de islam inherent in conflict zou zijn met Israël; dat is het resultaat van Arabische propaganda. (...) Ik wijs er altijd op dat China en de Sovjet-Unie atheïstische staten waren of zijn, en toch onderhielden wij langdurige relaties met beide landen. Aangezien Israël een natie is die grote waarde hecht aan God en religie, is er geen enkele reden om vijandig te staan tegenover Israël."
– Abdurrahman Wahid, Javaanse president van Indonesië. 1940 – 2009 n. Chr.
Odenheimer, M. (2004): A Friend of Israel in the Islamic World. In: HaAretz. July 7 2004. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De steun voor Israël is een Bijbelse opdracht voor elke christen. Alle andere naties werden door menselijk handelen geschapen, maar God Zelf stelde de grenzen van de natie Israël vast. God gaf aan Abraham, Isaac en Jacob een landverbond dat eeuwig bindend is, zoals vastgelegd in het boek Genesis. (…) Het Joodse volk schonk ons het geschreven Woord van God. Zij gaven ons de patriarchen, Abraham, Izaäk en Jakob. Ze gaven ons de discipelen en de apostel Paulus. Zij gaven ons de discipelen en de apostel Paulus. Het Joodse volk gaf het christendom de eerste christelijke familie, Maria, Josef, en Jezus – onze Verlosser!Neem de Joodse bijdrage weg, en er blijft niets over van het christendom. (…) Geopolitiek gezien moeten we Israël steunen omdat het de enige democratie in het Midden-Oosten is. De kleine democratie Israël wordt omringd door feodale staten en brutale dictaturen die uitgestrekte gebieden bezitten, vol olievoorraden. De aanwezigheid van het Israëlische Defensieleger zorgt voor stabiliteit in dat deel van de wereld."
– John Hagee, Amerikaanse pastoor uit Texas. 1940 n. Chr.
https://www.jhm.org/faq.asp#israel. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël is niet alleen een uiterst belangrijke bondgenoot van de Verenigde Staten; het is een baken van democratie in een werelddeel waar democratieën schaars zijn. Helaas wordt Israël te vaak gedwongen zijn democratische waarden te verdedigen tegen hen die trachten het van de kaart te vegen."
– Harry E. Mitchell, Amerikaans congreslid uit Arizona (Democraten). 1940 n. Chr.
Congressional Speeches on Israel’s 62nd Anniversary. April 22 2010. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Wij verdreven de Joden uit Polen, maar zij schonken ons ambassades in Stockholm, Londen, overal. Zonder de Pools-Joodse emigranten van 1968 zouden wij nooit onze revolutie hebben gekend; zij leverden de grootste bijdrage aan onze vrijheid."
– Krzysztof Śliwiński, Poolse speciaal gezant voor Joodse Zaken. 1940 – 2021 n. Chr.
Kalhousová, I. (2019): Our Jews, Our Israel!. Page 124. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik breng uw volk een ondubbelzinnige boodschap van sympathie en solidariteit: Israël heeft een fundamenteel recht op bestaan. Israël heeft het recht om in vrede en binnen veilige grenzen te leven, erkend door zijn buren. (...) Israëls geschiedenis is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van Europa; ons lot is met elkaar verweven. Als democratieën delen wij dezelfde waarden en idealen. Jullie zijn onze buren, wij hebben een gemeenschappelijk erfgoed. (...) Ons gemeenschappelijk erfgoed en onze gedeelde idealen moeten de kern vormen van ons gezamenlijke handelen, dat hoop zal bieden aan de volkeren van een veranderend Midden-Oosten. (...) Breng democratie naar de regio, waarin jullie, burgers van Israël, leven. Jullie hebben de kans om een instrument voor verandering te zijn. Ik ben ervan overtuigd dat jullie natie — een natie van hoop en vrijheid, Israël — een bepalende rol zal spelen in het schrijven van een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van het Midden-Oosten."
– Jerzy Buzek, premier van Polen. 1940 n. Chr.
Address by the President of the European Parliament Jerzy Buzek to the Knesset on 15 June 2011. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Ik breng hulde aan de zelfbeheersing en het staatsmanschap die het Israëlische volk tijdens de Golfoorlog heeft getoond. Ik geloof niet dat welke andere democratie dan ook, wanneer haar burgers door raketaanvallen zouden worden gedood, dezelfde mate van zelfbeheersing zou hebben betracht."
– John Marshall, Scottish/British Conservative MP. 1940 n. Chr.
UK Parliament (1991): Israel. Volume 191: debated on Thursday 23 May 1991. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Afgezien van enkele Arabische landen wordt Israël wereldwijd erkend. Israëls leger is uitgegroeid tot het sterkste van het Midden-Oosten. Het jaarinkomen per hoofd van de bevolking bedraagt circa $18.000, gelijk aan het totale inkomen per hoofd van de bevolking van alle Arabische landen samen, uitgezonderd de Golfstaten. Cultureel en wetenschappelijk behoort Israël tot de leidende landen ter wereld. (...) Drie van zijn universiteiten — de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem, de Universiteit van Tel Aviv en de Universiteit van Haifa — behoren tot de twintig beste ter wereld, terwijl geen enkele Arabische universiteit voorkomt in de top 400 (de Universiteit van Caïro staat op plaats 401)."
– Shaker Al-Nabulsi, Jordaans-Amerikaanse auteur. 1940 – 2014 n. Chr.
MEMRI: Reformist Arab Writer. The Policy of Rejecting Normalization with Israel Is a Political Decision of Unmatched Stupidity. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Altijd zijn er Joden in Palestina gebleven; nooit werd het land volledig opgegeven. Rond de eeuwwisseling leefden er zo’n 30.000 tot 50.000 Joden, voornamelijk stedelingen die klein handwerk verrichtten of zich aan de Bijbelstudie wijdden. (...) De situatie veranderde door de Russische immigratiegolven. Deze vluchtelingen wilden, anders dan de reeds aanwezige Joden, actief bijdragen aan de opbouw van het land. (...) Na de jongste pogroms in Rusland tussen 1902 en 1906 vond een tweede migratiegolf plaats. Er werden vakmensen opgeleid voor de ontwikkeling van nieuwe landbouwkolonies, zodat de kvoetsiem of kibboetsiem ontstonden, waarin men poogde het principe van 'loon naar prestatie' te vervangen door gemeenschappelijke verantwoordelijkheid onder alle leden. (...) Reeds in 1909 werd, naast de talrijke nederzettingen, de eerste moderne stad gesticht op de zandheuvels bij Jaffa: Tel Aviv — 'Heuvel van de Lente'."
– Hans-Jürgen van der Minde, Hessisch/Duitse pastoor. 1940 AD – 2020 n. Chr.
Minde, H.-J. van der (2010): Glanz und Elend jüdischer Geschichte. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Israël verkeert in een extreme crisis. Het land wordt bedreigd door terroristen, ondermijnd door Arabische propaganda, en aangevallen door antisemitische stemmen binnen de Verenigde Naties en Europa. Er is weinig creatief denken voor nodig om te beseffen dat Israël hulp nodig heeft. De miljoenen christenen wereldwijd zijn wellicht Israëls beste vrienden, maar het overgrote deel van de kerk slaapt, of is misleid wat betreft Israëls groeiende crisis. (...) De kerk zou haar hogere roeping missen, indien zij zich niet voorbereidt om Israël, wanneer de tijd daar is, te kunnen toeroepen: ‘Waar jij sterft, zal ook ik sterven.’"
– Susan Sandager, Amerikaanse actrice uit Kentucky.
Brog, D. (2016): Standing with Israel. Why Christians Support Israel. Page 235. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Onze voorvaderen verlangden naar de dag waarop zij de zonen van Abraham zouden kunnen ontmoeten. Want jullie waren het volk van de hoop, het volk van het licht. Welkom in mijn whare (ontmoetingshuis). Welkom… Ik heb, net als zij, op deze dag gewacht. (...) Ik wil jullie vriend zijn. Ik wil niet jullie broeder zijn, ik wil niets anders zijn — ik wil eenvoudigweg jullie vriend zijn."
– Patrick Tupoto Ruka, Maori (Ngāpuhi) stamoudste / kaumātua. ??? – 2021 n. Chr.
2018 Powhiri welcome from Perry Trotter on Vimeo. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Eeuwenlang dienden de Turkse en de Joodse natie als het schitterendste voorbeeld van coëxistentie in broederschap en tolerantie. Vandaag de dag dragen beide naties — met trots — hun vriendschap voort, geworteld in een gedeeld verleden, gericht op een gezamenlijke toekomst. Turken en Joden hebben elkaar steeds bijgestaan in tijden van tegenspoed; zij haastten zich altijd om elkaar te hulp te komen. Zo herinneren wij ons met dankbaarheid onze Israëlische vrienden, die onze pijn deelden en vooraan stonden bij de hulpverlening toen de aardbeving van 1999 ons trof. Wij zullen dat nooit vergeten en er altijd dankbaar voor zijn. De vriendschap en broederschap tussen onze volkeren is talloze malen op de proef gesteld, in goede én slechte tijden — en werd telkens sterker. Zij vormt de solide basis voor de samenwerking die vandaag bestaat tussen de Republiek Turkije en de Staat Israël."
– Ahmet Necdet Sezer, President of Türkiye. 1941 AD
Address of the President of Turkey, Ahmet Necdet Sezer to the Knesset on 7 June 2006. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik geloof al jaren dat zolang Israël en de Verenigde Staten zij aan zij blijven staan — in het Midden-Oosten én daarbuiten — de geschiedenis ons de overwinning van de vrijheid niet zal onthouden. (...) De vijanden, de oorlogen, de uitdagingen die Israël en de VS gemeenschappelijk hebben, kunnen in één kern worden samengevat: wij worden gehaat omdat wij vrij zijn. (...) De radicale islamisten haten ons niet om wie we zijn, maar om wat we verdedigen: vrijheid van meningsuiting en pers, onderwijs voor vrouwen, openheid, gelijkheid — al die zaken die het leven in de moderne Israëlische en Amerikaanse samenlevingen de moeite waard maken."
– James Woolsey, Amerikaanse CIA-directeur. 1941 n. Chr.
Herzliya Conference 2001. Session Transcripts. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het nationalisme in het negentiende-eeuwse Europa – ieder volk zijn eigen heilige staat, bewoond door dat heel bijzondere volk met zijn zeer speciale roeping in de wereld; uitverkoren, uniek te midden van de andere volken. (…) Maar tegelijk waren zij [de Joden] zelf al duizenden jaren een volk, lang voordat die andere volken uitgevonden waren – meer dan die volken waren zij het volk bij uitstek; ook uitverkoren, met eveneens een eigen land: Palestina – het land van hun herkomst; een land hun, in de ogen van de gelovigen, door God geschonken; een land dat na hun verdrijving – 70 na Christus, en in 125 definitief – eeuwenlang voor hen onbereikbaar was geweest. (…) Toen de Hohenzollerns, de Habsburgers, de Bourbons en de Oranjes nog in berenvellen rondsprongen – over de Saudi’s enz. hebben we het maar niet – lazen de Cohens voor uit de Thora, brachten de Levi’s rituele offers aan God."
– Wessel te Gussinklo, Nederlandse auteur. 1941 – 2023 n. Chr.
Gussinklo, W. te (2008): Palestina als adderkluwen. De Israëlische tragedie.
"Wij hebben ongelooflijk veel te danken aan het Joodse volk. Zij hebben de wereld cultuur gebracht, wetenschap, vooruitgang. Voor zover ik weet, is meer dan de helft van alle Nobelprijswinnaars van Joodse afkomst. Zonder hen zouden wij nooit het niveau van begrip en kennis bereikt hebben dat we vandaag kennen. (...) Israël vervult daarbij de ondankbare, maar noodzakelijke taak om — aan het front — te strijden voor onze westerse waarden en samenlevingen."
– Ole Nydahl, Deense boeddhistische monnik/lama. 1941 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik geloof sterk in de Israëlische startups, en van de cultuur en mentaliteit die hen bevordert. (...) Ik geloof sterk in de Israëlische cultuur, die weigert om met 'nee' als antwoord genoegen te nemen. Een angst voor risico's is simpelweg afwezig in hun denkwijze. Deze getalenteerde mensen zijn niet bang om fouten te maken en ik hou van de manier waarop men denkt. De mensen in Israël zijn direct, ze zeggen wat ze denken; een eigenschap die ook kenmerkend is voor de Nederlanders.”
– Neelie Kroes, Nederlandse minister (VVD) van Verkeer en Waterstaat. 1941 n. Chr.
Dover, S. (2015): Netherlands looking to copy Israel's startup success. In: Globes. 20 October 2015, 12:15. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Israël is al lange tijd een trouwe bondgenoot van de Verenigde Staten, geworteld in dezelfde democratische beginselen en vrijheden. (...) Ik bewonder Israël als een eenzame democratie in een regio vol instabiliteit en geweld."
– Duke Cunningham, Amerikaans congreslid uit California (Republikeinen). 1941 n. Chr.
May 3, 2002 CONGRESSIONAL RECORD — Extensions of Remarks E717. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Het punt van Israël is dit: de Joden zullen nooit meer, zoals Blanche DuBois in 'Tramlijn Begeerte', afhankelijk hoeven zijn van de goedheid van vreemden. Want die afhankelijkheid heeft hen zelden goed gedaan. Daarom bestaat Israël: ter wille van de Joodse zelfverdediging."
– George Will, Amerikaanse politiek commentator. 1941 n. Chr.
Will, G.F. (2014): America needs a conservative internationalist as president. In: The Washington Post, July 30 2014. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De geboorte van de moderne Joodse staat, in de nacht van 14 mei 1948, was een waar wonder van God. En in de jaren die volgden, is Zijn reddende rechterhand op talloze momenten zichtbaar werkzaam geweest in het lot van dit volk."
– Johan Malan, Zuid-Afrikaanse (Afrikaner) culturele antropoloog. 1941 n. Chr.
Bibleguidance. [Vanuit het Afrikaans vertaald door C. Nooij].
"Door de geschiedenis heen hebben Gods oordelen zwaar gewogen op Israëls onderdrukkers — van Egypte, Assyrië en Babylonië tot Rome, Spanje, Duitsland en Rusland. (...) Hoewel de uiteindelijke vervulling nog moet plaatsvinden, was de terugkeer van het Joodse volk naar Israël in 1948 een gebeurtenis van ongeëvenaarde betekenis in de wereldgeschiedenis. Nog nooit is het een oud, verspreid volk gelukt om na tweeduizend jaar zijn identiteit te bewaren én zijn natie te herstellen in het oorspronkelijke thuisland. Die gebeurtenis was uitdrukkelijk voorzegd — en vond plaats zoals voorspeld. Het was onmiskenbaar een wonder van God."
– David Jeremiah, Amerikaanse evangelische auteur. 1941 n. Chr.
Jeremiah, D. (2010): What in the World is Going On?. Page 5. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
(OPGELET: In dezelfde toespraak verspreidt Gülen ook anti-Joodse bloedsprookjes)
"Ondanks het feit dat zij eeuwenlang verspreid en vaak in ballingschap hebben geleefd, soms zelfs een bijna nomadisch bestaan voerend, is het de Joden gelukt hun culturele en etnische eigenheid vrijwel volledig te behouden. Bovendien is het Joodse volk opmerkelijk intelligent. Door de geschiedenis heen heeft dit volk buitengewone bijdragen geleverd aan de wetenschap en het denken."
– Fethullah Gülen, Turkse predikant en schrijver. 1941 n. Chr.
Torossian, R. (2017): Deport Radical Islamist Preacher to Turkey and Maintain American Interests. In: The Algemeiner. May 19 2017. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Ik mag Israëliërs graag, ik kon altijd goed met hen opschieten. Ik voel een zekere verbondenheid met Israël en zijn mensen. (...) Israël is mede voortgekomen uit de Holocaust, die door Nazi-Duitsland werd gepleegd. Die tragedie verleende de stichting van Israël een diep moreel recht. Als Duitser — van mijn generatie of welke generatie dan ook — voel ik dat wij de morele verplichting hebben om dat land te steunen."
– Hans-Jörg Gudegast (Eric Braeden), Sleeswijkse/Duits-Amerikaanse acteur. 1941 n. Chr.
Shefa, S. (2011): Y & R star is a pro-Israel advocate. In: The CJN. January 27, 2011. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"In een regio die getekend is door onrust en crisis, vormt de Staat Israël een anker van stabiliteit, vrijheid en democratie, en een vastberaden voorpost in de strijd tegen mondiale terreur. Wij wensen de Israëlische natie een toekomst van welvaart, vrede en veiligheid toe. (...) Israël is het Westen, midden in een omgeving die het Westen verwerpt en bestrijdt. Wie zich achter Israël schaart, verdedigt óók onze eigen manier van leven en denken tegenover een gepolitiseerde islam. En dát, dames en heren, is onmiskenbaar Duitse staatsraison."
– Alexander Gauland, Saksisch/Duits Bondsdaglid (AfD). 1941 n. Chr.
Said, C.-U. (2023): Facebook Post. 19. Oktober 2023. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
Gauland, A. & Weidel, A. (2018): Wir gratulieren Israel zum 70-jährigen Jubiläum der Staatsgründung. In: AfD Kompakt. 19. April 2018. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"De Staat Israël werd op 14 mei 1948 gesticht als soevereine en onafhankelijke natie. Israël bood een democratisch toevluchtsoord aan Joden die de verschrikkingen van de Holocaust hadden doorstaan en het onnoemelijke kwaad van het naziregime overleefden. Israël is de thuisbasis van vele heilige plaatsen voor het Jodendom, het christendom en de islam. Deze multiculturele samenleving geldt als een glanzend voorbeeld van democratische waarden: vrije en eerlijke verkiezingen, open uitwisseling van ideeën, en een krachtig functionerend parlement, de Knesset. Israël is een democratische staat die al haar burgers vertegenwoordigt en actief streeft naar vreedzame en bilaterale betrekkingen met zijn buurlanden, waaronder Egypte en Jordanië."
– Danny Davis, Afro-Amerikaans congreslid uit Illinois (Democraten). 1941 n. Chr.
May 3, 2006 - Issue: Vol. 152, No. 51 — Daily Edition 109th Congress (2005 - 2006) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Vanaf zijn eerste ademtocht in 1948 tot op de dag van vandaag geldt Israël als een baken van democratie in het Midden-Oosten. Als enige democratie in de regio is Israël strategisch de belangrijkste bondgenoot van de Verenigde Staten. Ik heb dan ook altijd beleid gesteund dat Israëls veiligheid, stabiliteit en welvaart versterkt. (...) De Iraanse regering, evenals de internationale gemeenschap, moet de legitimiteit en het bestaansrecht van de Joodse en democratische Staat Israël erkennen—gezien de drieduizendjarige ononderbroken verbondenheid van het Joodse volk met het land Israël. Israël ís Joods land, en dat moet worden erkend.”
– Mike Honda, Japans-Amerikaans congreslid uit California (Democraten). 1941 n. Chr.
Congressional Speeches on Israel’s 62nd Anniversary. April 22 2010. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Op 14 mei 1948 gaven de grondleggers van Israël te kennen dat het land niet slechts een Joodse Staat zou zijn, maar tevens een democratische staat - een land waarin voortaan alle staatsburgers, ongeacht religie, etniciteit, ras of geslacht, in vrede en in het genot van gelijke rechten zouden leven. Sinds die dag staan Amerikanen Israël ter zijde om een duurzame band van vriendschap te smeden. (…) De Verenigde Staten en Israël zijn nauwe bondgenoten, wier bevolkingen een diepe en duurzame vriendschap delen, gegrond op een gemeenschappelijke toewijding aan kernwaarden, waar als democratie, mensenrechten en vrijheid van pers en godsdienst. (…) Een sterk Israël is een aanwinst voor de nationale veiligheid van de Verenigde Staten en draagt bij aan de stabiliteit in het Midden-Oosten."
– Bob Etheridge, Amerikaans congreslid uit North Carolina (Democraten). 1941 n. Chr.
Congressional Speeches on Israel’s 62nd Anniversary. April 22 2010. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"Sedert zijn grondlegging geldt Israël als een baken voor de Joodse diaspora en als een eenzame democratie in het Midden-Oosten. Het bleek een toevluchtsoord voor allen die een thuisland zochten en bood een veilige haven aan hen die overal ter wereld voor vervolging moesten vluchten. Ondanks het feit dat het land met zijn buren heeft moeten strijden om tot werkzame vrede te komen, hebben Israël en zijn inwoners hun zoektocht naar een duurzame oplossing nimmer opgegeven.”
– Sam Farr, Amerikaans congreslid uit California (Democraten). 1941 n. Chr.
April 22, 2008 - Issue: Vol. 154, No. 64 — Daily Edition 110th Congress (2007 - 2008) - 2nd Session. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
“Israëliërs hebben zonder twijfel bewezen waarom God dit land uitgerekend aan hén heeft beloofd - alleen zij bleken in staat het groen te houden. In de Thora wordt dit land herhaaldelijk beschreven als een goed land, 'een land, vloeiende van melk en honing'. Deze omschrijving lijkt wellicht niet te rijmen met de woestijnbeelden die we op 's nachts op het nieuws zien, maar laten we niet vergeten dat het land talloze malen verwoest is door veroveraars die vastbesloten waren het onbewoonbaar te maken voor de Joden. In de decennia sinds het Joodse volk het land herwonnen had, zijn we getuige geweest van een wonderbaarlijke wederopbouw. De Israëlische landbouw kent vandaag de dag een uitzonderlijk hoge opbrengst en voorziet in zo'n 75% van de binnenlandse behoeften, ondanks de schaarse grond. Als ik zie welke ontwikkeling en transformatie dit land heeft doorgemaakt dankzij de innovatieve geest, de onvermoeibare arbeid en onwrikbare vrijheidstrouw van de Joden, dan ben ik ervan overtuigd dat het waar is: God heeft deze aarde geschapen, maar het is evenzeer een feit dat alleen Israël haar kan behoeden voor den ondergang.”
– Dr. Tashbih Sayyed, Pakistaans-Amerikaanse geleerde, journalist en auteur. 1941 – 2007 n. Chr.
[Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
"De oprichting van de Staat Israël na tweeduizend jaar leven in de diaspora was voor het volk der Joden een wonder. In slechts zestig jaar tijd vond er, ondanks oorlogen en crisissen, een fenomenale ontwikkeling plaats in dit kleine land aan de oostkust van de Middellandse Zee: de bevolking vertienvoudigde van 750.000 tot 7,3 miljoen staatsburgers, en uit een straatarm landbouwland verrees een moderne, gerespecteerde hightechstaat, waarvan de producten wereldwijd worden begeerd. (...) De vreugde om Israëls verjaardag neemt onze zorgen niet weg. Israël strijdt al zestig jaar voor zijn bestaan. Tot op de dag van vandaag wordt zijn bestaansrecht betwist, en wordt het land dagelijks aangevallen. (...) Israël verlangt naar een leven in vrede en veiligheid. Maar Iran, Hamas en Hezbollah streven naar zijn vernietiging. Dit eenvoudige, doch onloochenbare feit moet op een dag als deze worden uitgesproken."
– Johannes Gerster, Rijnhessisch lid van de Bondsdag (CDU). 1941 – 2021 n. Chr.
Festakt in der Frankfurter Paulskirche zum 60. Geburtstag Israels. [Vanuit het Duits vertaald door C. Nooij].
"Ik steun Israël omdat Israël een uitloper van onze waarden is. Onze waarden zijn die der Verlichting, waarvan Joden vooraanstaande dragers en bevorderaars zijn geweest. (…) De grondlegging van Israël ging geenszins gepaard met de vernietiging van een Palestijnse staat, want zo’n staat heeft nooit bestaan sinds de Romeinse heerschappij. Ware het Joodse aandeel in de wereldbevolking sindsdien standgehouden, zou de wereld thans 200 miljoen Joden rijk zijn geweest. Doch na tweeduizend moeilijke jaren zonder een thuisland, telt hun getal slechts dertien miljoen zielen. In de 62 jaar sinds de grondlegging van dit thuisland op een zesde van één procent van het land dat achteloos en onjuist ‘de Arabische Wereld’ wordt genoemd, hebben de Israëliërs niet één uur van ware vrede gekend. Neerbuigende Amerikaanse colleges die ons de les lezen over bestaande gevaren en over de wenselijkheid van vrede - colleges die eertijds slechts als stompzinnig golden, mogen thans als obsceen beschouwd worden."
– George Will, Amerikaanse schrijver en politiek verslaggever. 1941 n. Chr.
Palm Beach Synagogue: George Will: "I SUPPORT ISRAEL because Israel is a SALIENT of our values.". In: Youtube. 1 February 2024. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Will, G. (2010): Israelis don't need the lectures. In: Cape Cod Times. August 22 2010. [Vanuit het Engels vertaald door C. Nooij].
Klik hier voor Pagina 3: Citaten van 1942 tot 1954!